Rosa was er altijd. Je kon op haar rekenen, dag en nacht. Jarenlang zwaaiden we naar Rosa als we haar tegenkwamen, fietsend op weg naar werk en school.
Of gewoon vanuit de tuin, op onze rug liggend in het gras. En Rosa zwaaide altijd terug, vooral als er een beetje wind stond. Met wel honderdduizend groene handjes.
Alles wat er nu nog van Rosa rest, is een groot gat in de lucht en een stronkje in de grond.
Rosa is niet de enige die het veld moet ruimen. Overal in Nederland worden bomen gekapt, en wordt daartegen geprotesteerd. Soms pas achteraf; dan wordt de afgezaagde stronk een monumentje voor de gevelde boom. Maar soms ook met succes! Natuurmonumenten heeft beloofd, na protest vanuit de achterban, minder snel de hakbijl ter hand te zullen nemen.
Wat ook met vereende krachten behouden is gebleven: biologische boerderij Hansketien. De eigenaar ging met pensioen, er waren genoeg gegadigden die de boerderij over wilden nemen. Maar niemand die de exorbitant hoge grondprijzen van Nederland kon betalen. Inmiddels zijn de nieuwe boeren – geholpen door groothandel, crowdfunding, groene fondsen – er alweer een tijdje aan de slag. En kan iedereen, klanten of gewoon geïnteresseerden, een vierkante meter Hansketien kopen.
Iedereen? Waarom lijken bij groene initiatieven dan zo vaak veel mensen er juist níet te zijn? De milieubeweging lijdt aan een weerbarstige vorm van Hollandsche monocultuur; mensen met een migratie-achtergrond blijven gemakkelijk onzichtbaar. Dat komt ook omdat we elkaar niet goed weten te vinden, zegt Qader Shafiq. Een beetje meer samenwerking zou welkom zijn, en Nijmegen laat alvast zien hoe het anders kan.
Want een beetje samenwerken, is dat nou echt zo moeilijk? Blijkbaar toch wel. Planten doen het in ieder geval een stuk beter, betoogt Arjen Mulder.
De stronk die ooit Rosa was, verandert iedere dag van aangezicht. Kinderen uit de buurt, van dezelfde leeftijd als de mijne toen we ‘onze’ boom Rosa doopten, komen haar versieren. Ze tekenen hartjes, laten lampionnen achter.
Rosa was een Canadese populier, weet ik nu. En die populieren laten soms zomaar takken vallen, ook hele dikke (die boom was enorm!). Takken die dan zomaar op een van die kinderen hadden kunnen vallen, of bij mij in de tuin. Misschien toch niet zo’n slecht idee om haar te kappen denk ik dan, ik word niet per se blij van een stuk boom op mijn hoofd.
Waar ik wel blij van word: dat wij niet de enigen zijn die haar missen. Dag Rosa.
Geef een reactie