Op korte termijn zijn milieucampagnes vaak succesvol, toch stevenen we ondertussen af op een klimaatramp. Tijd voor herbezinning en een duidelijke agenda voor de toekomst, vindt Mike Childs, campagneleider van het Big Ideas Project. Hierin werkt het Britse zusje van Milieudefensie hard aan een routekaart naar een duurzaam en gezond leven voor iedereen.
“Hoe kunnen we recht doen aan het feit dat we de slimste soort ooit zijn in plaats van te leven als idioten?” Met deze vraag als uitgangspunt startte Friends of the Earth Engeland, Wales en Noord-Ierland (FOE EWNI) twee jaar geleden het project Big Ideas That Change the Future. Dit onderzoek naar de grote vragen en trends van deze tijd moet uitmonden in een Roadmap to the Future, een inventarisatie van de veranderingen die nodig zijn om een wereld te bereiken waarin een prettig en gezond leven voor iedereen mogelijk is. De uitkomst hiervan dient vervolgens als input voor de toekomstige campagnes en activiteiten van FOE EWNI. Omdat ook Milieudefensie momenteel druk doende is om de doelen en strategie voor de komende tien jaar vast te stellen, ging ik begin juni samen met een aantal collega’s op bezoek bij het Londense hoofdkantoor van onze Britse zusterorganisatie.
FOE EWNI is met ruim 100 duizend donateurs en tweehonderd lokale afdelingen een van de grootste organisaties binnen het wereldwijde Friends of the Earth-netwerk (waartoe ook Milieudefensie behoort) en wordt gezien als inspirerend en succesvol. Zo wist ze onder andere met de campagne The Big Ask in 2008 een klimaatwet af te dwingen die Engeland verplicht tot klimaatbeleid. Een succes dat wereldwijd navolging kreeg. Ook in ons land, waar Milieudefensie – overigens tevergeefs – campagne voerde voor een klimaatwet.
Impact
Toch vormde deze succesvolle klimaatcampagne, gecombineerd met de deceptie van de klimaatconferentie in Kopenhagen, mede de aanleiding voor dit omvangrijke onderzoeksprogramma, zegt Mike Childs. Hij was destijds campagneleider van The Big Ask en nu projectleider van het Big Ideas Project. “De verslagenheid na de mislukte top in Kopenhagen was groot”, zegt Childs in de koffiehoek van het van activiteiten bruisende hoofdkantoor in Londen. “We stevenen af op een klimaatramp, maar de regeringsleiders slagen er niet in dit in te zien, laat staan de noodzakelijke maatregelen te nemen. En de milieubeweging is niet in staat deze af te dwingen. We hebben niet de impact die we willen en doen dus blijkbaar iets verkeerd.”
Een van de problemen volgens Childs is dat campagnes zich vooral richten op kortetermijnuitdagingen, op actuele kwesties zoals het tegengaan van fracken, het sluiten van een kolenmijn, het tegenhouden van een nieuwe weg of startbaan. Daarbij behaalt de milieubeweging regelmatig succes.
Dat is mooi, maar tegelijkertijd worden de grootste problemen, zoals klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en ongelijkheid, alleen maar groter. Waarom? Omdat we ons niet, of niet genoeg, bezig hielden met de langetermijnuitdagingen, zegt Childs: “Als we dit willen veranderen – en erkennen dat het een probleem is – moeten we een stap terug zetten en naar het grote plaatje kijken. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in de huidige samenleving, hoe verschuiven de machtsverhoudingen, enzovoorts? Om van daaruit vast te stellen waar wij als Friends of the Earth kunnen ingrijpen en het verschil kunnen maken. Is dat in de economie, de toekomst van de stad, vrouwenempowerment, in gemeenschapsenergie?”
Tijd voor conclusies is het echter nog niet. De onderzoeken zijn nog in volle gang en beslaan maar liefst twaalf thema’s gebaseerd op de belangrijkste maatschappelijke trends, zoals verdere integratie van de wereldeconomie gekoppeld aan grotere instabiliteit, toenemende economische ongelijkheid, bevolkingsgroei in met name steden, de ecologische crises en versnelde ontwikkeling van nieuwe technologieën. De onderzoeksvragen die hieruit zijn gedestilleerd beslaan een zeer breed palet. Enkele voorbeelden: hoe kunnen we ervoor zorgen dat steden de motor worden van positieve sociale, economische en ecologische veranderingen? Hoe vinden we een ander fundament voor onze identiteit dan ons consumptiepatroon? Draagt het bevorderen van vrouwenrechten bij aan duurzaamheid? Hoe maken we het bedrijfsleven groener? En hoe zijn in het verleden grote veranderingen tot stand gekomen?
Empathie
Aan deze laatste vraag is tijdens ons bezoek aan Londen een hele conferentie gewijd. “Dit komt deels voort uit wanhoop”, licht Childs toe. “We moeten echt vol inzetten op de transitie van fossiel naar duurzaam. We hebben een inspanning nodig als de eerste landing op de Maan, of de omschakeling van de Britse economie tijdens WO II. De vraag die we op het congres willen beantwoorden is: wat gebeurde er in de grote veranderingen die in de geschiedenis plaats hebben gevonden – denk aan de afschaffing van de slavernij – in de manier waarop mensen denken en leven en wat kunnen we leren van zulke transformaties. Als beweging ontberen we die historische blik vaak en kijken we niet verder dan enkele jaren terug.”
Op de conferentie met presentaties over heel verschillende onderwerpen, van de afschaffing van de slavernij, de snelheid van energietransities tot de voorbeeldrol van Koningin Victoria voor rechten van vrouwen, wordt onder meer duidelijk dat grote veranderingen alleen plaatsvinden als ze verschillende groepen mensen aanspreken en als ze aansluiten bij veranderende waarden en normen in een samenleving. Ook in het Big Ideas Project is relatief veel aandacht voor de vraag hoe mensen denken over de wereld, hoe je de waarden en normen van mensen kunt veranderen.
Volgens Childs is dit een blinde vlek van links en ook van de milieubeweging, terwijl rechts hiervoor niet terugschrikt. “Het onderwijssysteem in Engeland is erop gericht van kinderen consumenten te maken. Niet om ze te scholen tot zelfbewuste creatieve individuen. Dat is het succes van rechts! Daarom onderzoeken wij onder meer de rol van empathie. Hoe kan het onderwijs veranderen zodat kinderen leren empathisch te zijn, zodat ze weer om elkaar en hun omgeving geven? Dat ze leren inzien welke impact onze manier van leven, onze consumptie, heeft op de natuur en het leven van mensen in andere delen van de wereld? Dat vraagt om een ingrijpende wijziging in onze manier van denken. Wij onderzoeken hoe je dat kunt integreren in het onderwijs.”
Anders framen
De week voor ons bezoek aan Londen hebben de conservatieven in Engeland echter met een overweldigende meerderheid de verkiezingen gewonnen. De verslagenheid bij de medewerkers op het FOE-kantoor is zichtbaar groot. “Het heeft een enorme impact”, zegt Childs. “Hun agenda, de ideologie van een kleine overheid, individualisme, consumentisme zal nog dominanter worden in onze cultuur en ons onderwijs. Dat is precies wat we niet willen.”
Maar de campaigner in hem ziet desondanks mogelijkheden. “De ideeën van gemeenschap en de waardering van het landschap en de natuur zijn ook onderdeel van het denken van conservatieven. We zullen een aantal van onze doelstellingen dus anders moeten ‘framen’. We zullen een verhaal moeten vertellen dat verschillende mensen aanspreekt. Niet alleen de mensen die er al van overtuigd zijn dat we een radicale omwenteling moeten maken. Daarin moet we echt beter worden. Vergeet niet dat neoliberaal rechts ook een plan en agenda had om onze manier van denken en doen te veranderen. Waar is ons plan, waar is onze agenda? Hoe gaan wij de manier waarop mensen de wereld zien veranderen?”
Maar kun je 25 jaar campagne voeren om waarden te veranderen, vraag ik Childs? “Waarom niet? De denktanks en promotors van het neoliberalisme hebben het gedaan, en met succes. Daarvan kunnen we veel leren. Wij hebben als netwerk daar de expertise niet voor, daaraan moeten we dus gaan werken.”
Volgens Childs moeten we daarbij ook goed kijken welke veranderingen en alternatieven er in de maatschappij al aanwezig zijn. Als voorbeeld noemt hij de opkomst van de deeleconomie. Die heeft zeker ook zijn schaduwkanten, denk aan de discussies over taxidienst Uber en kamerverhuurplatform Airbnb, maar biedt ook vele mogelijkheden om andere waarden en ideeën over eigendom en economie te promoten. Childs: “Seoul in Zuid-Korea bijvoorbeeld, noemt zichzelf een delende stad en helpt en faciliteert deelbedrijven en activiteiten. Je kunt kijken hoe dat gemeenschappen creëert en campagnes voeren om meer steden en gemeenten te vragen zichzelf een delende gemeente te noemen.”
Kiezen
De resultaten van het onderzoek naar de Sharing Cities zal eind dit jaar in boekvorm verschijnen, evenals een boek over hoe het versterken van de positie van vrouwen kan bijdragen aan een duurzame samenleving. Voor dit onderzoek is deze vraag aan dertig vrouwen uit de hele wereld voorgelegd. “Uit hun verhalen blijkt dat we milieu en vrouwenrechten niet los van elkaar kunnen zien”, stelt Childs. “Vrouwen hebben niet alleen het meest te lijden van milieudegradatie, maar zijn ook vaak de sleutel in verandering. Het ligt dus voor de hand dat de vrouwenbeweging en milieubeweging de komende jaren veel meer samen optrekken.”
Begin volgend jaar verschijnt er ten slotte nog een boek met alle bevindingen en ideeën uit het onderzoeksproject, met The Big Ideas. Vervolgens wacht de moeilijke taak om uit al deze veranderingen en ideeën te kiezen. Een moeilijke opgave, meent ook Childs. “Het gevaar is niet dat we ze alle 25 willen aanpakken, want dat is onmogelijk. Het gevaar is wel dat we er met tien of vijftien aan de slag willen in plaats van drie of vier, wat realistisch en wenselijk is. De verleiding om alles wat er mis is in de wereld aan te willen pakken is groot. Maar dat heeft geen zin, omdat je dan je kracht en capaciteit over teveel verschillende problemen verdeelt en je nergens het verschil kunt maken.”
Geef een reactie