De kippen van Eva Vos scharrelen lekker door de boomgaard op landgoed de Buitenhof in Loosdrecht. Misschien niet het meest efficiënt, maar wel zoals de natuur het heeft bedoeld. Met financiële hulp van aandeelhouders uit de buurt wordt duurzaam, diervriendelijk boeren voor Vos een eitje.
Tussen de fruitbomen van landgoed de Buitenhof in Loosdrecht scharrelen de kippen van Eva Vos. Of nou ja, ze zijn niet helemaal van Eva Vos: ze zijn ook van de 95 leden die een ‘eieraandeel’ hebben in haar project KipEigen. Voor 220 euro per jaar delen ze in de legopbrengst. Kleine boerderijen en tuinderijen die bijzonder natuurvriendelijk willen boeren, kiezen vaker voor dit model van gemeenschapslandbouw, ook wel Community Supported Agriculture (zie kader) genoemd. Het geeft ze een redelijk stabiel inkomen, waardoor ze ook zonder veel gedoe kunnen investeren in een natuurvriendelijke manier van werken. In het geval van KipEigen betekent dat: een niet-doorgefokte kippensoort die door het groen scharrelt, stofbaden kan nemen en leeft van gras en groente- en fruitresten.
Hoe kwam je op het idee van een gemeenschappelijke kippenhouderij?
“Mijn opleiding dierwetenschappen aan Wageningen University & Research was vooral gericht op de intensieve veehouderij. Ik kon daarmee bijvoorbeeld bij grote voederbedrijven gaan werken, en boeren adviseren over hoe hun dieren gezond te houden in dat systeem. Maar tijdens een uitstapje naar een varkenshouderij werd ik getroffen door de omstandigheden waaronder de dieren leefden. Ik heb daarna nooit meer goedkoop vlees bij de supermarkt gekocht. In mijn master koos ik voor veel vakken over biologische landbouw. Daar leerde ik over agro-ecologie, dat landbouwdieren als een schakel in het ecosysteem ziet, zoals de natuur bedoeld heeft. Dat principe wilde ik graag in de praktijk brengen.”
Welke schakel vormen jouw kippen in het ecosysteem van het landgoed?
“Mijn tweehonderd hennen scharrelen in de boomgaard, dat is ruimte die anders niet gebruikt zou worden. Ze houden gras kort, bestrijden plaaginsecten en eten halfrot fruit van de grond. Tegelijkertijd vinden de kippen het fijn in de schaduw, het zijn tenslotte bosdieren. De haantjes leven bij de composthopen, eten de slakkeneitjes – iets wat de tuiniers van het landgoed heel fijn vinden – en voegen met hun uitwerpselen stikstof toe aan de composthoop. En dat is alleen nog maar als je de kippen op een plek zou houden.”
Wat jij niet doet.
“Nee, ik heb vier kippenkarren, waarin de hennen ’s nachts op stok gaan. Ik kan ze verplaatsen, waardoor de kippen steeds op een ander stuk land scharrelen. Daarmee kom je in het territorium van de regeneratieve landbouw: zolang je een stuk grond niet uitput, niet overbegraast en niet vergiftigt met te veel mest, kan begrazing juist zorgen voor diepere wortelgroei in de bodem. Daarmee slaat de bodem meer CO-2 op en houdt die meer water vast. Als je het goed doet, kun je zelfs netto koolstof uit de atmosfeer halen en zo klimaatpositief werken.”
Je geeft advies aan boeren die volgens deze agro-ecologische principes willen werken. Is er veel vraag naar?
“Boeren hebben heel lang van de overheid, de banken en grote supermarkten gehoord dat ze almaar groter en intensiever moesten worden om hun hoofd boven water te houden. Ze hebben enorme investeringen gedaan om zo efficiënt mogelijk te werken. Een melkrobot kost bijvoorbeeld al 200 duizend euro. Ik zie dus nog veel weerstand bij boeren om het radicaal anders te gaan doen. Maar volgens de Europese Commissie moet 25 procent van de landbouw biologisch zijn in 2030. En er zijn veel mensen die zich interesseren voor goed eten. Dat zie ik ook bij KipEigen: de mensen die het project steunen, zijn al erg geïnteresseerd in dierenwelzijn. En in gezondheid, want doordat mijn hennen vooral veel gras eten, hebben onze eieren een andere samenstelling met minder verzadigd vet.”
Als het om gezondheid gaat, zijn mensen vaak wel bereid om wat meer geld uit te geven aan eten. Maar is die 220 euro per jaar voor een oogstaandeel niet wat veel?
“Het is natuurlijk in een keer een klap geld waarvan je niet goed weet wat ervoor terugkomt. Het fijne voor mij is dat ik met zulke betrokkenheid niet bij een bank hoefde aan te kloppen voor een lening. Sommige leden zien het bijna als een goed doel, die komen maar een paar keer per jaar eieren halen. Onze eieren zijn in de losse verkoop net zo duur als bijvoorbeeld een biodynamisch ei: 55 cent per stuk, en dan ga ik qua dierenwelzijn nog een stuk verder. Ik heb dubbeldoelkippen, die blijven gezonder en leggen minder dan die hoogproductieve kippen die ze ook bij die diervriendelijke concepten gebruiken. Ook bij Rondeel en Kipster zijn de kippen na 1,5 jaar ‘afgeschreven’. Dan hebben ze 330 eieren per jaar gelegd en daar al hun energie ingestoken. Dan zijn ze ‘op’. Bovendien zijn mijn groepen kleiner: kippen kunnen tot tachtig soortgenoten herkennen. In grotere groepen komen ze steeds kippen tegen die ze niet herkennen en moet de pikorde opnieuw worden vastgelegd, daardoor kan veel onrust ontstaan.”
Ik wist niet dat er nog zoveel haken en ogen zaten aan écht diervriendelijke eieren.
“Nee, ook mijn leden weten dat vaak niet. Het leukste is denk ik dat mensen meer gevoel krijgen voor waar hun eten vandaan komt. Dat ze weten: o, er zijn minder eieren want de vos is langs geweest, of de kippen zijn nog wat jong en de eieren zijn dus wat kleiner. Ik heb ook weleens met vegetariërs gesprekken over de haantjes, een ‘bijproduct’ van de eierindustrie die normaal al als kuikens worden afgemaakt. Bij mij worden haantjes 16 tot 18 weken oud en dan slacht ik ze zelf. Sommigen zeggen dan: eigenlijk moet ik als vegetariër geen eieren meer eten, ik draag toch bij aan de slacht van dieren. Dan vind ik het niet erg dat ik die persoon als klant zou verliezen. Het is juist mooi dat ik heb kunnen bijdragen aan dat bewustzijn.”
Oogstdelen
Er zijn ondertussen bijna honderd (stads)landbouwprojecten in Nederland die volgens het principe van Community Supported Agriculture (CSA) werken. Daarbij verbinden burgers zich aan een project door een oogstaandeel te kopen voor een heel seizoen. Op csanetwerk.nl vind je een kaart met alle projecten.
Fruitgaard-eitjes
Bij Fruittuin van West in Amsterdam, een biologisch-dynamische fruitteler met zelfpluk, scharrelen er 240 leghennen door de boomgaard. Bezoekers mogen de eieren zelf uit de leghokken halen.
Regeneratief
Bij Met natuur mee kunnen belangstellenden ‘oogstgenoot’ worden. Zij krijgen een maandelijks vleespakket. Op het bedrijf van voormalig boswachter Sanne Beld wordt ‘gepland begraasd’. De varkens en runderen bemesten en begrazen steeds een ander stuk grond, wat volgens de leer van de regeneratieve landbouw een gezonde bodem oplevert die veel water en CO 2 vasthoudt.
Geluksvogel
Ekoplaza verkoopt eieren van een mobiele kippenkar onder het merk Geluksvogel. Ook hier mogen haantjes wat langer blijven leven en zijn de kippen deel van het ecosysteem van de boerderij: de kippenkar draait mee met de vruchtwisseling op het bedrijf en bemest steeds een nieuw stukje grond.
Geef een reactie