Volgens de Europese Commissie gaat TTIP Europa veel banen en geld opleveren. Maar een blik achter de schermen in Brussel laat zien dat ontluisterend weinig daarvan op de realiteit is gebaseerd. Kijk mee hoe een vrijhandelsverdrag aan de burger verkocht wordt. Over gelekte e-mails, dubbele petten en de onzin van 545 euro per gezin per jaar erbij.
Met het ambitieuze vrijhandelsverdrag TTIP willen de Verenigde Staten en de Europese Unie de transatlantische handel een extra stimulans geven, met alle economische groei en broodnodige banen van dien. Toch schuurt er iets aan de in beton gegoten gedachtegang die ten grondslag ligt aan TTIP: dat meer vrijhandel automatisch tot meer welvaart zal leiden. Het verzet aan beide kanten van de oceaan is dan ook uitgegroeid tot stormachtige proporties. Terecht, meent politicoloog Ferdi De Ville van de Universiteit Gent. Want naast de inmiddels tot in den treure gerecyclede angsten voor gmo’s of chloorkippen, bestaan er ook veel fundamentelere bezwaren tegen het verdrag.
In maart 2014 presenteerde De Ville met medeauteur Gabriël Siles-Brügge van de Universiteit van Manchester het rapport Managing Fictional Expectations, waarin het tweetal gehakt maakt van alles wat de Europese Commissie verwacht van TTIP.
De Europese Commissie liet in 2009 door het Nederlandse onderzoeksbureau Ecorys onderzoeken welke economische gevolgen TTIP zou gaan hebben en in 2013 nogmaals, nu door het gerenommeerde Centre for Economic Policy Research (CEPR) in Londen. Vooral het laatste onderzoek is veelal gebruikt om te beargumenteren waarom TTIP er absoluut moet komen. Maar, zo beargumenteren De Ville en Siles-Brügge, de echte wereld met al zijn sociale relaties, belangen en onvoorspelbaarheden, is veel te complex voor de economische modellen waarop het CEPR en Ecorys hun voorspellingen baseren.
De in beide studies gebruikte neoklassieke visie op hoe een economie functioneert, gaat er volgens de twee onderzoekers teveel vanuit dat burgers allemaal rationele en hun eigenbelang nastrevende individuen zijn, binnen een economie die altijd naar een toestand van evenwicht toe zal evolueren. Met andere woorden, arbeiders die werkloos worden in de ene sector als gevolg van handelsliberalisering zullen automatisch en zonder enig probleem worden ingezet in een andere, expanderende sector.
Verder worden sociale en milieuoverwegingen in dat model gereduceerd tot niet meer dan economische trade-offs, vertelt de jonge Belg op een zonnige vrijdagochtend in het populaire Brusselse café Karsmakers, schuin tegenover het Europese parlementsgebouw: “In de impactstudies wordt een economisch model gebruikt dat ervan uitgaat dat structurele werkloosheid niet bestaat. Als de markt in dat model zijn werk doet vindt elk product zijn afnemer en springt een net werkloos geworden werknemer de dag erna vrolijk op de fiets om ergens anders een nieuwe baan te zoeken. In de praktijk werkt dat natuurlijk niet zo en dus kijken we in Europa nog steeds tegen flinke werkloosheidscijfers aan.”
Onderbouwing
Om de noodzaak van TTIP academisch te onderbouwen liet het voor de TTIP-onderhandelingen verantwoordelijke handelscomité van de Europese Commissie, DG Trade, het CEPR dan ook netjes opsommen dat het verdrag de EU vanaf 2027 maar liefst 119 miljard euro aan groei per jaar zou gaan opleveren en dat dit zich in de praktijk zou vertalen in een extra 545 euro per Europees gezin van vier personen per jaar. Een mooi en vooral goed te behapstukken bedrag dat later enthousiast door journalisten en beleidsmakers over het hele continent zou worden opgepikt.
De realiteit ziet er echter anders uit, zegt De Ville: “Die 545 euro waar iedereen het over heeft, dat hebben ze heel slim gespeeld. Maar als je kijkt naar de cijfers van Eurostat dan zie je dat het gemiddelde Europese gezin uit 2,3 personen bestaat, niet uit vier. Dat is al een manier waarop DG Trade dat getal heeft weten op te blazen. En dan gaat men er ook nog eens vanuit dat die totale economische groei gelijkelijk over alle Europeanen verdeeld gaat worden, terwijl het goed denkbaar is dat bijvoorbeeld hoogopgeleiden meer zullen gaan meeprofiteren van TTIP dan lager opgeleiden. De argumenten die DG Trade gebruikt om TTIP aan het grote publiek te verkopen zijn pure retoriek.”
Stapels paperassen
Hoe ver die pogingen van DG Trade gaan om TTIP aan het grote publiek te verkopen, blijkt uit onderzoek van Corporate Europe Observatory (CEO). De kleine ngo houdt kantoor aan de twee metrostops van de kwartieren van de Europese Commissie verwijderde Rue Edinbourgh in Brussel. Beneden in een cafétje worden biologische wereldgerechten verkocht en het kleine kantoor op de tweede verdieping ligt vol met paperassen over TTIP, lobbyregisters en over het reilen en zeilen in de Brusselse bubbel. De belangen zijn immers groot.
Lora Verheecke en Pia Eberhardt houden de onderhandelingen dan ook nauwgezet in de gaten en pogen zoveel mogelijk informatie los te krijgen over wat er zich achter gesloten deuren afspeelt. Vaak betekent dat veel werk voor op het oog onbetekenende details, die echter wel cruciale informatie prijsgeven over de allianties die Brussel probeert te smeden met het Europese bedrijfsleven. Zo wist CEO in december 2013 bijvoorbeeld een aantal e-mails op te duikelen waarin DG Trade aan bedrijvenbelangenorganisatie Business Europe verzoekt om actief op zoek te gaan naar een aantal concrete voorbeelden van kleine bedrijven die zouden kunnen gaan meeprofiteren van het TTIP: “De commissie is op zoek naar elke soort voorbeelden uit de praktijk van Europese kleine of middelgrote bedrijven waarvan de situatie zou kunnen verbeteren als een gevolg van TTIP” – met als doel om zo eensgezind mogelijk het verdrag te kunnen communiceren naar burgers.
Eerder bracht CEO ook al documenten naar buiten waaruit blijkt hoezeer DG Trade is geschrokken van de publieke kritiek op TTIP en een heel bewuste strategie uitstippelt om de publieke opinie in de lidstaten positief te beïnvloeden en het draagvlak te vergroten:
Economen
Hoe bewust de Europese Commissie zich is van het belang van beeldvorming blijkt wel uit een tweede serie e-mails, ook uit 2013, die in handen zijn van de auteur. Uit het uitgebreide mailverkeer tussen twee medewerkers van de Europese Commissie in Brussel en onderzoeker Joseph Francois van het Londense onderzoeksinstituut CEPR, blijkt hoe hevig er overlegd is voorafgaand aan de publicatie van het zogenoemd onafhankelijke onderzoeksrapport dat zou gaan fungeren als een belangrijke onderbouwing van TTIP. Ook hier blijken de 545 euro die elk Europees gezin van vier aan een ambitieuze TTIP-overeenkomst zou overhouden een centrale rol te spelen. Het gewraakte bedrag blijkt enkele dagen voor publicatie nog even snel op verzoek van hoofdeconomen Nuno Sousa en Lucian Cernat van DG Trade aan het eindrapport te zijn toegevoegd, blijkt uit e-mails die vanuit Brussel aan het CEPR gestuurd werden:
De twee economen eisen dan ook dat het getal als eerste bulletpoint in de ‘key findings’-sectie van het uiteindelijke rapport terechtkomt. Een belangrijk detail is dat het tweetal het bedrag alleen voor het meest ambitieuze TTIP-scenario laat berekenen – in de vervolgens als objectieve wetenschap gepresenteerde impactstudie.
Hoofdauteur van het gewraakte CEPR-rapport Joseph Francois ziet desgevraagd echter niet direct een probleem: “Het is de taak van de Europese Commissie om de belangen van de Europese gemeenschap te identificeren en na te streven. Natuurlijk zijn studies als degene die wij uitgevoerd hebben objectief, de Europese Commissie besteedt ze niet voor niets uit. Maar het gaat hier om een enorm technisch modelleringsproces. Dan moet er goed nagedacht worden over hoe je zoiets begrijpelijk presenteert aan mensen die geen economie hebben gestudeerd. Dus moet je een linguïstische munteenheid verzinnen om ze te laten begrijpen wat je zegt.”
Economische NAVO
Handelsliberalisering is al jaren een heet hangijzer binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Maar die gesprekken zijn jaren geleden al hopeloos vastgelopen. Als alternatief vormde de transatlantische politieke elite in 2007 dan ook de zogenaamde Transatlantic Economic Council (TEC), in feite het startschot voor wat we inmiddels kennen als TTIP. Deze TEC kreeg in 2011 van de Duitse kanselier Angela Merkel, de Amerikaanse president Obama en toenmalig Europese Commissievoorzitter Barrosso de opdracht om een High Level Working Group (HLWG) op te richten om verdere transatlantische economische samenwerking te gaan onderzoeken. Het was die HLWG die in februari 2013 uiteindelijk definitief ervoor pleitte om de onderhandelingen voor een alomvattend vrijhandelsverdrag te starten. Vervolgens gaf de Amerikaanse president Barack Obama exact een dag na het verschijnen van het officiële adviesrapport van de HLWG tijdens zijn State of the Union in 2013 formeel het startschot voor TTIP.
Achterhalen wie precies deel uitmaakten van die werkgroep was echter geen sinecure, vertelt Pia Eberhardt van CEO. Volgens de Europese Commissie zou er namelijk geen ledenlijst van de groep bestaan en zou die informatie sowieso niet onder de Europese transparantiewetgeving vallen. Via de Amerikaanse overheid was de zogenaamd niet bestaande ledenlijst echter wel te verkrijgen. Van Europese kant bleek de werkgroep voorgezeten door niemand minder dan Europees handelscommissaris Karel de Gucht en bleken de twee vooraanstaande economen van de Europese Commissie, Nuno Sousa en Lucian Cernat, ook zitting te hebben in de werkgroep die vervolgens de facto aan diezelfde Europese Commissie adviseerde om de TTIP-onderhandelingen te starten. Inderdaad, dezelfde twee economen die later de impactstudie op basis waarvan TTIP vervolgens aan het publiek verkocht kon worden óók mede vorm hebben gegeven.
Dat vervolgens in de periode naar de echte start van de TTIP-onderhandelingen toe het grootbedrijf tegelijkertijd wel erg vaak geconsulteerd is, geeft te denken over wiens belangen het verdrag uiteindelijk dient. De Europese Commissie ontving vanaf januari 2012 tot halverwege 2013 maar liefst 119 maal iemand van het bedrijfsleven en 11 maal iemand uit maatschappelijk middenveld of van de milieulobby. Hoe die economische bias zich in de praktijk uit blijkt uit de in februari openbaar gemaakte voorlopige onderhandelingstekst van het hoofdstuk over ‘regulatory coöperation’. Daarin wordt uiteengezet om voorgestelde wetgeving aan beide kanten van de Atlantische Oceaan eerst inzichtelijk te maken voor belanghebbenden en bedrijven. Die kunnen op die manier nakijken of de voorgenomen wetten hun handels- en investeringsbelangen niet al teveel zullen schaden. Een regelrechte aanval op de democratie uit naam van de internationale handelsbelangen, vinden critici. TTIP heeft dan ook veel meer de contouren van een politiek project door een transatlantische neoliberale handelselite, dan van het economische verdrag dat aan de Europese burger verkocht wordt.
Wereldbeeld
De politieke top in Brussel en Washington heeft zo heel zorgvuldig een wereld geconstrueerd waarbinnen TTIP tot een onafwendbaar feit is geworden en waarin het onderscheid tussen wetenschappelijk onderzoek, gerechtvaardigde publiciteit en pure propaganda een dunne is. Aantijgingen waarop de Europese Commissie zelf, ondanks herhaalde pogingen, geen commentaar wenst te geven wegens een gebrek aan tijd. Een wereld waarbinnen bedrijven voor handel zorgen, handel voor groei, groei voor banen en banen voor welvaart. Het lijkt voor veel voorstanders van TTIP een onbetwistbaar mechanisme, dat middels handelsafspraken in TTIP verder gefaciliteerd dient te worden.
Zelfs als de verwachte economische uitkomsten van het verdrag nogal mager of zelfs volkomen onvoorspelbaar zijn, vertelt Ferdi De Ville van de Universiteit Gent: “Hoewel ik als academicus tot het progressieve kamp behoor, ben ik groot voorstander van Europese en zelfs van transatlantische samenwerking. Maar niet op deze manier. Ik denk dat de EU en de VS gezamenlijk veel goeds kunnen doen in het bestrijden van klimaatverandering of het bevechten van belastingparadijzen. TTIP legt de prioriteiten van samenwerking echter precies op de verkeerde plek. Mijn persoonlijke bezwaar tegen TTIP is dat door bedrijfsbelangen voorop te stellen, de nadruk in hoe wij de maatschappij willen organiseren op puur economische argumenten komt te liggen. Terwijl sociale of milieuoverwegingen ook mee moeten spelen in de besluitvorming.”
elisabeth marcus zegt
De beloofde gouden bergen van TTIP bliken eerder molshoopjes te zijn. – Volkskrant 25-7-2015.
Het moet nou toch nog niet gekker worden!
Maar ik verwacht wel acties door:
AVAAZ. Green Peace, Milieudefensie en andere.
Groeten, elisabeth marcus baarle-nassau