Bij Huis van de Wijk ‘t Blommetje in Amsterdam Nieuw-West kun je iedere woensdag groente, fruit en brood ophalen dat door de supermarkt niet meer mag worden verkocht. Maar je vindt er ook een bakkie en een goed gesprek. Zo gaat De Groene Kans voedselverspilling tegen én ontstaat een veilige plek voor mensen met de wind tegen.
Wie op woensdag langsgaat bij Huis van de Wijk ‘t Blommetje, helpt een handje mee. Een stuk of vijftien vrijwilligers, en de journalist ook. Het gaat vanzelf: we zetten stoelen op het gras, op anderhalve meter afstand, doen de buitenverwarming aan, tillen kratten met groente, fruit en brood naar de tafels, en vullen thermoskannen met koffie en thee. Er hangen vlaggetjes buiten en voor wie wil is er een donut. Of twee. Het is overzichtelijk druk buiten: mensen wandelen af en aan, gaan even zitten op de banken of in het gras, blijven keurig op afstand en maken praatjes met een mondkapje op.
Buiten staat een rocket stove, een duurzame kachel die de tuinbanken van het buurthuis verwarmt, droog onder een tweedehands zeil. Het hout voor de kachel krijgt het buurthuis van de bouwvakkers aan de overkant van de straat, daar zijn pallets over. Een kleine vrouw in traditioneel Hindoestaanse kleding is druk in de weer met een hakbijl. Het gaat prima: ze woonde lange tijd in Friesland en deed dit daar iedere dag.
Het is net een tuinfeestje. En dat is precies de bedoeling. “Een anderhalvemetertuinfeestje dan, hè”, zegt Maaike van der Linden, Coach GGZ in de Wijk bij Combiwel. “Wij zijn een doorstroomlocatie, dus het is hier veilig. We hebben het liefst ook vlaggetjes hangen. Oh, ze wapperen weg!” Samen met Kim Oomen, buurtwerker bij Combiwel, zette zij De Groene Kans op. In hun woorden: een platform voor het bevorderen van inclusie, samenwerking en sociaal ondernemerschap, onder de paraplu van duurzaamheid. Want, legt ze uit, duurzaamheid hoeft geen doel op zich te zijn. Bij De Groene Kans is het juist de sleutel tot ander goeds.
“We gingen van start aan het begin van de coronacrisis”, vertelt Maaike. “Kim had een deal met de Albert Heijn op het Osdorpplein. Zij doen fantastisch mee, want ze weten inmiddels ook dat we voedselverspilling tegen moeten gaan.” Brood, groente en fruit dat vanwege strenge houdbaarheidsdata door de supermarkten niet meer mag worden gekocht, kan worden opgehaald en uitgedeeld. Met de deelbakfiets van de buurt rijden vrijwilligers af en aan, tot de tafels op het gras bij ‘t Blommetje volliggen.
“We waren een paar keer bij de Voedselbank langs geweest”, vervolgt ze. “De sfeer is daar best grimmig. Dat kan anders, dachten we, als we duurzaamheid als middel gebruiken. Als je mensen vraagt of ze willen helpen voedselverspilling tegen te te gaan door wat mee te nemen, haal je alle stigma’s ervan af. Halen wordt helpen. De insteek is: we doen dit voor het klimaat, en daar heeft iedereen een goed gevoel bij. Zo wordt de drempel heel laag. De Groene Kans is van iedereen. Je hoeft geen Stadspas te laten zien of op een andere manier te bewijzen dat je wat nodig hebt. Het gaat bij ons helemaal om vertrouwen. Er zijn geen regels hier. Leer elkaar maar gewoon kennen.”
Een ander verhaal
De eerste paar keren was dat gebrek aan regels wel even wennen, leggen de vrijwilligers uit. Zeker tijdens de coronacrisis is brood op de plank lang niet voor iedereen vanzelfsprekend en waren buurtbewoners vaak bang om naar de winkel te gaan. Dus sloegen ze bij De Groene Kans hun slag. “Toen namen mensen veel mee. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor buren, voor vrienden, voor mensen thuis. Ze kwamen dan ontzettend vroeg al, om een uur of 8 ‘s ochtends omdat ze bang waren dat er misschien te weinig zou zijn voor iedereen. Of ze werden kwaad: die heeft meer dan ik! En die ook! Dan is het verleidelijk om toch regels op te stellen, maar dat hebben we niet gedaan. We worden niet boos, maar spreken mensen aan. Niet op het feit dat ze veel meenemen, maar door vragen te stellen (Waarom heb je zoveel nodig?) en te benadrukken dat het mooi zou zijn als iedereen vandaag wat kan meenemen. Je kunt ook niet zoveel in je eentje op voor het niet meer houdbaar is.” Er is geen politieagent nodig, maar een ander verhaal, zegt Maaike. “En dat verhaal hebben wij: over het samen delen en de duurzaamheid. We zeggen het tegen iedereen: fijn dat je het meeneemt.”
Inmiddels zit het idee van samenwerken en het delen er bij alle bezoekers goed in. Op eigen initiatief begonnen ze met een namenlijst, waardoor er voor iedereen genoeg is om mee te nemen en ze elkaar meteen wat beter leren kennen. Want vóór iedereen betekent bij De Groene Kans ook mét iedereen. “Elke week zijn er tussen de veertig en zestig mensen die komen en bijna iedereen helpt mee. Als je wilt delen, hoor je samen te werken, en pas als je samenwerkt kun je relaties opbouwen”, zegt Maaike. “Inmiddels beginnen mensen wel eens te zingen samen. En er ontstaan vriendschappen, mensen nemen ook andere dingen mee om te delen: zakken met kleren bijvoorbeeld, of eten van thuis. Er worden nu ook onderling taallessen gegeven, er zijn trainingen, haakclubs en een spaarkring waar je samen spaart voor wat je nodig hebt of samen voor iets dat we kunnen delen. Zo is duurzaamheid weer de sleutel.” De Groene Kans is voor sommige bezoekers zelfs de start van hun eigen zaakje: “Anka wilde een bedrijfje opzetten met gezonde smoothies”, vertelt Maaike. “Dat kan ze hier mooi uitproberen. Met de groente die we krijgen van de supermarkten, maakt ze iedere week een enorme pan vegetarische soep. Die delen we uit, natuurlijk.”
Wind tegen
“Het is altijd een project geweest ter bevordering van inclusie: we betrekken graag mensen met een kwetsbaarheid”, stelt Maaike. “Ik wilde met De Groene Kans in eerste instantie uitzoeken hoe we een vangnet kunnen bouwen in de wijk. Zeker nu, in de coronacrisis, is een plek waar mensen samen kunnen komen belangrijk. En dan niet door af en toe een straatfeest te organiseren. Dat gevoel moet er elke week zijn.” Want ook al is De Groene Kans voor iedereen, veel van de mensen die op woensdag langskomen hebben de wind tegen. Daarom werkt De Groene Kans samen met hulpverleners, die het buurthuis op woensdag ook bezoeken. Ilja Kleintjes, bijvoorbeeld, die werkt bij een ambulant behandelteam van GGZ inGeest. “Ik zie mijn cliënten hier en kan dan mooi even een praatje met ze maken. En ik kan aan andere cliënten vertellen dat De Groene Kans een veilige plek is, waar je welkom bent en als je wilt kunt meehelpen. Kijk, iedereen heeft wel wat. Het is mooi dat mensen uit de wijk en mensen met bepaalde problematiek elkaar hier ontmoeten.” Maaike vult aan: “Ilja heeft een talent voor het zien van behoeften bij mensen. Bezoekers die niet in behandeling zijn, maar wel een gesprek zouden willen hebben, weten haar nu ook te vinden.”
Volgens Ilja onderscheidt De Groene Kans zich, omdat ook professionals elkaar hier ontmoeten en de handen ineen slaan. “Het is een gelegenheid om vrijblijvend mensen uit de buurt te zien, maar óók vrijwilligers en hulpverleners. Zo kunnen we onderling netwerken.” Dat gebeurt veel te weinig in de wijkzorg, vindt ze. “Samenwerken is hard nodig, want het zijn lang eilandjes van hulpverleners geweest. Niemand hoeft bij De Groene Kans het wiel opnieuw uit te vinden. Omdat ik hier zo nauw samenwerk met de rest, doe ik ook meteen mee met het ontwikkelen van andere projecten.” Maaike knikt: “Ook voor ons geldt: iedereen doet mee. Met z’n allen zien we veel sneller wat er nodig is, en wat we kunnen organiseren.”
Wie ook klaarstaat op woensdagen is Gabriël van Team ED, dat mensen helpt met hun herstel vanuit ervaringsdeskundigheid. Met hem kunnen bezoekers een stuk wandelen en bij hem hun verhaal kwijt. “Mensen hebben heus behoefte aan buiten”, legt hij uit met een Amerikaans accent. “Ze moeten hun energie kwijt, in plaats van dagenlang achter allerlei schermen te zitten. Ik spreek met mensen die, bijvoorbeeld, in het verleden erg depressief waren. Tijdens de crisis vervallen mensen gemakkelijk in oude patronen. Ga naar buiten, buiten je eigen woning, heb sociaal contact!” Aansluiten bij de wandelgroep kan om 13 uur, nadat het eten is opgehaald. “Maar hé, we zijn flexibel. We wachten wel even. Dan kun je één op één wandelen, of samen. We kijken elke keer weer: waar zijn de behoeften? Dan passen we de wandeling aan. We krijgen zelfs mensen uit Diemen die hier komen wandelen! En uit de Baarsjes. Mooi hè? En dat mag gewoon: zoiets als De Groene Kans moet je ook niet exclusief maken.” Hij kijkt omhoog, naar de blauwe lucht, en laat zijn blik gaan over de mensen die inmiddels met volle tassen op stoeltjes in het gras zitten te praten. De vlaggetjes hangen weer. “We hebben echt mazzel met het weer vandaag! Anyway, I’m really proud. I’m really happy. Ze weten ons te vinden.”
Plots kijkt hij bezorgd naar de journalist. “Je hebt geen jas aan. Heb je het niet koud, Roos? Doe een jas aan! Be nice.”
Een nieuwe oma
“Je hoort op het nieuws dat iedereen vereenzaamt nu”, zegt Maaike. “Maar, weet je: ik vind de mensen die hier komen juist best wel veerkrachtig. Ik hoor niemand zeggen: ik trek het niet meer. En dat terwijl er ook veel mensen zijn met heel veel bagage. Ze worstelen zich erdoorheen. Die veerkracht is bewonderenswaardig.”
Dat je niet vereenzaamt bij De Groene Kans is na één bezoekje al goed voor te stellen. Achter de tafels met brood staat Eimy. Zij werkt iedere woensdag als vrijwilliger bij De Groene Kans. “Het is veel werk, maar ik vind het gewoon gezellig. Is er iemand ziek, ik sta stand-by. Het sociale contact, de praatjes, de mensen, hun verhalen… Het is mijn hobby geworden.” En dat zie je: mensen komen niet per se om een zak brood naar de tafel van Eimy. Af en toe, als het even rustig lijkt, loopt ze een rondje langs de bezoekers. Zachtjes vraagt ze mensen hoe het met ze is en wat ze nodig hebben. “Niet dat ik me met ze bemoei! Ik ben gewoon betrokken en nieuwsgierig. Ze noemen mij ook wel de burgemeester. Ik let gewoon goed op.”
Een andere vrijwilliger is alvast begonnen met opruimen. Hij heeft bij De Groene Kans zelfs een nieuwe oma opgedoken. “Ja! Zo gaat dat hier. Zodat de mensen zien van hé, je hoeft helemaal niet in een isolement terecht te komen. Ook niet in een coronacrisis, als je maar vanuit jezelf een beetje probeert onder de mensen te zijn. Als ze hier handen tekortkomen, help ik mee. En wie niet helpt, kan het weer waarderen dat ik dat wel doe.”
Een tweede Kans
Het succes van De Groene Kans bleef ook niet onopgemerkt aan de andere kant van de stad. Niet alleen pakten mensen de bus of de metro om in Osdorp een kopje koffie te drinken, ze namen de ideeën van De Groene Kans mee naar huis. “Dus er komt er nog een!”, zegt Maaike. Zij en Kim zijn in gesprek met de Hogeschool van Amsterdam en de Buurtcampus over een tweede locatie. “We kennen de bouwstenen van De Groene Kans nu”, legt Maaike uit. “We zetten duurzaamheid in voor verbinding en empowerment. Het zijn allemaal vreselijke woorden, maar het is wel waar. Waarom lukt het hier nou iedere keer zo goed? Je wordt hier opgevangen en dan gebeurt er wat. We zijn een groen hart, waar iedereen eigenaar van is.”
De meeste bezoekers staan op, en pakken hun tassen. Er is nog brood over en een paar gebakjes. “Pakken!” roept Maaike. “Het is voor iedereen!” Gabriel komt in beweging: “Ik heb een oude buurman, dus ik kijk even of er iets voor hem over is.”
Eimy stoot de journalist even aan en fluistert: “Ik ben zo trots op Kim en Maaike. De Groene Kans doet het zo goed. We helpen mensen. Met ons hart”
Puerto habana zegt
Er wordt helemaal niet opgelet, vrijwilligers duwen hun tassen vol met eten voordat de bezoekers mogen, dan mag de ene bezoeker meer dan de ander pakken, of pakt meer dan de ander en er wordt niets van gezegd, zodat er voor bezoekers als laatst op de lijst het minst is, die dan net zo veel mogen pakken en dan wel met argusogen omdat er nog wat overblijft voor de tweede ronde wat al weinig is waar de graaiers zich dan op storten in plaats van de mensen die ernaast grepen voorrang te geven , en dat noemen ze dan heel positief dat je dan toch nog wat hebt. En mbt hulpverlening geeft dat toch te denken als verzamelpunt om mensen te lokken voor hun eigen voer en instandhouding van hun banen. Prima pr verhaal om met populaire woorden te strooien de leiding is niet eerlijk en let niet op of wil niet opletten en kijken weg bij graaiers en gaan dat dan goed praten als je het onderwerp aansnijd zeggen dat het niet de voedselbank is terwijl ze dat tegen de graaiers moeten zeggen waardoor de laatsten minder hebben, zodat je gefrustreerd naar huis gaat durven ze het nog over sfeer te hebben terwijl ze door oneerlijkheid te laten gebeuren niet aan de randvoorwaarden voldoen om het gezellig te houden. Hele vreemde kromme manier van denken van hun.
Garvin miller zegt
I got this place to go from the buurt team. It’s my first time here and I feel so so welcome. My mental health is not very good after a very abusive 20 year relationship and I struggle with meeting people outside… The open space and laughter is helping me alot today… Thank you guys for everything that you do for the community.