Als auteur van Lowtech Magazine wordt mij wel eens de vraag gesteld, wat is dat nu eigenlijk, lowtech? Het is een logische maar ook verbazingwekkend moeilijke vraag.
Het van Dale woordenboek omschrijft lowtech als ‘niet gebaseerd op geavanceerde techniek, weinig technische kennis vereisend’. Het antoniem, hightech, wordt gedefinieerd als ‘hoogwaardige, hypermoderne techniek’. Beide definities samen impliceren dus dat hightech ‘van hogere waarde’ is dan lowtech.
Laten we deze definitie even aan de tand voelen met een concreet voorbeeld. Als ik een laptop en een schrijfmachine naast elkaar zet, dan is het voor iedereen duidelijk dat het bijvoeglijk naamwoord hightech bij de laptop hoort. Vervang ik echter de laptop door een ganzenveer, dan wordt de schrijfmachine plots de hightech optie. En als ze alle drie naast elkaar worden gezet, rijst de vraag welke technologie nu als lowtech moet worden bestempeld: de schrijfmachine of de ganzenveer?
Lowtech kan dus alleen maar worden gedefinieerd in relatie tot hightech. Het is, net zoals elk bijvoeglijk naamwoord, een relatief begrip. Maar aangezien er steeds weer nieuwe technologie bijkomt, is het hightech apparaat van vandaag het lowtech apparaat van morgen. Ik heb nog steeds zo’n ‘domme’ telefoon, en onlangs ben ik er ronduit om uitgelachen. Maar dezelfde telefoon was slechts 15 jaar geleden het toppunt van technologische ontwikkeling. Vandaag is mijn ‘lowtech’ telefoon een statement. Maar over vijftien jaar is dat wellicht het geval voor de smartphone, omdat er intussen weer iets nieuws is.
Oneindig
Het hightech paradigma waarin we vandaag gevangen zitten, doet de vraag rijzen hoelang de ontwikkeling naar steeds meer geavanceerde technologie kan en moet blijven doorgaan. Tot in het oneindige? Stoppen we bij de zelfrijdende auto, of moet die ook nog kunnen vliegen? Komt er na het 5G communicatienetwerk ook nog een 6G communicatienetwerk? Of is 5G goed genoeg? Deze vragen worden nooit gesteld. Nieuwe technologie wordt klakkeloos geaccepteerd als beter – in die zin heeft van Dale het bij het rechte eind. Maar beter in welke zin? Nemen we bijvoorbeeld het energie- en grondstoffenverbruik als maatstaf, dan is lowtech altijd ‘beter’ dan hightech. Niet alleen wint de schrijfmachine dan van de laptop – de ganzenveer wint ook van de schrijfmachine.
Maar een lowtech denkkader stelt ons voor even moeilijke vragen als het hightech paradigma. Want in welke mate zouden we dan afstand moeten nemen van ‘hoogwaardige, hypermoderne techniek’? Concreet: de schrijfmachine of de ganzenveer? De fiets of de elektrische fiets? Het ‘domme’ mobieltje of de vaste telefoon? Als we het lowtech paradigma tot in het oneindige doortrekken, wordt het net zo absurd als het hightech denkkader. Want dan schrijven we met een stok in het zand, gaan we alleen maar te voet, en communiceren we enkel oog in oog.
Geef een reactie