Dat vindt Jürgen Holzapfel, granenboer en initiatiefnemer van de zaaigoedcampagne.
In Europa woedt een strijd om zaden uit eigen oogst te kunnen blijven gebruiken en uit te wisselen. Want zaden die niet op de Europese registratielijst staan, worden illegaal zodra ze je erf verlaten. De Europese controle op verspreiding van ongeregistreerde zaden moet steviger, vinden zadenmultinationals. “Ik weet niet of wat hier gebeurt wel allemaal mag”, merkt een bezoeker daarom halfgrappend op bij zadenruilbeurs Reclaim the Seeds die begin maart in Amsterdam plaatsvindt.
Jürgen Holzapfel is er een van de sprekers. Hij zette een collectieve granenboerderij in het Duitse Mecklenburg op, en startte een campagne voor zadensoevereiniteit. Hij wil daarmee ook een einde maken aan het gebruik van gentech in de landbouw, aan het uitgeven van patenten op plantenrassen, en aan de energie-intensieve teelt van deze tijd.
Wat is zadensoevereiniteit en waarom is het belangrijk?
“Het begrip is ontstaan bij boeren in Latijns Amerika, Afrika en Azië die de stap naar geïndustrialiseerde landbouw niet hebben gezet. Zij leven van een kleinschalige landbouw, met rassen die sinds lang in hun streek werden verbouwd en behouden. Zaadsoevereiniteit gaat over het recht om zaden te kweken en uit te wisselen, zonder dat deze gepatenteerd of genetisch gemanipuleerd worden door grote agribedrijven. Zaden en biodiversiteit zijn een publiek goed.
Maar in Europa zijn we mijlenver verwijderd van zaaigoedsoevereiniteit. De zaden die op de markt komen vereisen veel kunstmest en bestrijdingsmiddelen, wat veel energie kost en het bodemleven vernietigt. Niet toevallig is de zadenindustrie grotendeels overgenomen door de chemische industrie. Aan de middelen die ze met de zaden verkopen, wordt meer verdiend dan met de zaden zelf.
Wij willen van dit industriële model af. Dat kan door oude, aan de regionale omstandigheden aangepaste zaden te verbeteren zodat ze beter tegen onkruid zijn opgewassen, onafhankelijk van chemische producten. Maar in boerenorganisaties is dit nog helemaal geen discussiepunt.”
Draagt biologische landbouw bij aan zadensoevereiniteit?
“De biolandbouw van vandaag gaat juist naar industrialisatie toe. Kleine boeren in Polen gebruiken geen chemische middelen, want die kunnen ze niet betalen. Toch noemen zij zich niet biologisch. Maar de manier waarop zij boeren draagt juist wel bij aan zadensoevereiniteit. De biologische landbouw in Europa doet dat niet. Dat verandert als sociale en regionale criteria weer onderdeel worden van de biologische landbouw. Zodat de lokale verwerking, en aanpassing van de zaden aan de streek, weer een doel zijn. Boeren hebben daarvoor de middelen niet meer. Daarom kopen ze de zaden. Dat is de afhankelijkheid die je krijgt, als je specialiseert en met twee man 100 hectare moet bewerken.”
Die ideale landbouw die u nastreeft, hoe economisch vatbaar is die?
“Zeer, als je de tussenhandel eruit haalt. De boer krijgt maar een heel klein deeltje van wat de consument betaalt. De consument moet weten dat zonder zijn medewerking een gezonde landbouw niet mogelijk is. Hij kan zeggen: ‘Oké, ik haal de oogst van deze groente, voor honderd personen, en we verdelen die onder ons.’ Dan ontstaan er nieuwe relaties.”
De consument die gewend is dat groente in ijswater gewassen en voorverpakt voor hem klaarstaat in de supermarkt of thuis wordt gebracht, hoe krijgt u die zover?
“Als mensen de boodschappen zelfs laten bezorgen, dan hebben ze heel veel stress in hun leven. Steeds meer mensen merken dat ze ziek worden van zo’n leefsituatie, waarin ze geen tijd meer hebben voor iets wat heel belangrijk is. De belangstelling van mensen uit de stad voor zaaigoed, en voor wat wij op onze oude-granenboerderij doen, neemt toe. Mensen voelen dat dit iets essentieels is. Daar heeft gentech aan bijgedragen, mensen dachten: ‘Dat wil ik niet’. Die mensen moeten gesteund worden, bijvoorbeeld door het opzetten van kleine gemeenschappelijke tuinen in de stad.”
Waarom gaat Europa zadensoevereiniteit tegen?
“De Europese Commissie werkt sinds 2008 aan een geharmoniseerde zadenwetgeving voor Europa. Dit jaar moeten de nieuwe regels van kracht worden. Het officiële doel is de bureaucratie te verminderen. Maar de harmonisering dient vooral de belangen van de grote zadenbedrijven. Alle zaden moeten tegen een hoge vergoeding worden ingeschreven in een Europese catalogus. Daarop komt verscherpte controle. Ik noem dat het invoeren van een Europese zaaigoedpolitie. Want planten die niet in de catalogus staan mogen niet meer uitgewisseld worden.
Na veel protest is er een uitzondering gekomen voor oude soorten die men in stand wil houden, de zogenaamde conservation varieties.”
Een mooie oplossing voor oude gewassen?
“We hebben die oude rassen hard nodig om af te komen van de energie-intensieve landbouw. Dat kan niet met deze regeling. Die gaat eraan voorbij dat zulke zaden ook een economische betekenis kunnen hebben. Alleen de heel kleine hoeveelheid die nodig is om de soort te behouden, mag verbouwd worden. En de soort moet evengoed tegen hoge kosten en veel rompslomp worden ingeschreven.
Europa wil een model zijn voor de wereld, en landbouwkennis exporteren. Dan moeten we juist hier beginnen met een andere oriëntatie van onze landbouw.”
Geef een reactie