Een meerderheid van de Nederlanders wil geen megastallen. Toch is het aantal extreem grote stallen sinds 2005 verdubbeld. De provincies zouden daar wat tegen kunnen doen, maar dan moeten die wel ruggengraat tonen. Kiezers kunnen daar de komende Provinciale Statenverkiezingen voor zorgen.
Een ‘boerderij’ met 1,2 miljoen kippen en 35 duizend varkens. Niet ergens in de Verenigde Staten, waar ze gewend zijn groot te denken, maar in het noord-Limburgse dorp Grubbenvorst. Onlangs gaf de gemeenteraad er met de kleinst mogelijke meerderheid een bouwvergunning af voor de megastal. Zodat er vanaf volgend jaar gebouwd kan worden aan het complex, “een mooi voorbeeld van cradle to cradle in de praktijk”, waarbij “de kringloopgedachte een belangrijke pijler is”, volgens de initiatiefnemers. Tot ontzetting van de omwonenden, die “alle legale middelen uit de kast zullen halen om het project tegen te houden.”
Schaalvergroting
Behalve 17 miljoen mensen, wonen er in ons landje ook 114 miljoen landbouwdieren. Alleen is de levensduur van het gemiddelde agrarische dier flink korter dan die van zijn ‘baasjes’: jaarlijks maken zo’n 450 miljoen beesten een gang naar de slachtbank, oftewel voor elke Nederlander 27 stuks. Daarmee is Nederland een van de meest veedichte landen van de wereld.
Het aantal gehouden dieren nam enigszins af, met 8 procent sinds 2000. Tegelijkertijd nam het aantal veeboeren veel sterker af: met 38 procent. Al met al is er dus sprake van een stevige schaalvergroting: steeds meer beesten per bedrijf. Als onderdeel van dat proces, groeien sommige bedrijven uit tot extreem grote, de megastallen. Sinds 2005 is het totaal aantal megastallen met melkkoeien, vleesrunderen, vleesvarkens en fokzeugen meer dan verdubbeld tot 575 stuks. Het sterkst groeien de bedrijven met hele grote aantallen koeien: met 267 procent, ten opzichte van 2005. Dat bevestigt wat iedereen buiten kan opmerken: er staan steeds minder koeien in de wei.
“De melkveehouderij wordt de nieuwe tak van de intensieve veehouderij”, zegt René Houkema, zelfstandig onderzoeker naar duurzame landbouw. “Een op de vier koeien staat nu het hele jaar op stal. Dat zal vanaf 2015, als het melkquotum wordt afgeschaft, nog veel erger worden.” Door toenemende concurrentie zullen boeren dan gedwongen worden tot verdere schaalvergroting.
Wat precies een megastal is, daar kun je over discussiëren. Vaak zijn ze drie keer zo groot als een gemiddeld veehouderijbedrijf. Onderzoeksinstituut Alterra van de Universiteit Wageningen hanteert een ingewikkelde formule. Het komt er op neer dat als er structureel meerdere arbeidskrachten moeten worden ingehuurd om de boel te runnen – en het dus niet meer om een gezinsbedrijf gaat – er sprake is van een megastal. Dat komt neer op een stal van 1 tot 1,5 hectare groot (twee tot drie voetbalvelden) en bijvoorbeeld minstens 7500 vleesvarkens.
Hoeveel is mega?
Melkkoeien: 0.250
Fokvarkens : 1.200
Vleeskalveren: 2.500
Vleesvarkens: 7.500
Leghennen: 120.000
Vleeskuikens: 220.000
(bron: Alterra)
Smakeloze bulk
Hoe erg is het, die toename van het aantal megastallen? Misschien zijn ze wel veel efficiënter dan de kleinere stallen. Dat is ook wat de voorstanders van het grote werk zeggen. Met één flinke stal met 10 duizend varkens is het bijvoorbeeld makkelijker om de ammoniakuitstoot af te vangen dan van tien afzonderlijke stallen met elk duizend varkens.
Dat kan zo zijn, zeggen de tegenstanders, maar ook de modernste – energieverslindende – luchtwassers vangen niet alle uitstoot op. Dus als je heel veel varkens hebt, is dat bijvoorbeeld nog steeds niet goed voor verschillende wilde plantensoorten in de buurt. De varkens in die dichte megastallen hebben bovendien niet de ruimte om hun natuurlijke gedrag te vertonen: scharrelen in de modder zit er voor hen niet in.
En de meer fundamentele kritiek op de intensieve veehouderij blijft bij megastallen onverminderd van kracht: van ver weg worden grondstoffen gehaald – zoals soja waarvoor het Amazonewoud moet wijken – om er hier smakeloze bulk voor de wereldmarkt voor te maken. Met een overdosis aan reststoffen in ons nederige landje aan de zee tot gevolg: jaarlijks 70 miljard kilo mest – 4.000 kilo per bewoner. Waardoor inmiddels een heel scala aan bijzondere wilde planten en dieren het loodje heeft gelegd.
Bovendien doen Q-koorts, ziekenhuisbacterie, varkens- en vogelgriep, en overdosis antibioticagebruik bij veel mensen de alarmbellen rinkelen: enorme aantallen lanbouwdieren bij elkaar zetten is voor de dieren niet gezond. Voor de mensen die er in de buurt wonen waarschijnlijk ook niet. Zeker voor veel bewonersgroepen is dat het belangrijkste argument om zich tegen de komst van de megastallen te keren.
Meerderheid tegen
Milieudefensie wil de ontevredenheid over megastallen aangrijpen om er een item van te maken voor de Provinciale Staten- verkiezingen. “Het Rijk bemoeit zich er tot nu toe niet mee, provincies hebben er veel over te zeggen, vooral via de ruimtelijke ordening. Daarom willen we graag dat politieke partijen een standpunt over het onderwerp gaan innemen”, zegt Klaas Breunissen van Milieudefensie. “Veel mensen hebben het gevoel dat we zo niet verder kunnen gaan met de veehouderij. De tijd is rijp voor verandering.”
Breunissen ondersteunt dat met onderzoek dat het NIPO onlangs heeft uitgevoerd: 64 procent van de burgers vindt ‘megastallen’ een belangrijk onderwerp bij de provinciale verkiezingen. Een kleine 11 procent staat positief tegenover megastallen, ruim de helft (56 procent) is tegen. En waarom zijn ze tegen? Dierenwelzijn wordt als eerste genoemd (38 procent), gevolgd door volksgezondheid (27 procent). Op grote afstand volgen natuur en milieu (10 procent), economie (9 procent) en landschap (7 procent).
Breunissen is niet zo bang dat in de discussie milieu-items als kap van het Amazonewoud en overbemesting ondergesneeuwd zullen worden. “Ons milieuverhaal is niet het makkelijkst, maar juist omdat het onderwerp zo leeft, is het voor ons een goede gelegenheid om onze argumenten naar voren te brengen.” Bewonersorganisaties die zich in eerste instantie druk maken om volksgezondheid, ziet hij als partners. “Ik vind het juist heel positief dat mensen zich bekommeren om wat er in hun achtertuin gebeurt.”
Vlees voor iedereen
André Vollenberg is zo iemand met een ‘bedreigde achtertuin’. Als voorzitter van de actieclub Behoud de Parel, probeert hij de komst van het ‘Nieuw Gemengd Bedrijf’ in zijn woonplaats Grubbenvorst tegen te houden. Met 1,2 miljoen kippen en 35 duizend varkens moet daar in de gemeente Horst aan de Maas de grootste megastal van Nederland verrijzen.
“Met alle gezondheidseffecten, overlast, verkeer, stank en ruimtelijke vervuiling van dien”, volgens Vollenberg. “Alleen al om die dieren aan het eten te houden, heb je 60 duizend ton voer nodig. Oftewel tienduizend hectare. Daarvoor zou je alle grond in de hele gemeente moeten gebruiken, alleen voor die ene megastal.”
Aan de basis van het Nieuw Gemengd Bedrijf staan enkele bestaande grote Limburgse varkensbedrijven en het Brabantse kippenbedrijf van de gebroeders Kuijpers. “Lekkere duurzame, veilige kip voor iedereen, dus niet voor de elite”, is voor kippenhouder Marcel Kuipers reden om in het Nieuw Gemengd Bedrijf (NGB) te stappen.
Een groot deel van het afval van dat toekomstige bedrijf, waaronder de mest, moet verwerkt gaan worden in een bio-energiecentrale, die vervolgens ‘groene energie’ gaat leveren aan bedrijven in de buurt. Vandaar ook dat het bedrijf zegt duurzaam bezig te zijn en volgens het ‘cradle to cradle’ principe te werken.
Voor de woordvoering wordt verwezen naar een van de andere NGB-partners, het bedrijf KnowHouse, een conglomeraat van onder andere de Landbouwuniversiteit Wageningen, de Limburgse landbouw en tuindersbond (LLTB), de Rabobank, de gemeenten Horst aan de Maas, Venlo en Venray en een veevoederfabrikant.
“Het is het beste wat je op dit moment kunt verzinnen”, zegt Ruud Pothoven van Knowhouse en projectleider voor het NGB. Volgens hem onderscheidt het NGB zich van andere megastallen doordat het een volledig gesloten bedrijf is. De dieren en de mest worden er immers volledig verwerkt. “De varkens krijgen maar voor 5 procent soja, het overige bestaat uit restproducten uit de regio.” Het voer voor de 1,2 miljoen kippen komt wel van een veevoerbedrijf.
Dat de kippen en varkens niet naar buiten kunnen, is volgens Pothoven niet zo’n probleem. “Alleen een klein deel van de Nederlanders is bereid meer te betalen voor vlees van dieren die buiten hebben gescharreld.”
Burgerinitiatieven
‘Stop fout Vlees’ heette het eerste nationale burgerinitiatief dat in 2007 in de Tweede Kamer behandeld werd, op initiatief van Milieudefensie en ondersteund door meer dan 100 duizend burgers. Daarna zijn ook in de provincies Overijssel, Gelderland, Limburg, Noord-Holland, Noord-Brabant en Utrecht door verschillende actiegroepen burgerinitiatieven op de agenda gezet. Soms lukte dat, zoals in Gelderland en onlangs in Utrecht. Soms niet, zoals in Overijssel, waar het initiatief niet ontvankelijk werd verklaard. Dat gebeurde ook met het burgerinitiatief dat André Vollenberg namens Behoud de Parel indiende bij de provincie Limburg. Die wees het verzoek af met als argument dat het een zaak van de gemeente is. Inmiddels heeft Vollenberg een burger-initiatief bij de gemeente Horst aan de Maas ingediend, dat binnenkort in de gemeenteraad zal worden behandeld.
In het geval van het Nieuw Gemengd Bedrijf is het duidelijk aan welke kant provincie en gemeente staan: de provincie subsidieert het initiatief en de gemeente Horst aan de Maas is partner in het bedrijf Knowhouse, een van In je achtertuin de pijlers onder het project. Terwijl de provincie Limburg geen enkele beperking stelt aan de komst van megastallen, kondigde de provincie Noord-Brabant die vorig jaar maart wél aan. Na de onrust die ontstond toen er tien doden vielen als gevolg van de Q-koorts, vond de provincie dat megastallen beperkt zouden moeten worden tot maximaal anderhalve hectare groot. Maar onder druk van de ZLTO (de zuidelijke boerenbond, tevens eigenaar van Vion, het grootste slachtersbedrijf van Europa) willen CDA, VVD, PvdA en D66 in Provinciale Staten in Brabant de regels toch weer versoepelen. Eind februari wordt besloten of dertig plannen voor nieuwe grote stallen alsnog kunnen worden uitgevoerd.
Stemadvies
‘Wat vinden jullie van megastallen?’, wilde Milieudefensie graag weten van alle fracties in alle twaalf Provinciale Staten. Nadat een kleine 80 procent van de fracties had geantwoord, kon de conclusie worden getrokken dat drie partijen expliciet duidelijk tegen de megastallen zijn: SP, GroenLinks en Partij voor de Dieren.
Het meest positief over de stallen zijn de provinciale fracties van VVD en SGP, het vaakst onduidelijk die van D66. Fracties van CDA en PvdA zijn ‘onder voorwaarden’ voorstander van de komst van megastallen, bijvoorbeeld in de zogenaamde Landbouw Ontwikkelingsgebieden. De ChristenUnie is redelijk vaak voorstander van megastallen.
Van de PVV ontving Milieudefensie geen enkele reactie.
“De fracties die offensief voorstander zijn van megastallen, zijn in de minderheid”, is een van de conclusies van Breunissen van Milieudefensie. “Dat was tien jaar geleden wel anders, nu zijn megastallen duidelijk een omstreden zaak geworden: men ziet de problematische kanten.” Een mooi onderwerp dus voor de Provinciale Statenverkiezingen: er valt wat te kiezen.
Zie www.milieudefensie.nl/stemadvies voor meer informatie per provincie.
Geef een reactie