Ik ga er een jaar tussenuit, en wel hierom.
Soms voel ik me een beetje een salonjournalist. Zo’n zeven jaar pendelde ik met een mislukte hogesnelheidstrein tussen een appartement in de ene stad, naar een kantoor in een andere stad. Soms voor een interview naar een ánder kantoor, in een ándere stad. Geroutineerd werden ondertussen stations om mij heen afgebroken en opgebouwd, maar nooit afgebouwd, met heel veel beton. Geen tostifabriek, zal ik maar zeggen. Looproutebordjes, vervangende haltes en gratis stationskoffie verzachtten het leed. Hoewel… leven in permanente grote infrastructurele projecten heeft toch bijwerkingen.
Op een gegeven moment wordt het namelijk steeds moeilijker om over de aarde te schrijven, als je je niet meer precies kan herinneren wanneer je voor het laatst grond onder je vingernagels had. Dus ik dacht: weg uit het beton. ’s Avonds wandelen langs een meer, overdag een stuk redigeren over het oppervlaktewater. ’s Avonds bramen plukken, overdag van je columnist horen dat dat eigenlijk niet mag. Mooie combi. Dus dat deden we.
Prima, behalve dat het vaker neerkomt op: ’s avonds hoopvol een opgerolde egel van het lokale asfalt plukken, overdag met wat minder hoop worstelen met de bouwput die milieu heet: RTRS, RSPO, TTIP, MSC, Nox, CO2, ANBI en APM. Allemaal zich telkens herhalende vraagstukken waarop binnen mijn leven nooit bevredigende antwoorden zullen komen. Het milieu leent zich daarom voor eindeloos publiceren. ‘Goed’ nieuws voor ons.
Achter die afkortingen zitten mensen. Wat daar staat is: soja, palmolie, vrijhandel, duurzame vis, vieze lucht, klimaatverandering, goededoelenwetgeving en nanotechnologie. Wat daar stáát is het verhaal van Nur Hidayati van WALHI, die uit Indonesië naar Europa vliegt om te waden door de politieke stroop, of van de groep die maanden aan de tostifabriek werkte, of de activisten die gezonde lucht bepleiten bij hun gemeentes. Prachtige verhalen.
Maar het is vast een goed idee pauze te nemen als je, ondanks dat meer, de bramen en die egel, steeds vaker een bodemloze bouwput vol afkortingen ziet, in plaats van de mensen erachter, de aarde eronder. Als je hoofd een soort molen vol milieubeton is, zeg maar.
En daarom, beste lezers, ga ik er een jaar tussenuit. Ik ga die aarde bekijken waar ik de afgelopen jaren over geschreven heb, het hoofd leegbikken, even iets heel anders doen. Vanaf volgend nummer is Freek Kallenberg, mijn zeergewaardeerde alleskunnende collega, uw hoofdredacteur van dienst. Voorzie ‘m van leuke tips, dan is ‘ie niet afkortingenmoe als ik terugkom.
Geef een reactie