TOFvuil inspireert mensen om spullen van de grijparm van de vuilniswagen te redden. Niet iedereen is er vatbaar voor, maar wie het TOFvuil-virus eenmaal goed te pakken heeft kan geen grofvuil meer voorbijgaan zonder het te scannen op mogelijke schatten. Je weet tenslotte maar nooit.
“Nou ben ik verdorie slachtoffer van mijn eigen Facebook-groep”, dacht Karlijn van den Berg toen ze stuiterend van de adrenaline door de stad sjeesde terwijl ze eigenlijk moest werken. Maar ja, die stoel. Zo mooi! Een beetje kapot, dat wel, maar wat poets- en lapwerk doen wonderen.
Dat is simpel gezegd ook wat haar in augustus vorig jaar opgerichte besloten Facebook-groep TOFvuil laat zien. Bijna 3500 Amsterdamse leden (voorlopig is er een ledenstop) posten hier foto’s van grofvuil met in ieder geval tijd, straat en huisnummer. Soms buitelen daarna van alle kanten de berichten over elkaar. “Wat een pareltje!” “Hè, ik lig al in bed.” “Waarom ben ik niet in Amsterdam!” “Iemand gaat hem toch wel redden?”
Als er iemand gaat ‘jagen’ – “Onderweg, hopelijk op tijd” – leeft iedereen online mee. “Je kunt het.” “Racen!” “Heb je hem?” “Jaaaaa.” “Foto!!!” Want ook dat hoort erbij: een kiekje van de al dan niet gepimpte vondst in zijn nieuwe omgeving, gevolgd door bewonderende ooh’s en aah’s. Een enkeling ziet dan eigenlijk pas waarom iedereen zo enthousiast was.
Flat Boy
Risico van het ‘schatjagen’, en uiteindelijk ook het leuke, is dat iemand je voor kan zijn. Vaak is de vogel al gevlogen en weet je niet eens wie het was. Een ‘busje’, zoals de meer professionele jutters worden genoemd, een toevallige voorbijganger, de vuilniswagen. Soms verschijnt er even later op Facebook een blij bericht van degene die je te vlug af was. Bummer. Maar dat is het spel. Zo gewonnen, zo geronnen.
Om teleurstelling te voorkomen houden TOFvuilers soms de wacht. Karlijn en vaste fotograaf Pieter Jan Boterhoek hebben wel eens een half uur staan verregenen bij een verweerd bureautje. “Veel mensen op TOFvuil vonden het mooi”, vertelt Karlijn. “Iemand moet dit gewoon zo komen halen, dachten we.”
Uiteindelijk zijn ze toch vertrokken, maar gelukkig heeft iemand uit de groep het bureau daarna toch ‘gered’ en prachtig opgeknapt. Met zijn foto’s helpt Pieter Jan Karlijn mensen te laten inzien wat er voor moois op straat staat. “Het is best lastig om dat goed in beeld te brengen. Een ander ziet vooral een berg troep.”
Veel mensen zien de waarde niet, is ook de ervaring van Eline Bodbijl, misschien wel het actiefste lid van de groep. Net zette iemand nog een foto van een Fat Boy op Facebook, vertelt ze. “Iemand schrijft dan: het is meer een Flat Boy. Maar dat kun je dus vrij snel weer fiksen; gewoon even opvullen.”
Design?
Gelukkig is het ook wel eens andersom. “Ik heb wel eens voor de grap kitscherige schilderijtjes online gezet en dan springt iemand helemaal van de andere kant van de stad super enthousiast op de fiets. Het is maar met welk referentiekader je kijkt. Misschien is dat wel vooral mijn motivatie om dingen op TOFvuil te posten: de verrassing van hoe mensen reageren en hoe gelukkig ze soms worden.”
Eline doet wekelijks twee of drie rondjes en komt de meest fantastische dingen tegen. Wie TOFvuil een beetje volgt, herkent bijna alles in haar enorme woonkamer. En kent het verhaal achter al die karakteristieke spullen. Over die nu in ere herstelde maar toen gescheurde, wat viezige bank ontstond discussie: is-ie nou van die beroemde designer of niet? Daar is ze nog niet uit.
Maar dat geeft ook niet. “Het leuke is juist dat je zo’n bank zo opknapt, dat iedereen hem weer te gek vindt.” Bij deze bank kreeg ze toevallig hulp van een lieve TOFvuiler met een auto. Een flinke barokke bank sleepte ze helemaal alleen naar huis. Tot grote hilariteit van de Facebook-groep.
Idioot
Het is bijna niet voor te stellen dat het hier een paar maanden geleden nog leeg was. Zo lang woont ze hier nou, anti-kraak. Haar oude huis veranderde ze voor één dag in een weggeefwinkel voor TOFvuilers. “We konden gewoon niet alles meeverhuizen.” En nu staat het alweer mudjevol. Sommige spullen maken straks weer plaats voor nieuwe vondsten. “Een keer in de zoveel tijd wil ik weer wat anders.” Alleen wat echt niet meer te redden is gaat aan straat, de rest geeft ze weg of zet ze op Marktplaats. “Mijn opa zei altijd: maak nooit zomaar iets kapot. Dat heb ik altijd onthouden. Ik bedacht overal namen en personages voor. Als je dat doet, gooi je niet makkelijk iets weg.”
Eline en Karlijn ontketenden een kleine rage nadat ze wat tapijten van straat haalden en voor een zacht prijsje lieten reinigen. Opeens was iedereen op jacht naar zo’n kleed – blijkbaar was dat daarvoor nog net een brug te ver. Die tapijtreiniger heeft de maanden erna flink wat extra klandizie gekregen. Eline heeft een paar prachtexemplaren liggen, waaronder een lange traploper die bij haar prima als kleed fungeert.
Handschoenen
Die tapijtjes laten zien dat mensen zich er toch even overheen moeten zetten om iets van straat mee te nemen, een van de redenen van Karlijn om TOFvuil op te zetten. Zelf merkte ze het ook; aanvankelijk nam ze alleen spullen mee voor in haar tuin. Tot haar vriend verhuisde naar een groter huis en nieuwe meubels nodig had en een mooie lamp op straat vond. “Toen dacht ik: wat zonde toch om daar zo’n aversie tegen te hebben.” Zij en Eline dragen allebei wel handschoenen, voor het geval dat. Eline: “Ik heb wel eens een vuilniszak opengemaakt bij een kinderdagverblijf die helemaal vol zat met vieze luiers.” Maar eigenlijk vindt ze het heel raar dat mensen grofvuil vies vinden. “Het heeft vijf minuten daarvoor nog bij iemand thuis heeft gestaan.”
Het is echt idioot wat mensen aan straat zetten: manshoge poppenhuizen, piano’s, vitrinekasten, naaimachines, kattenkrabpalen, hele serviezen en heel veel spullen waarvan je eerder niet wist dat je ze wilde hebben. Flink wat design ook. “Iets wat historie heeft en waar over is nagedacht zomaar aan straat zetten, daar kan ik echt niet bij”, zucht Eline. Zij heeft al heel wat zien komen, op één dag zelfs twee Artifort-stoelen die allebei door anderen waren opgepikt. “Dat je denkt: die eigenaren hebben toch Google en kunnen toch zien hoeveel die stoelen waard zijn?”
Aanstekelijk
Natuurlijk is TOFvuil een pleidooi voor hergebruik, maar het moet vooral leuk en aanstekelijk zijn, een platform om inspiratie op te doen om oude spullen in een nieuw jasje te steken. Ageren tegen de wegwerp- en consumptiemaatschappij is niet het doel. Hoewel Eline zich wel verwant voelt aan die ideeën. “Ik heb een tijdje aan dumpster diven gedaan en ik kies heel bewust voor een goedkope levensstijl.”
LOL
Haar integriteit is haar alles waard. Als filmmaker kiest ze er daarom voor zelf haar films te financieren, onder andere via crowdfunding. “Het lijkt me vreselijk om grote concessies te moeten doen.” Ze werkt al een tijd aan de docu Thank You for Your Donations over de schaduwzijde van vrijwilligerswerk in weeshuizen. “Daarbij geldt een beetje hetzelfde als wanneer je probeert heel verantwoord te leven: soms denk je heel goed bezig te zijn en dan blijkt het toch net de verkeerde keuze. Best ingewikkeld. Ik heb besloten pragmatisch te zijn en me voor een paar dingen in te zetten. Dus ik word blij als ik een ander via TOFvuil of een weggeefsite gelukkig kan maken. Dat is misschien klein, maar ik word er wel minder gedesillusioneerd van. Mijn idealisme zit in de films die ik maak. Dat zoeken naar meubels en het opknappen ervan, doe ik echt omdat het zo leuk is.”
Dat is ook waar Karlijn vooral lol in heeft. “Nu ben ik opeens met mijn hele familie stoelen aan het opknappen. We begonnen simpel en nu doen we stoelen waarvan je denkt: dat is niet te doen. Maar met een hogeluchtdrukpistool en een nietjespistool is het dan toch na een dag werk gepiept. Dat geeft heel veel voldoening.”
Truus Rijnders-Kors zegt
dit doe ik al meer dan 50 jaar….