Met de aangereden wolf in Luttelgeest werd het even heel duidelijk: de wolf komt terug. Nee, ís terug. We kunnen er maar beter aan wennen. Maar dan moeten we hem eerst beter leren kennen.
De ontvangstruimte van het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten in Naarden puilt uit van de journalisten, cameraploegen en radioverslaggevers. Ze komen verslag doen van de onthulling van de resultaten van het onderzoek naar de zomerhype van 2013: ‘de wolf van Luttelgeest’. Achter een tafel zitten vertegenwoordigers van de verschillende instanties en organisaties die zich de afgelopen maand hebben beziggehouden met het dier, dat dood werd gevonden langs de kant van een weg in het oosten van de Noordoostpolder. Ze tonen beelden en geven uitleg over het pathologisch onderzoek, analyses van gevonden uitwerpselen en bevindingen over de herkomst.
De nuchtere conclusie: het is een raszuivere wolf, die weleens helemaal vanuit Oost-Europa hier naartoe kan zijn komen lopen. De wolf is terug in Nederland. Zijn we daar klaar voor? Volgens Leo Linnartz, de spreekbuis voor Wolven in Nederland, hebben we niet veel te kiezen. “De vraag is niet óf een wolf naar Nederland komt, maar wanneer de volgende. Er is hier ruimte voor een toppredator, en als de wólf er klaar voor is, vestigt hij zich definitief.”
Sprookjes
Voor wolveninnederland.nl, een samenwerkingsverband tussen ondermeer ARK Natuurontwikkeling en Natuurmonumenten, was het geen verrassing. De website bericht al jaren over de opkomst van de wolf. “Het is belangrijk dat mensen die er straks mee te maken krijgen zich op feiten baseren en niet op fabels, en dat ze weten wat het voor hen betekent dat de wolf zijn leefgebied met hun deelt”, motiveert ecoloog en wolvenkenner Michiel van der Weide van Natuurmonumenten het initiatief. “Veel mensen kennen de wolf alleen uit sprookjes.”
Misschien wel daarom werd hier en daar vol ongeloof op de vondst van de dode wolf gereageerd, en zorgde het verhaal voor veel opwinding in de media. Zo werd uitgebreid gesproken over de theorie van Evert Menkveld, secretaris van Faunabeheer Flevoland. Poolse seizoensarbeiders die in de polder werken, zouden het dode dier hebben meegenomen uit hun thuisland en in de berm van de weg hebben neergelegd als grap. Maar anders dan bij andere ‘zomerdieren’ die de media dagenlang in hun greep hielden – de ‘poema’ op de Veluwe (uit de kluiten gewassen poes), de ‘anaconda’ die door Asperen kronkelde (een inheemse ringslang) en een krokodil in een vijver in Arnhem (opgezet) – ging het dit keer dus echt om een spijkerharde primeur.
“Er zijn geen aanwijzingen op het lichaam gevonden die er op wijzen dat het is vervoerd. Het dier is niet diepgevroren geweest en het bloed was vers. Het is misschien een eind lopen voor een wolf uit de Karpaten, maar het is met de auto ook gewoon twee dagen rijden, hoor.”
Zwerftocht
Dat een wolf lange afstanden kan afleggen, bewijst ‘Alan’. “Een jonge wolf die een zender om had gekregen, zodat al zijn bewegingen konden worden gevolgd.” Een zigzaggende lijn op een kaart achter Linnartz laat de route die Alan liep tijdens zijn zwerftocht zien: van het zuidoosten van Duitsland, dwars door Polen, naar Wit-Rusland. “Als de wolf deze afstand had afgelegd in tegenovergestelde richting, was hij in Nederland terecht gekomen.”
Na een periode van uitroeiing die duurde van de Middeleeuwen tot in de negentiende eeuw, is de wolf bezig met een indrukwekkende herkolonisatie van grote delen van Europa. Een grafiekje achter de sprekers laat zien hoe het aantal roedels in Duitsland spectaculair toeneemt sinds de herintrede van het roofdier in dat land in 2000. Ook in andere landen – Polen, Italië, Spanje, Frankrijk en Zweden – groeit het aantal. Van der Weide: “Waarom zou er nou niet eens een wolf naar Nederland komen lopen? Het is een optimistisch dier, dat op zoek gaat naar zijn kansen.”
Afschieten
Toch wordt niet iedereen blij bij de gedachte dat wolven hier hun kansen zoeken. Tweede Kamerlid Johan Houwers van de VVD (inmiddels opgestapt) liet een week na de vondst al weten dat hij vond dat serieus moet worden overwogen wolven af te schieten. “Hoe zit het straks met de volksgezondheid en de verkeersveiligheid?”, vroeg hij zich af tegenover het ANP. Geert Groot Bruinderink, onderzoeker van Alterra, denkt dat het zo’n vaart niet loopt. “De eerste wolf is nu een feit, maar het zal nog wel even duren voor hier hele roedels leven. En kennelijk heeft deze wolf zover Nederland in kunnen komen en een tijdje rondgelopen, zonder dat een boer heeft gemeld dat één van zijn schapen is vermist of gedood.”
Mocht het toch zo ver komen dat een wolf in Nederland problemen veroorzaakt, dan is afschot niet de oplossing. “Afschieten van wolven is gewoon strafbaar, het is een internationaal beschermd dier”, meent Linnartz. “Het is aan de wolf om te bepalen waar hij wil leven. We moeten de wolf de ruimte geven. Ons er niet tegen verzetten, maar ons voorbereiden. We hoeven in de moderne tijd echt niet bang te zijn voor wolven.”
Wolvenplan
Deze en andere bevindingen zullen te lezen zijn in het ‘wolvenplan’, dat de instanties die vandaag aan tafel zitten in voorbereiding hebben. Daarin geven ze hun opdrachtgevers – het Ministerie van Economische Zaken, het Interprovinciaal Overleg en het Faunafonds – adviezen over wet en regelgeving, communicatie en schadepreventie. Ook boeren en landbouworganisaties zijn nauw betrokken bij het plan, dat er naar zal streven mens en wolf vreedzaam te laten samenleven. Volgens Linnartz kunnen we daarbij veel leren van onze buren. “Schapen en ander vee kun je effectief beschermen, zo blijkt al in Duitsland waar ze ook hebben moeten wennen aan de komst van de wolf.” Bijvoorbeeld door kuddewaakhonden in te zetten of schrikdraad op te hangen. “Wel laag bij de grond, anders kruipt hij er onder door.”
In de tussentijd waait de hype weer over, en gaan we over tot de orde van de dag. Waar de wolf nu ook echt weer bijhoort.
Geef een reactie