Stadsmoestuinen in Wisconsin werken aan duurzaam eten en aan gelijke kansen voor iedereen. Na 4 jaar Trump staan ze nog fier overeind. “Dit groeit hier voor jou, want jij hoort hier.”
Vier jaar geleden bezocht Katja Keuchenius stadslandbouwprojecten in Milwaukee, Wisconsin. Ze beschreef hoe verschillende moestuinen middenin de stad de bewoners willen voorzien van gezonder en duurzaam geproduceerd voedsel. Projecten die tegelijkertijd sociale gelijkheid willen bevorderen. Dat is geen makkelijke opgave in Milwaukee, het meest gesegregeerde stedelijke gebied van de Verenigde Staten.
Het was Wisconsin dat Trump in 2016 als een van de swing states – naast Pennsylvania en Michigan – met een minieme marge het presidentschap bezorgde. Sinds 1984 had de staat niet meer voor een Republikeinse kandidaat gekozen. Inmiddels heeft Biden, alweer met een minimaal verschil, Wisconsin terug het Democratische kamp ingetrokken. Hoe vergaat het de stadstuinen in Milwaukee na 4 jaar Trump?
Voedselwoestijn
Milwaukee is overduidelijk een Amerikaanse stad. Het centrum wordt hier – anders dan in de meeste Europese steden – niet bewoond door oud geld en expats, maar vooral door minder welgestelde burgers. De bewoners, vaak Afro-Amerikanen, krijgen stelselmatig minder kansen dan de mensen uit de suburbs. Halverwege de vorige eeuw konden mensen er bijvoorbeeld vaak niet eens een hypotheek afsluiten (het zogenaamde ‘red lining’). Vandaag de dag zijn er in een wijk als Harambee maar moeilijk groenten te vinden. Tussen de woningblokken vind je wel wat kleine winkels, maar die verkopen nauwelijks verse waren. Harambee is een zogeheten voedselwoestijn, een bekend verschijnsel in meer Amerikaanse binnensteden. Bewoners moeten voor vers voedsel ruim 1,6 kilometer reizen, vaak met de bus. Grote supermarkten zijn immers uitgevonden voor de rijke buitenwijken; voor mensen met een auto.
Gelukkig kent Harambee ook voedseloases. Een ervan is de stadsboerderij van Victory Garden Initiative (VGI), een collectieve moestuin ter grootte van een voetbalveld. De organisatie – vernoemd naar de moestuinen die werden aangelegd om voedseltekorten tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog op te vangen – probeert zoveel mogelijk vers voedsel in de wijk te verspreiden. Dat gebeurt met bakfietsen vol gratis groenten, zaadjes-weggeefmiddagen en het plaatsen van kant en klare moestuinbakken in achtertuinen. Zo wil VGI de gezondheidsproblemen tegengaan die in deze buurt veel voorkomen, zoals overgewicht en diabetes.
Oorlogsverklaring
Veel duurzame initiatieven hielden hun hart vast toen Trump werd gekozen. In zijn begroting van 2017 zagen zij hun nachtmerries bewaarheid. “Niets minder dan een oorlogsverklaring aan het milieu”, omschreef blogger Richard Matthews die begroting een paar dagen later op zijn website The Green Market Oracle, waar hij al jaren ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid bijhoudt. Er werd gekort op klimaatwetenschap en klimaatactie en “geen organisatie wordt harder geraakt door Trumps bezuinigingen dan de Environmental Protection Agency (EPA)”. De Amerikaanse milieuwaakhond moest het voortaan doen met een derde minder financiële steun, het laagste budget in 40 jaar. Matthews was ook bezorgd over bezuinigingen op de gezondheidszorg en het gemeenschapswerk.
Het zijn precies de onderwerpen – duurzaamheid, gezondheidszorg – waarbij VGI een verschil hoopt te maken. En VGI is niet de enige. Tien minuten rijden verderop ligt stadstuin Alice’s Garden. Ook daar wordt vers voedsel verbouwd, maar oprichter en Lutherse predikant Venice Williams vertelt ook verhalen en organiseert ontmoetingen. Williams wil verschillende bewoners weer trots maken op hun afkomst en op de relatie die hun (over)grootouders hadden met landbouw. Ze heeft het graag over de herkomst van paarse sperziebonen uit het zuiden van de VS en pepers uit Zuidoost-Azië, allemaal in haar tuin verbouwd door buurtbewoners met uiteenlopende migratieachtergronden. Die variatie verwelkomde ze ook – júist – na de verkiezing van Trump. “Wij gaan door met bruggen bouwen en mensen bij elkaar brengen”, zei ze in 2016. Het was de afgelopen jaren vol politieke onrust, rellen tegen politiegeweld en nu ook nog een coronacrisis, hard nodig.
Grassroots
Trumps beleid heeft de sociale stadstuinen niet klein gekregen. Alice’s Garden bloeit nog altijd van de ontmoetingen en ook VGI gaat het voor de wind, vertellen VGI-directeuren Christine Kuhn en Michelle Dobbs. Dobbs groeide zelf op in de wijk en werkt sinds 2 maanden bij VGI, dolblij met wat ze daar kan doen voor “haar mensen”. Kuhn werkt al 3 jaar voor VGI en was, zelf afkomstig van het platteland, vaak verbaasd over de onbekendheid van stadskinderen met voedsel uit de grond. Kuhn en Dobbs maken zich grote zorgen over de situatie in Harambee, maar zijn ook trots op wat VGI de afgelopen jaren allemaal in de wijk heeft neergezet.
Financieel staat VGI er bijvoorbeeld goed voor. Staatssteun kregen ze al niet, dus bezuinigingen hadden voor hen geen gevolgen. “We zijn een grassrootsorganisatie”, zegt Kuhn, “ooit begonnen om juist tégen het systeem te vechten.” Dat gebeurde indertijd niet in Harambee, maar in de suburb van oprichter Gretchen Mead. Zij legde in haar eigen achtertuin een moestuin aan, tussen de keurige gazons van alle buren. Sommige buurtbewoners probeerden haar tuin te dwarsbomen door stadslandbouw met nieuw beleid aan banden te leggen. Zo ontstond de organisatie VGI, voorvechter van stadsmoestuinen. Al snel bouwde VGI een gemeenschapsmoestuin in Harambee, want vers voedsel verbouwen wilde ex-gezondheidswerker Mead vooral in achtergestelde buurten.
VGI breidde zich uit. De organisatie kreeg een hoofdkantoor tegenover de moestuin in Harambee en focust zich inmiddels vooral op deze wijk. “We willen hier een duurzaam voedselsysteem opzetten”, vertelt Kuhn. De tuin, met nu ook een klaslokaal, een keuken en een kas, trekt vooral nieuwsgierige kinderen. Zij herinneren hun ouders thuis weer aan het zelf verbouwen van voedsel, wat in vorige generaties vaak nog heel normaal was. Dobbs noemt als voorbeeld de ‘Trinity’: een creoolse kruidenmix van peper, ui en selderij. Dat zouden haar tantes nóóit in een winkel kopen. “Dat staat hier gewoon in de achtertuin!”, doet Dobbs hen na. Maar het moderne stadsleven veranderde die gewoonte. Dobbs: “Als je weinig tijd hebt, raak je snel gewend aan fastfood en voorverpakt voedsel.” Ze wil dat kinderen ‘het vuurtje’ weer aansteken in hun familie. “Jij wéét toch hoe je dit doet, mam.”
Echte actie
Pas de laatste jaren kreeg VGI subsidie voor hun werk. Niet van de landelijke overheid, maar van de gemeente. Verschillende organisaties, bedrijven en individuen springen ook vaker bij. “De nationale aandacht is hierheen getrokken”, legt Kuhn uit. Dat komt onder andere door het politiegeweld en de rellen die dat uitlokte. Kuhn: “Het heeft de onrechtvaardigheden die hier altijd al waren in de spotlights gezet. Mensen uit andere wijken die hier komen, denken niet langer alleen: ‘Dit is een slechte buurt, dus doe je deuren op slot.’” Dobbs: “En buren zijn meer geneigd om elkaar te helpen. Omdat ze nu nog beter weten dat de staat dat niet gaat doen.”
Milieu-blogger Matthews somde in 2018 op wat Trump waarmaakte van de eerder beschreven desastreuze ambities in zijn begroting. De Verenigde Staten hebben zich dan inmiddels teruggetrokken uit het Parijs-akkoord en zetten hun Clean Power Plan stop. Maar het meest weerzinwekkend vond Matthews Trumps opstelling in het anti-racismedebat. Als voorbeelden noemt hij zijn bagatelliserende optreden over neo-nazistische betogingen in Charlottesville, zijn gratie van een racistische sheriff en het ‘bashen’ van rugbyspelers die zich uitspraken tegen discriminatie.
Met die houding droeg Trump op een tegenstrijdige manier misschien juist bij aan bewustwording van de situatie in achtergestelde wijken, denken de VGI-dames. Een vergelijkbare tegenbeweging zien we op gang komen in de duurzame hoek, schreef Kathleen Merrigan eind 2018 in het agrarische nieuwsmedium The Fence Post. In de Obama-regering was Merrigan nog adjunct secretaris landbouw, maar inmiddels interesseert ze zich minder voor wat er in Washington gebeurt. “Voor de echte actie rond voedsel en landbouwbeleid moet je bij ondernemers, bedrijven en activisten zijn. De private sector is nu leidend.”
Nieuwe koers
Ondanks die hoopgevende boodschap voor organisaties als VGI, maken Kuhn en Dobbs zich toch ernstig zorgen over Harambee. Dat komt door de laatste klap die de wijk kreeg te verwerken: corona. Het virus slaat relatief hard toe in de staat Wisconsin en extra hard in deze buurten. “Er is hier weinig preventieve zorg en zorgverzekering en mensen verliezen hun banen”, licht Dobbs toe.
Omdat er in Harambee al meer dan genoeg werk aan de winkel was, zag de organisatie af van de promotie van haar jaarlijkse Garden Blitz. Tijdens de Blitz leggen vrijwilligers honderden nieuwe moestuinen aan in welvarende en minder welvarende buurten. De Blitz onder de aandacht brengen levert VGI normaal zo’n 2 maanden werk op, een tijdrovend evenement. Dit jaar gebeurde dat dus niet, maar toch zat de intekenlijst voor nieuwe tuinen snel vol. Vooral mensen die de Blitz al kenden, waren geïnteresseerd. Waar zij eerder dachten dat het niet echt ‘iets voor hen’ was, veranderde dat toen ook in rijke, witte buurten de schappen soms leeg waren. Kuhn: “Mensen begonnen te begrijpen dat het onderwerp ‘voedselzekerheid’ ook voor hen belangrijk is.”
Dat neemt niet weg dat de voedselonzekerheid in wijken als Harambee veel erger is. De toch al niet overvloedige winkels worden nog leger, voor de winkels staan lange rijen. Kuhn: “Deze crisis laat weer extra goed zien hoe ongelijk het verdeeld is in de stad.” Dobbs en Kuhn wijten de zorgelijke situatie in Harambee deels aan Trump en zijn aanpak van de coronacrisis. Of dat met de net verkozen Biden anders zal zijn, durven ze niet te zeggen. Dobbs weet wel wat zij zelf de komende jaren gaat doen: de mensen uit Harambee vertellen dat ze wél iets voorstellen, en niet moeten geloven wat anderen over hen zeggen. Dat gevoel probeert ze ook mee te geven als ze met kinderen bezig is op de stadsboerderij. “Dit groeit hier voor jou, want jij hoort hier.”
Meer lezen?
Hier vind je Katja’s eerdere stuk over de stadstuinen, toen de buurtbewoners nog hun hart vasthielden met jaren Trump in het vooruitzicht. “Venice Williams bestiert een grote stadstuin in Milwaukee, Wisconsin: Alice’s Garden. Ze verbouwt er groenten en kruiden, maar ze doet nog veel meer. Met bezoekers de discussie aangaan over het slavernijverleden van de Verenigde Staten bijvoorbeeld. En tegenwicht bieden aan de zojuist gekozen president Donald Trump.”
Jan Juffermans zegt
Prachtig en belangrijk verhaal over die tuin-initiatieven in de VS!
Zal ook hier verder gaan groeien, want we zullen veel meer regionaal moeten gaan doen. Zie via google het pleidooi voor ‘radicale regionalisering’ met minstens 12 voordelen. Al dat gesleep en gevlieg over de Aarde is zowel sociaal als ecologisch uitermate schadelijk.
Tekla de Bruijn zegt
Interessant stuk. Maar is het echt maar 1,6 kilometer vanaf een verkooppunt van vers voedsel of is dat een foutje?