Dat zegt Jan Juffermans, pleitbezorger van de Voetafdruk die de milieugebruiksruimte meet.
Jan Juffermans was meer dan dertig jaar verbonden aan duurzaamheidscentrum De Kleine Aarde. Nu, na zijn pensionering, is hij nog altijd actief binnen het Platform duurzame en solidaire economie, de Werkgroep Voetafdruk Nederland en Transition Town Boxtel. Omdat onze gebruiksruimte meetbaar is, ziet hij de mogelijkheid om, in navolging van de Klimaatzaak van Urgenda en de rechtszaak voor gezonde lucht door Milieudefensie, ook klimaatrechtvaardigheid bij de rechter af te dwingen.
Wat hebben de voetafdruk en mensenrechten met elkaar te maken?
In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is vastgelegd dat we recht hebben op voedsel, op huisvesting, onderwijs: een heel pakket. Daarvoor hebben we allemaal een stukje aarde nodig. Impliciet bestaat het recht op een eerlijke voetafdruk dus al: iedereen heeft recht op een stukje gebruiksruimte van de aarde. Wat ik noem: een eerlijk aarde-aandeel. Want we mogen niet ten koste van volgende generaties alles opmaken; ook dat hebben we in de VN met elkaar afgesproken.
In de werkelijkheid is die verdeling helemaal niet eerlijk. Er is door westerse landen altijd maar gepakt en genomen. De Club van Rome waarschuwde in 1972 al voor de kloof tussen noord en zuid. In 1987 volgde het Brundlandtrapport, waarin voor het eerst becijferd werd hoevéél te veel de rijke landen pakken. Toen kwam dat neer op een kwart van de wereldbevolking die 80 procent van de grondstoffen gebruikte. Inmiddels zijn die verhoudingen nog veel schever gegroeid.
Hoe scheef dan?
Inmiddels kunnen we dat veel preciezer berekenen dan in de jaren ’80: met de voetafdruk. Dat is een eenheid waarmee je nauwkeurig kunt definieren hoeveel ruimte iemand gebruikt, en op hoeveel gebruiksruimte hij eigenlijk recht zou hebben. Het eerlijk aarde-aandeel bedraagt momenteel 1,8 hectare, maar een gemiddelde Nederlander bijvoorbeeld verbruikt er wel 6,2. We weten dus al heel lang hoe scheef de verhoudingen zijn, en kunnen dat steeds preciezer berekenen. Klimaatrechtvaardigheid is niet nieuw. Het punt is: we doen er niks mee.
De politiek faalt?
Politiek is er geen ruimte voor vermindering en het eerlijke aandeel-verhaal. Dat betekent voor het westen vooral dat we onze voetafdruk moeten verkleinen, en daar brandt men zich liever niet aan. De Directeur-Generaal van het Ministerie van VROM zei destijds over het Brundlandt rapport: “Hier in Den Haag praten wij niet over verminderen. We gaan wel praten over verduurzamen”. Dus kregen allerlei clubs van verantwoorde soya en aanverwanten de wind in de zeilen.
Wat is het alternatief?
We moeten het recht op een eerlijk aarde-aandeel afdwingen voor de rechter. Ook daarbij komt de voetafdruk goed van pas. Als je iets nauwkeurig kunt berekenen, kun je het hardmaken. Dan sta je juridisch sterker. Kijk naar de Klimaatzaak van Urgenda of het fijnstofproces van Milieudefensie. Ik wil een derde proces starten; een proefproces over bijvoorbeeld palmolie en de enorme schade die palmolieplantages veroorzaken in Indonesië. Maar het kan ook soya zijn, of de bloementeelt. In Oost Afrika worden vele hectares schaarse landbouwgrond gebruikt voor het verbouwen van bloemen. Zo’n voorbeeld wil ik gebruiken om het grote verhaal naar voren te brengen. Is het wel rechtmatig dat wij zoveel palmolie gebruiken ten koste van de biodiversiteit in Indonesië? Laat een rechter zich daar maar over uitspreken, dan kunnen we verder.
Je wilt ook naar de rechter omdat het snelste manier is om de zaak aan te kaarten. Je handelt dus vooral uit pragmatische redenen?
Het is een laatste strohalm, een laatste poging om dit aan de orde te stellen. Ik zie op andere fronten nauwelijks verandering in het denken over arm en rijk. Jan Tinbergen berekende indertijd wat er nodig was om rijk en arm wereldwijd naar elkaar toe te laten groeien. Hij kwam uit op 2 procent ontwikkelingshulp, over te dragen door rijk aan arm. Nederland was heel lang de enige die op 0,7 stond, de rest zat eronder. Totaal ontoereikend om bij elkaar te komen dus. En dat is ook niet gelukt: we zijn alleen maar verder uit elkaar gegroeid. Wat in de jaren ’60 en ’70 idealistisch werd nagestreefd, is verloren gegaan.
En de zaak is nog veel urgenter nu. Landgrabbing vindt niet voor niets plaats. Er is steeds minder goede landbouwgrond; we komen land te kort voor biomassa, voor de voedselvoorziening van een almaar groeiende wereldbevolking. De aarde is te klein geworden. We moeten tot een scenario komen om binnen de steeds kleinere gebruiksruimte van de aarde tot een eerlijke verdeling te komen. Zonder conflicten.
En hoe ziet die verdeling eruit?
Quotering is de meest eerlijke manier om wat we nog over hebben te verdelen. Helaas is het in Nederland nog helemaal niet aan de orde. Quoteren doen we alleen in tijden van nood, als er oorlog is. als mensen elkaar afmaken voor een brood of een stuk vlees. Maar in mijn visie is er ook sprake van een noodsituatie, alleen ervaren wij het niet zo. Maar anderen wel!
Natuurlijk is quotering een noodmaatregel. Maar moeten we dan wachten tot vliegen, vlees eten et cetera zo onbetaalbaar is geworden, dat quotering democratisch gekozen zal worden? Dan is het te laat. Ghandi zei in 1940 al: de aarde heeft genoeg voor ieders behoeften, maar niet genoeg voor ieders hebzucht. Inmiddels kunnen we dat in getallen uitdrukken; de hebzucht is meetbaar geworden. Nu is het tijd om die feiten te gaan gebruiken, en te kijken of een rechter daarmee uit de voeten kan.”
roland zegt
Helaas wordt niet duidelijk wat de eis bij de rechter wordt. Blijkbaar is de kansrijkheid onbelangrijk!
Jan Juffermans zegt
Beste Roland, we weten inderdaad nog niet hoe we dit precies moeten aanpakken. Ik ben in ieder geval nog geen mensen tegen gekomen die de analyse niet delen. Dat is al een belangrijke constatering. Wel denken we aan het EU-niveau en het voorbeeld van grootgrondgebruik en land grabbing. Dat zijn concrete hectares, die door de rijke landen/consumenten/producenten onttrokken worden aan de regionale bevolking en wellicht hun voedselvoorziening. Daarbij zouden bijvoorbeeld palmolie, soja en de teelt van biomassa invalshoeken kunnen worden. In mei vindt er weer een brainstorm plaats. H. gr. Jan Juffermans
Roland Sterker zegt
Goedendag beste Jan.
Op de gezondheidsbeurs kwam ik “Krant vd Aarde” tegen.
Ik had vorig jaar ook al een keer gereageerd, bedankt voor uw reactie daarop.
Ik heb inmiddels ook begrepen dat Afrika het grootste deel voor voedsel bouw grond heeft ter wereld.
Waarom benutten ze dat niet? Je mag niet discrimineren op ras, afkomst, kleur en land van herkomst. Zijn ze daar te dom voor? Zijn andere slimmer? Waar ligt dat aan?
Wat is het grootse probleem van de tekorten? Ik vermoed de toename van de wereld bevolking.
Als de mensen in de arme landen meer te eten zouden krijgen zal de bevolkingsgroei nog meer toenemen.
Lost dat dan de tekorten op?
Hebben de ouders van de kinderen in de arme landen geen idee dat als je 5/10 kinderen verwekt en daar te weinig eten en e.d. voor hebt beter 1 of 2 kinderen verwekt en die goed te eten geeft enz.?
Je mag niet discrimineren op ras, afkomst, kleur en land van herkomst. Maar hoe denken die mensen in de landen waar veel kindersterfte is wegens te korten over het verwekken van kinderen?
Sander Clement zegt
beste Jan, in mijn ogen zijn er een zaken die een hoofdrol spelen
– beperkte aanspreekbaarheid van ondernemingen vanwege gebrek aan internationale eenheid. Een onderneming zou geen vehicel mogen zijn dat vrij buiten de landsgrenzen kan handelen. Daden zullen altijd te herleiden moeten zijn op natuurlijke personen.
– beperkte aanspreekbaarheid van aandeelhouders < deze zouden moreel en financieel verantwoordelijk moeten worden gesteld voor wat er met hun kapitaal gebeurd.
– beperkte of geen doorrekening aan de consument van de verborgen kosten en consequenties van zijn verbruik, het gebrek aan confrontatie met de bron. Hoe meer deze relatie 1-op-1 word hoe beter het besef en noodzaak van verandering.
– geen eindverantwoording van bestuurders, regeerders, politici, of stemmende burgers. Wat deze mensen ook doen in hun rol, goed of fout, ze worden zelden ter verantwoording geroepen, of het door hun ingezette of ondersteunde beleid wel in het belang is geweest van de wereld, de mens en de toekomst. Deze mensen hebben in deze rol een dienende functie, maar hetgeen waaraan zij dienend zijn is buitengewoon onderontwikkeld. We hebben een nationale grondwet, een internationaal opgesteld verdrag van de rechten van de mens, maar er is meer morele maatstaf nodig, een duidelijk onderbouwd en wetenschappelijk gefundeerd kader waarop beleid kan worden getoetst.
Jan Juffermans NL zegt
Beste Roland,
Je vraagt veel meer dan ik kan beantwoorden. Het is gecompliceerd, want zonder pensioen bijvoorbeeld, kiezen mensen voor meer kinderen, die hopelijk later voor hen kunnen zorgen, en daarbij ook rekening houdend met meer kindersterfte. Dat kun je ook slim noemen. Uit onderzoek blijkt dat wel 225 miljoen vrouwen graag family planning willen toepassen, maar ze hebben het geld er niet voor of de nodige middelen zijn domweg niet beschikbaar. Zie de nota’s op de site http://www.voetafdruk.eu van de Werkgroep Voetafdruk Nederland. En vergeet ook de rol van de kerken niet. En de reeds killing effecten van de klimaatverandering daar, met temperaturen tot 45 en 50 graden, waarbij de groenten op het land verdorren, ondanks irrigatie…
Sander Clement zegt
Ik zie het zo: de overheidkan op verschillende manieren iets (bijvoorbeeld een voetafdruk) beïnvloeden. Je kunt dingen bij wet verbieden, maar dat kan alleen in uitzonderlijk onwenselijke gevallen, zoals vervuilende dieselauto’s, zeer verontreinigende stoffen en processen, etc.
Gedrag van de burger, waar het gaat om gedrag en verbruik dat wel binnen de wet is, kun je beinvloeden door belasting of juist aanmoediging. Dit zien we bijvoorbeeld in accijnzen op benzine, en subsidie op zonnepanelen. En dit werkt, gezien de enorme veranderingen die dit heeft teweeggebracht.
Toch is de (Nederlandse) overheid nog erg terughoudend geweest met deze middelen. Bijvoorbeeld kilometerheffing op autogebruik kan eenvoudig worden vertaald in extra accijns op brandstof. Dus: de overmatige consumptie belasten.
Ik zie het zo: Het verbruik / consumtpie dat binnen de voetafdruk blijft zoveel mogelijk ontheffen (drempelwaarde) maar wat daarboven komt in toenemende mate belasten. Dat is het idee, de uitvoering word wat moeilijker, want hoe houd je per persoon bij wat die verbruikt. In het geval van de energie rekening is dat nog eenvoudig, maar de dagelijkse boodschappen? Er is tegenwoordig technisch van alles mogelijk als het gaat om registreren van uitgaven, maar wil de burger dat, en zal hij daaraan meewerken als het hem ook nog geld gaat kosten? Bij energielevering vind niemand het erg als er een jaarrekening wordt opgesteld, maar bij huishoudelijke bestedingen kan dat wel eens anders liggen.
Een andere optie is om goederen en diensten via btw in te delen in verschillende belastingzwaartes, zoals nu al met de btw gebeurd. Zaken die zowel een grote voetafdruk hebben en zaken die tot categorie luxe gerekend kunnen worden zouden dan zwaar belast kunnen worden. Keerzijde is dat belasting weggehaald word bij zaken die haast niet te vermijden zijn in een fatsoenlijk bestaan. Bijvoorbeeld: inkomstenbelasting zou verlaagd kunnen worden, zodat niet het verdienen, maar het consumeren belast word.
Ja, en dat is een zeer punt in het hele regeringsbeleid van afgelopen decennia: de economie moet juist worden aangejaagd, volgens de regering. Ik denk dat het hier in essentie misgaat in het liberaal-kapitalistische beleid: alles staat in dienst van de economie, alle “externe factoren” moeten worden opgelost in de marge (watermagament, milieu, volksgezondheid, onderwijs, veiligheid).
Wat hier dus nodig is is een herdefiniering van de beginselen waarop regeringsbeleid word gestoeld.
Aan de rechter kan worden gevraagd bepaalde criteria vast te leggen waaraan dit regeringsbeginsel moet voldoen. Verplicht huiswerk dus voor het kabinet, of beter nog, de Europese Unie. Noem het een “voetafdrukbelasting” of “klimaatrechtvaardigheidsbelasting”. Ik denk niet dat het op nationaal niveau kans van slagen heeft. Meer zie ik het een zaak van internationale gemeenschap om een norm te stellen wat normaal en acceptabel is, en wat buitensporig is. En vervolgens de consquenties aan die buitensporigheid te verbinden. Er zal nog veel water naar de zee gaan voordat er zoiets bestaat, maar dat moet niemand ervan weerhouden om een eerlijk en verantwoord verbruiksbeleid na te streven.