Doemscenario’s van “vogelgehaktmachines” en door onderwatergeluid gedesoriënteerde zeezoogdieren zorgden ervoor dat niet iedereen enthousiast was over het plaatsen van windmolenparken op zee. Inmiddels zijn in aan de Noordzee grenzende landen diverse studies naar de effecten van windmolenparken op het mariene ecosysteem gedaan. Vandaag deel 3: wat zijn de gevolgen voor zeezoogdieren, vogels en vleermuizen?
“Vogelgehaktmachines? Nee, dat zijn windmolens niet”, zegt Mardik Leopold, onderzoeker bij onderzoeksinstituut IMARES. Windmolens in zee hebben twee effecten zegt hij: vogels vliegen ertegenaan en gaan dood. Dat gebeurt. Het andere effect is dat vogels niet in de buurt van het park durven te komen, wat habitatverlies betekent. De vraag die de wetenschapper probeert te beantwoorden is wat dit betekent op populatieniveau.
Er is maar een gering aantal waarnemingen van vogels die zich doodvliegen tegen een windmolen. Dat komt omdat de parken met helder weer goed te zien en bereiken zijn, maar met slecht weer niet. “En dat is voor vogels natuurlijk hetzelfde, met goed weer zien ze de molens van verre, maar met slecht weer pas op het laatst. Je weet niet wat er dan gebeurt”, aldus Leopold.
Modelleerstudies
De onderzoekers proberen op verschillende manieren meetbaar te maken wat er in de perioden gebeurt wanneer er niet rechtstreeks geobserveerd kan worden. Onder andere door radars in te zetten. Verder worden er veel modelleerstudies gedaan.
“Uit die studies blijkt dat het om enkele duizenden doden gaat, waaronder veel spreeuwen en vinken. Dit lijkt veel, maar stelt op populatieniveau weinig voor”, legt Leopold uit. Maar, zegt hij, “voor soorten met een kleine populatie, zoals roodkeelduikers, grote jagers of bijvoorbeeld kleine zwanen die van Noord Holland naar Engeland vliegen is elke dode er één.”
Duikplank
Er zijn ook positieve effecten. Aalscholvers hebben leren omgaan met de draaiende wieken en gebruiken het opstapje en trapje langs de windmolenpaal als duikplank en als ze uit het water komen om hun veren te laten drogen. “Deze vogels hebben iets nodig om op te zitten en normaal gesproken vind je dat zo ver uit de kust niet”, zegt Leopold.
Het aantal windmolens dat nu in de Noordzee staat, lijkt geen groot probleem te vormen voor vogels. Er staat echter nog een flink aantal parken op de planning. Nog ongewis is of, en met welk aantal windmolens er wél problemen gaan ontstaan. Scheepvaart concentreert zich buiten de parken.
“Het doemscenario is dus eigenlijk dat je je als vogel straks ofwel in een windmolenpark, ofwel in een scheepvaartroute bevindt”, legt Leopold uit. Volgens hem wordt het spannend wanneer er twintig windmolenparken staan. “Gelukkig worden die één voor één gebouwd, zodat we steeds kunnen volgen wat de effecten zijn en er een mogelijkheid is te stoppen wanneer er sterke negatieve effecten blijken te zijn”, zegt hij.
Zeezoogdieren
Uit verschillende studies blijkt dat het excessief harde onderwatergeluid dat geproduceerd wordt tijdens het heien bruinvissen en zeehonden in een gebied van honderden vierkante kilometers verstoort. Zeezoogdieren mijden in deze fase het park.
Van het park in werking lijken de dieren echter veel minder last te hebben dan verwacht. Het draaien van de windmolens geeft geluid en een zekere trilling. Uit een studie naar bruinvissen bleek al dat er meer akoestische activiteit binnen het gesloten gebied werd gehoord dan daar buiten, waaruit geconcludeerd zou kunnen worden dat bruinvissen het park in ieder geval niet mijden.
Zeehonden op bezoek
Onlangs werd een opmerkelijke studie gepubliceerd in het tijdschrift CurrentBiology. Daarin blijken 11 van de 138 met een gps-zender uitgeruste zeehonden actieve windmolenparken te bezoeken.
In dit filmpje is te zien hoe een zeehond in een kaarsrecht rasterpatroon van turbine naar turbine zwemt. Bij bepaalde turbines komt de zeehond tijdens verschillende trips weer terug.
“Het dier trekt van windmolen naar windmolen, alsof hij ze stuk voor stuk checkt op foerageermogelijkheden en stopt bij bepaalde turbines om er te jagen op vis”, vertelt Deborah Russell, onderzoeker aan de Schotse University of st. Andrews, aan BBC Nature. De onderzoekers verwachten dat wanneer de zeehonden gewend raken aan de parken, het aantal zeehonden dat er op de hogere concentraties vis jaagt toe zal nemen.
Vleermuizen
Verrassend is dat ook vleermuizen worden aangetroffen in de windmolenparken. Het is niet precies duidelijk of die vanaf het vaste land naar de parken toevliegen om er te foerageren en dan terug vliegen naar het vaste land, of ze in een wijde migratieroute parallel aan de kust de parken passeren, of dat ze de Noordzee over vliegen en richting Engeland migreren. Een laatste optie is dat de dieren vanuit een slaapplaats in de parken uitvliegen, maar daar zijn geen aanwijzingen voor gevonden. Naar de effecten van de turbines op zee op vleermuizen is nog weinig onderzoek gedaan.
Over de reactie van vleermuizen op een windmolen aan land is er meer bekend. In een filmpje is te zien hoe Amerikaanse onderzoekers met een thermale infrarood camera het vlieggedrag van vleermuizen rond windturbines vastlegden. Daarin is te zien dat vleermuizen de draaiende windmolens niet simpelweg passeren, maar er foerageren en dan (dodelijk) geraakt worden door de draaiende wieken.
Twee kanten
Waar het effect van windmolens op bodemleven en de visgemeenschap positieve kanten lijkt te hebben, zijn de effecten ervan op zeezoogdieren, vogels en vleermuizen dramatischer. Het onderwatergeluid wat geproduceerd wordt met het heien is voor zeezoogdieren een probleem, hoewel voor hen de effecten in de fase waarin het park draait positief kunnen uitpakken. Voor veel vogels lijkt de schade minder dramatisch als door sommigen werd voorspeld.
De effecten op vleermuizen kunnen erg dodelijk zijn, maar hierover is nog veel onduidelijk omdat onbekend is waar de vleermuizen die er worden waargenomen vandaan komen. Voor zowel vogels als vleermuizen en zeezoogdieren, is het nog onzeker wat de effecten van het geplande aantal windmolens zal zijn.
Eerdere afleveringen
Geef een reactie