Veertienhonderd Palestijnen op de Westoever hebben al elektriciteit dankzij de windmolens en zonnepanelen van het Israëlisch-Palestijnse Comet-ME. Verschillende kleine gemeenschappen wachten trappelend op hun beurt. Gooit Israël roet in het eten?
Eind december opende de Israëlisch-Palestijnse organisatie Comet-ME (Community, Energy, Technology in the Middle East) een multifunctioneel centrum voor hernieuwbare energie op de Westoever. Voor eind 2013 staat een pilotproject voor betere watervoorzieningen gepland.
De door twee Israëlische natuurkundigen opgerichte organisatie gelooft in open source en hoopt de opgedane kennis en ervaring ooit in andere ontwikkelingsgebieden in te zetten. 1,3 Miljard wereldburgers hebben immers geen toegang tot elektriciteit. Aan ambitie en doortastendheid geen gebrek.
Tegenwerking
Comet-ME opereert met name in Area C, een gebied dat 62 procent van de Westelijke Jordaanoever beslaat en volledig onder controle van Israël staat. Er woont maar zo’n zes procent van de Palestijnse bevolking, zonder enige democratische vertegenwoordiging.
Het ontwikkelingswerk richt zich op enkele kleine gemeenschappen die nog zo leven als honderd jaar geleden: ze hoeden geiten en schapen en verkopen kaas, yoghurt en boter op de markt in de stad. Dat gebrek aan ontwikkeling komt deels doordat er geen elektriciteit is, hoewel ze op sommige plekken de zoemende kabels bijna kunnen aanraken. Comet-ME probeert hun situatie te verbeteren, eigenlijk de taak van de Israëlische overheid.
In plaats daarvan worden de Palestijnen volgens de organisatie door leger en kolonisten tegengewerkt. Bouwvergunningen worden nauwelijks verleend, daarom wonen mensen vaak in hutten en tenten. Zelfs die zijn echter niet veilig voor de Israëlische sloophamer. Grotten wel, waar veel Palestijnse gezinnen dan ook leven.
In 2012 gingen 690 structuren (van watersystemen tot gebouwen) tegen de vlakte. In bijna twee jaar tijd werden 150 met westers geld gefinancierde projecten vernietigd. En al enige tijd dreigen ook enkele internationaal bekostigde projecten van Comet-ME door de Israëlische staat te worden vernield.
Noodgedwongen ligt de prioriteit van de door zowel Palestijnen als Israëliërs gerunde organisatie nu bij het legaliseren van hun activiteiten. Ze voeren rechtszaken, zoeken media-aandacht en lobbyen bij westerse landen.
Mogelijkheden
Eind februari maakte woordvoerder Aya Shoshan op uitnodiging van stichting Stop de Bezetting een rondje langs verschillende Nederlandse organisaties en politieke partijen. Nederland moet volgens haar, net als Duitsland – een belangrijke financier –, Israël onder druk zetten, anders kunnen ngo’s hun werk in grote delen van de Westoever niet doen.
“Onze organisatie wil de Palestijnse gehuchten van duurzame stroom voorzien, maar ze ook meer kansen geven”, vertelt Shoshan tijdens haar bezoek. “Bewoners missen de infrastructuur om de kaasverkoop lonend genoeg te kunnen maken. Door klimaatverandering neemt de droogte toe, waardoor ze duur water moeten kopen. De kosten voor hun producten stijgen, terwijl ze minder produceren. En ze kunnen niet op tegen de concurrentie van goedkope buitenlandse producten.”
De door zonnepanelen en windmolens gegenereerde elektriciteit vergroot de mogelijkheden van de Palestijnen, hoewel het netwerk alleen in de basisbehoeften voorziet. “Koken en verwarmen kost bijvoorbeeld teveel energie. Dat doen ze nog steeds op hout, maar de dure en vervuilende dieselgeneratoren zijn gelukkig verleden tijd.”
Op de enkele plekken waar wel een infrastructuur is toegestaan, zie je volgens Shoshan dat kleine gehuchten zich ontwikkelen tot dorpjes met winkeltjes en contacten met grotere steden. “Dat is wat er moet gebeuren met de mensen die wij willen helpen. Ze zijn zich bewust van de achterstand die ze hebben: Tel Aviv ligt op anderhalf uur rijden van waar we werken, ze zien het moderne leven in Hebron en Yatta. De fysieke afstand is klein, maar het verschil in ontwikkeling enorm.”
Soshan werd positief ontvangen in Nederland en is in dialoog met verschillende politieke partijen, ngo’s en groepen die zich met deze kwestie bezighouden. Concrete stappen zijn er nog niet genomen. “Vanwege de strenge beperkingen staat de situatie van de Palestijnse bevolking in Area C hoog op de agenda van zowel de Europese Unie als van de afzonderlijke landen. Als belangrijkste schenker en vanwege de goede relaties met Israël kan Nederland een belangrijke rol spelen in het aandringen op een oplossing. Media-aandacht en publiek bewustwording is hiervoor belangrijk.”
Meer informatie: www.comet-me.org
Zonnepanelen en windmolens blijken elkaar perfect aan te vullen. Er is, ongeacht de seizoenen en dag of nacht, altijd voldoende energie. Belangrijk, want als de batterijen helemaal leeglopen moeten ze eerder worden vervangen. Die zijn duur, bovendien kost het importeren veel tijd en moeite. Problemen aan de grens worden voorkomen door materialen lokaal te verwerven, hoewel de belangrijkste beweegreden is dat de lokale economie wordt gesteund. Overigens betalen bewoners een marktconforme prijs voor de energie. De opbrengst wordt gereserveerd voor de aankoop van nieuwe batterijen, zodat investeringen van sponsoren kunnen worden ingezet voor nieuwe projecten.
Samenwerking met de bevolking is een belangrijk uitgangspunt. Die helpt bij het zoeken van de beste plek voor de installatie, het bouwen van de constructies, het plegen van simpel onderhoud en het constateren, doorgeven en oplossen van problemen. Met hulp van de bewoners produceert Comet-ME de windmolens zelf in de werkplaats van het centrum voor duurzame energie.
Met name vrouwen profiteren van stroom. Huishoudelijke taken en het maken van boter en kaas zijn minder tijdrovend, waardoor er meer ruimte is voor een gezinsleven. Verlichting en televisie zorgen voor een gevoel van huiselijkheid. Summud, vasthouden aan het land, is ongelofelijk belangrijk voor de Palestijnen. De verbeterde omstandigheden maken het wat minder zwaar.
Doordat arme Palestijnen, als ze eenmaal stroom hadden, vaak oude koelkasten kochten raakte het elektriciteitscircuit overbelast. Inmiddels financiert Comet-ME daarom energiezuinige koelkasten. Omdat ze hun zelfgemaakte producten kunnen koelen hoeven bewoners minder vaak naar de stad te reizen, wat kosten en uitlaatgassen bespaart. Onverwacht voordeel is dat kaas die van gekoelde melk wordt gemaakt van hogere kwaliteit is en dus ook meer opbrengt.
In de semi-woestijn is water schaars. Als het opgevangen regenwater niet toereikend is moeten bewoners het kopen. Met transportkosten erbij betalen ze het tienvoudige van degenen die aangesloten zijn op waterleiding. Comet-ME werkt aan een concept om dit te veranderen. Elektriciteit is hierbij van groot belang: die is nodig voor het oppompen en het zuiveren.
Geef een reactie