Milieudefensie denkt dat een eerlijker voedselsysteem er alleen komt als je elkaar kent en begrijpt, en organiseerde daarom gesprekken tussen boeren en betrokken burgers. In deze eerste aflevering: Toine van den Hur ging langs bij de familie Jonkers van Oirschot Organics.
Boeren en burgers lijken elkaar niet altijd even goed te begrijpen, of zelfs maar te kennen. Maar dat is wel nodig als we een eerlijk en duurzaam voedselsysteem willen. Milieudefensie wil daar verandering in brengen. Voor het project Van Erf tot Erf gingen in het najaar van 2017 ruim 100 betrokken burgers langs bij boeren. In één-op-één gesprekken luisterden ze naar persoonlijke verhalen; hoe zien boeren de toekomst van de landbouw in Nederland, hoe werken ze, wat motiveert hen om anders te boeren en waar lopen ze tegenaan? Wij lichten er hier een aantal uit.
Toine van den Hurk ging langs bij familie Jonkers van Oirschot Organics b.v.
Als ik aanschuif aan de keukentafel van Adri en Mia Jonkers, kruipt er een lieveheersbeestje over de tafel. Lachend vertelt Mia dat de beestjes – behalve deze dus – aan hun winterslaap zijn begonnen in de koelkast. In het voorjaar worden ze losgelaten in de kassen.
Een mooie start voor een gesprek over de biologische glastuinderij. Zoon Jorrit bestiert tegenwoordig de zaak, maar het inmiddels pensioengerechtigde echtpaar is nog dagelijks betrokken. “We zijn ooit begonnen op de traditionele manier, voornamelijk asperges en witlof. Maar we wilden graag overstappen op biologische tuinbouw. In 2000 hakten we de knoop door: een jaar later teelden we biologische tomaten. Later kwamen daar de paprika’s en komkommers bij.”
Zo’n omschakeling is een proces van groeiend inzicht. “De tuinders in onze omgeving dachten dat je zonder bestrijdingsmiddelen geen paprika’s zou kunnen verbouwen, maar dat maakte het voor ons alleen maar uitdagender”, vertelt Adri. “Smaak is waar het om draait”, zegt het stel. “We willen een voorbeeld zijn. We zijn er trots op dat we in geen enkel opzicht kwalitatief de mindere zijn van gangbare groentekwekers.”
Dat de Nederlandse controle op biologische bedrijven streng is, vinden ze alleen maar goed. Dat de regels in het buitenland minder streng zijn, is jammer, maar daar kunnen zij weinig aan doen. “In Amerika valt verbouwen op glaswol onder biologische teelt. Dat is voor sommige telers in Nederland aanleiding om daarop over te stappen. Daar ben ik het volstrekt niet mee eens!”, zegt Adri. “Biologische tuinbouw betekent verbouwen op volle grond, wisselteelt en gebonden zijn aan de jaargetijden.”
Volgens het echtpaar kan de grote sprong voorwaarts alleen gemaakt worden als supermarkten een biologisch product duidelijker promoten. “Dus niet op hetzelfde moment ook de niet-biologische variant gaan promoten. Met pompoenen gebeurt dit al wel, maar het kan ook met andere producten die niet meteen aan bederf onderhevig zijn.”
Ze willen hun verhaal over biologische tuinbouw graag vertellen voor het project Erf-tot-erf. Ze voelden zich door Milieudefensie in het verleden wel eens te veel op de grote hoop geschoven. Ook met de in hun oren soms agressieve toon van groene organisaties kunnen Mia en Adri zich ongemakkelijk voelen. Helaas is deze toon, geven ze toe, soms wel nodig. Bijvoorbeeld voor het uitbannen van de plofkip.
Wil je alle erfgesprekken lezen? Dowload het gratis e-book met alle gesprekken hier.
Geef een reactie