Tuur Sinke komt in de klimaatbeweging heel weinig andere mbo’ers tegen. “Stap één is om de ogen van de hogeropgeleide mensen in de klimaatbeweging te openen: we zijn niet zo inclusief als we denken.” En daar is Tuur mee bezig.
Op de middelbare school organiseerde Tuur Sinke klimaatacties bij Fridays For Future. Toen hij naar het mbo ging, zocht hij een nieuwe organisatie om zich bij aan te sluiten. Eerst bracht hij met MBO for Climate een groep mbo’ers bij elkaar om zélf klimaatacties te organiseren. Maar aansluiting vinden bij de klimaatbeweging: dat viel nogal tegen. “Het werd een ‘kijk hoe inclusief wij zijn’-ding. We werden wél gevraagd om actie te voeren met onze vlaggen, stickers en flyers, maar niet om te helpen organiseren. En ik merkte wel dat verwacht werd dat stukken schrijven of andere dingen waar veel denkwerk voor nodig is, niet iets voor mij was.” Nu probeert hij het vanuit de andere kant: “Infiltreren, haha! En mensen bewust maken van het probleem. Er zijn echt wel mensen met vooroordelen over mbo’ers, die zitten diep. Maar dat is niet de groep waar ik me op ga richten.”
Waar komt het door dat er zo weinig mbo’ers bij de klimaatbeweging zitten?
“Ik denk dat er veel redenen voor zijn. Het begint al heel vroeg: op de middelbare school. Op het havo en vwo zijn de lessen over klimaatverandering karig, maar ze zijn er vaak wel, in tegenstelling tot op het vmbo. Daarnaast heb je als je hoogopgeleid bent automatisch meer privileges: meer geld – na hun studie verdienen mbo’ers gemiddeld minder – en meer tijd. Als mbo’er ga je fulltime naar school of loop je stage, dat maakt doordeweeks actievoeren veel moeilijker dan voor studenten van de universiteit. Zij hebben meestal doordeweeks ook vrije dagen en hoeven vaak geen stage te lopen. Daar komt bij dat mbo’ers jonger zijn dan hbo- en wo-studenten en vaak niet op kamers wonen maar bij hun ouders, vaker op plekken met slechte ov-verbindingen ook. Mbo-scholen staan verspreid over heel Nederland, niet alleen in de grote steden waar de klimaatacties zijn.
Én ik denk dat de klimaatbeweging als geheel elitair en hoogopgeleid is. Die is op veel fronten – ook als het gaat om mensen van kleur, bijvoorbeeld – niet zo inclusief als zou moeten! Soms kom ik op een actie en is er een heel lang gesprek over welke havermelk het beste is om cappuccino mee te maken. Is dat nou waarom we hier zijn? Het bevestigt alleen maar het stereotype van elitaire klimaatactivist. Er wordt altijd gezegd: iedereen is welkom! Maar dat is niet genoeg. Je moet actief op zoek gaan naar de redenen waarom mbo’ers zich niet welkom voelen. En als er dan wél een mbo’er betrokken wordt, wordt heel erg de nadruk gelegd op die persoon. Ik word vaak benaderd, wat natuurlijk fijn is want dan hebben mbo’ers meer een stem, maar ik zit in een hoogopgeleide bubbel. Mijn ouders zijn hoogopgeleid en veel van mijn vrienden ook. Ik praat alsof ik hoogopgeleid ben, dus mijn stem willen ze wel horen. Maar kritisch kijken naar hoe er bij hun acties meer mbo’ers komen – meer dan alleen Tuur! – is vaak te veel gevraagd.”
Vind je het vervelend dat we nu weer bij jou uitkomen?
“Ik heb daar veel over nagedacht. Toen ik begon met me hier over uitspreken, werd ik algauw degene die gevraagd werd om er voor andere organisaties over te spreken. Een soort token mbo’er. Ik vond speechen eerst ook doodeng en heel stom. Maar misschien is dit nu even mijn rol, mensen bewustmaken van het probleem. Als ik ergens kom spreken of iets dergelijks, horen ze weer een verhaal dat ze misschien nooit eerder hebben gehoord. Als ze vinden dat ik het goed onder woorden kan brengen, kan ik een soort tussenpersoon zijn. Nou ja, dan moet ik dat maar doen. In andere dingen, zoals acties waarbij je gearresteerd kan worden, ben ik juist niet zo goed.”
Je gebruikt zelf de termen hoogopgeleid, theoretisch opgeleid, laagopgeleid en
praktisch opgeleid door elkaar.
“Ja klopt, mij maakt het niet zo veel uit. Ik heb een keer meegemaakt dat dit probleem op een klimaatweekend ter sprake kwam. Ik zei: ‘En ik als laagopgeleid iemand’, en iemand die hbo of wo deed, corrigeerde me. ‘Volgens mij kan je beter praktisch opgeleid zeggen.’ Toen dacht ik: dit is precies het probleem! Ik ben iets aan het vertellen en jij zegt dat hoe ik mezelf noem niet oké is.”
Wat voor stappen kan de klimaatbeweging zetten om inclusiever te worden voor
mbo’ers?
“Stap één is om de ogen van de hogeropgeleide mensen in de klimaatbeweging te
openen: we zijn niet zo inclusief als we denken. Daar zijn we nu mee bezig. Daarna kunnen we ervoor zorgen dat we het echt met z’n allen gaan doen. Een heel belangrijke stap is de toegankelijkheid. Er bestaat een beeld van de klimaatbeweging dat je er pas bijhoort als je de juiste taal gebruikt, geen vlees eet, het liefst vegan bent, nooit vliegt, et cetera. En je moet meteen alles van de klimaatcrisis afweten. Dat is natuurlijk onzin. We moeten ophouden met dat promoten. Als je je uitspreekt, doe je al heel wat. Ik denk dat het vooral belangrijk is dat we met z’n allen in actie komen, dat er plek is voor mensen die iets willen dóén. Ik vind dat we veel te veel aan het praten zijn met elkaar. Natuurlijk is het goed om na te denken over waar je voor staat, welke acties je doet, met welke klimaatgroepen je wil samenwerken. Maar we moeten af en toe ook gewoon lekker actievoeren en het is niet erg als het allemaal niet perfect is. En een belangrijke: er wordt nu van alles georganiseerd bij universiteiten en hbo’s, maar dat kan ook bij mbo- en vmbo-scholen. De Jonge Klimaatbeweging (JKB) is daar al heel goed mee bezig, daar hebben ze mij ook bij betrokken.”
Zijn veel mbo’ers bezig met het klimaat?
“Ja, bijna iedereen die ik ken, maar allemaal op hun eigen manier. Net als bij de
theoretisch opgeleide mensen zitten er altijd een paar tussen die zeggen: ach, de wereld is toch al naar de klote, wat maakt het nog uit? Ik denk dat er een enorm gat zit – nou ja, natuurlijk zit er in de samenleving een enorm gat tussen hoogopgeleiden en praktisch opgeleide mensen – maar het klimaatprobleem iets is dat iederéén ziet en voelt. De grote groep mensen die we nu niet aanspreken, maar die zich wel heel veel zorgen maakt, daar moeten we ons veel meer op focussen.”
Kiek zegt
Wat een goed stuk! Helemaal waar en werk aan de winkel dus-waar zijn de lespakketten? En actief mentoren op scholen benaderen.
Sietske zegt
Wat een goed stuk! Er is zeker een grote groep die niet aangesproken wordt, maar wel een mening heeft, wat gemiste kansen zijn. Ga zo door, Tuur!