Eet je wel eens een ei? Dan hoort daar een haantje bij. Af en toe dan. Ach, je kent het verhaal wel, van de bloemetjes en bijtjes, maar dan met kipjes en eitjes? In de legkippenhouderij wonen bijna nooit hanen, zodat er alleen onbevruchte eieren worden gelegd voor menselijke dissen en eierkoekfabrieken. Maar aan alles komt een eind, ook aan het leggen en leven van een kip. Waarna er middels de gunsten van de haan toch op een gegeven moment bevruchte eitjes moeten komen voor een volgende generatie legkippen.
Nu wil het geval dat de natuur uit die eieren, behalve de gewenste hennetjes, ook ongeveer evenveel haantjes aflevert. Onze industriële veehouderij blieft die broertjes van de legmeisjes niet omdat ze ‘niet goed bevleesd’ zouden zijn: daarvoor hebben we ander rassen, plofkip en aanverwanten. Dus gaan jaarlijks op hun eerste levensdag zo’n 45 miljoen haantjes in Nederland, 300 miljoen in Europa, de vergasser of hakselaar in om gevoerd te worden aan de leeuwen in de dierentuin. Mooie bestemming misschien, maar toch is er her en der een ongemakkelijk gevoel bij dat massale ombrengen van pril leven.
‘Zoek naar alternatieven mevrouw de staatssecretaris’, zei de Tweede Kamer. Die vond ze in Wageningen: we bouwen het fluor-gen van een kwal vast aan het geslachtshormoon van de haan. Dan leggen we de bevruchte eieren onder een lamp, waarna de dan lichtgevende eieren de mannetjes moeten zijn: hups, weg ermee, probleem opgelost. Maar niet heus, vond de Tweede Kamer, die dit geknutsel ook ongemakkelijk vond: exit lichtgevende kwalkip.
Nu is er dan toch een oplossing, zo simpel als het gezonde verstand al sinds de neolithische revolutie 10 duizend jaar geleden weet: opeten die leghaantjes, vanaf nu te koop van twee kippenbedrijven, waarvan één biologisch. Ze mogen tien tot twaalf weken blijven leven, waarna ze behoorlijk lekker zijn, kan ik u vertellen: een dag lang liep ik mee in de keuken van De Gulle Waard – uitverkoren tot Puurste restaurant van 2014. Ik heb daar recepten opgeschreven, plus een enkele uit de keuken van Bussink zelf. Sinds kort te raadplegen op www.comebackvanhethaantje.nl, inclusief de verkoopadressen.
- 1 leghaantje per twee personen
- 1 biologische citroen
- witte wijn
- handvol salie
- klont boter
- peper en zout
Ester van Aalst zegt
Beste Michiel,
Op de dag van de presentatie van de haantjes is nadrukkelijk verteld dat het fenomeen hakselaar niet bij de Nederlandse haantjes hoort. In Nederland worden ze wel vergast. De hakselaar is iets uit andere landen in de UK bijvoorbeeld. Omdat ik merk dat er vaak verhalen uit andere landen worden aangehaald over werkwijzes die hier ook zouden worden toegepast vind ik het belangrijk om het verhaal langs deze weg kloppend te krijgen. Ik was zelf aanwezig bij de presentatie bij Gullewaard in Winterswijk.
Michiel Bussink zegt
Beste Ester,
Dan hebben we samen haantjes zitten eten in Winterswijk! Je hebt gelijk dat ze in Nederland niet worden verhakseld. Maar wel in Engeland. Zoals het in het stukje staat, staat het dus niet verkeerd: ‘Dus gaan jaarlijks op hun eerste levensdag zo’n 45 miljoen haantjes in Nederland, 300 miljoen in Europa, de vergasser of hakselaar in…’ Voor de duidelijkheid was het misschien goed geweest dat uit te splitsen. Maar ja, zoals je ook tijdens de bijeenkomst hebt gehoord, is dat verhakselen misschien nog wel diervriendelijker (of minder dieronvriendelijk, zo je wilt), dan vergassen. Dat maakt het onderscheid toch ook weer wat minder relevant. Het beeld dat verhakselen oproept is minder prettig, dat speelt hierin vooral een rol.