Het voeden van de groeiende wereldbevolking en tegelijkertijd de druk op natuur en milieu verlagen, is een uitdagende taak voor de mondiale landbouw. Wetenschappers van de University of Minnesota zien echter volop kansen om dit te doen binnen het huidige landbouwareaal. Dit stellen zij in een artikel dat half juli in Science verscheen.
De studie richtte zich op de gewassen die verantwoordelijk zijn voor niet minder dan 86 procent van de calorieën uit ons dieet, waaronder maïs, aardappelen, soja en tarwe, en daarnaast katoen. Hoewel deze gewassen nog geen 60 procent van het landbouwareaal innemen, verbruiken ze 92 procent van het irrigatiewater en circa 70 procent van alle stikstof en fosfor. Hiervoor worden dus disproportioneel veel hulpbronnen verbruikt.
De onderzoekers hebben een aantal aanknopingspunten geformuleerd, gericht op duurzamer gebruik van grondstoffen en het beschikbaar maken van meer voedsel. Ook hebben ze geanalyseerd waar die het meeste effect hebben. Zij vonden dat met name in de VS, Brazilië, Pakistan, India, China, Indonesië en in de EU grote mogelijkheden liggen voor verbetering.
“Met dit artikel zijn we een stapje verder gegaan dan eerdere studies die ingingen op manieren om de wereldbevolking duurzaam te voeden”, zei Paul West, hoofdauteur en werkzaam bij the Institute on the Environment’s Global Landscapes Initiative. “Door heel specifiek aan te wijzen wat we kunnen doen en waar, geeft de studie aan beleidsmakers precies die informatie die ze nodig hebben om te kiezen welke activiteiten de grootste winst opleveren.”
Zo kwamen zij uit bij drie overkoepelende oplossingen:
1. Vergroot de opbrengst op bestaand areaal
De huidige opbrengsten liggen 50 procent lager dan wat realistisch haalbaar is. Dit heet de yield gap. Door efficiënter gebruik van nutriënten en water en door meer rekening te houden met de locatiespecifieke omstandigheden, zoals het klimaat, grondwaterstand en grondsoort, kan deze kloof worden gedicht. De onderzoekers becijferden dat zo 850 miljoen mensen meer kunnen worden gevoed. De helft van deze extra productie kan worden bereikt op slechts 5 procent van het areaal, waarvan meer dan 90 procent in Afrika ligt.
2. Efficiënter gebruik van grondstoffen
Landbouw is de bron van zo’n 20 tot 35 procent van alle broeikasgasemissies, dankzij ontbossing, methaanemissies uit de rijstteelt en lachgasemissies veroorzaakt door kunstmestgebruik.
Kunstmestgebruik kan in vooral de VS, China en India eenvoudig worden teruggedrongen. De hoeveelheid stikstof kan met bijna 30 procent en fosfor met circa 20 procent verlaagd worden zonder dat opbrengsten er onder lijden. Nog meer voordelen zijn te behalen door een ander soort kunstmest te gebruiken, de kunstmest gerichter te plaatsen en het toedienen ervan beter te timen. Irrigatie in de landbouw telt bovendien voor circa 90 procent van ons totale waterverbruik. De onderzoekers laten zien dat efficiënter watergebruik 8 à 15 procent besparing kan opleveren zonder dat de opbrengsten verminderen. In Afrika zou dit zelfs tot 10 procent meer opbrengsten kunnen leiden.
3. Efficiënter gebruik van gewassen
De laatste oplossing is een bekende: minder vlees eten en minder voedsel verspillen. De calorieën uit gewassen die voor veevoer bestemd zijn, kunnen 4 miljard mensen voeden. De VS, China en West-Europa zorgen voor het leeuwendeel van deze vleesconsumptie.
Zo’n 30 tot 50 procent van het voedsel wereldwijd wordt verspild. Vooral het verspillen van dierlijke producten is funest: 1 kilogram rundvlees weggooien heeft hetzelfde effect als het verlies van 24 kilogram tarwe.
Het belang van deze oplossingen mag niet onderschat worden. West: “Gelukkig liggen de mogelijkheden om een mondiaal positief effect te bewerkstelligen geconcentreerd in enkele gebieden. Bedrijven, overheden en NGO’s kunnen hun inspanningen daadwerkelijk laten bijdragen […] door zich te richten op gebieden, gewassen en gebruiken waar de meeste winst valt te behalen.”
Lees ook: Beperken rundvlees en voedselverspilling goed voor klimaat
Geef een reactie