Gisteravond bereikte de Europese Unie een akkoord over nieuwe klimaatdoelen. De uitstoot van broeikasgassen moet over 16 jaar met ten minste 40 procent zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. Zeker 27 procent van de energie moet afkomstig zijn van duurzame, hernieuwbare bronnen. En het energieverbruik moet worden teruggebracht met ten minste 27 procent. Milieuorganisaties reageren teleurgesteld.
De lidstaten van de Europese Unie zijn het in de nacht van donderdag op vrijdag eens geworden over een reeks klimaat- en energiemaatregelen voor de periode 2020-2030. Dit zijn de belangrijkste doelstellingen:
- 40 procent minder CO2-uitsoot in 2030 ten opzichte van 1990; dit is bindend en per land wordt de reductie vastgelegd
- 27 procent meer duurzame energie opwekken in 2030; dit doel is niet bindend maar indicatief
- 25-30 procent energiebesparing in 2030; ook dit doel is niet bindend
Niet genoeg
In 2030 moet de CO2-uitstoot dus op 40 procent van het niveau van 1990 liggen. Tot nu tot gold een doelstelling om twintig procent minder uit te stoten in 2020. Dat doel is al bijna gehaald. Ook moet het aandeel duurzame energie omhoog van veertien procent nu naar 27 procent in 2030.
Milieuactivisten hadden op meer gehoopt. Bijvoorbeeld op een echt ambitieuze doelstelling van een CO2-reductie van 80 procent in 2050. Natalia Alonso van Oxfam was blij met de gemaakte afspraken, maar zei ook: “Het is niet genoeg”. Als de rijkste landen ter wereld niet meer doen “plaatsen ze een extra last op de armste mensen, die het meeste last hebben van klimaatverandering, maar er de minste verantwoordelijkheid voor dragen”.
Volgens Ike Teuling van Milieudefensie zijn de nieuwe doelstellingen eveneens te laag. “Neem energiebesparing: dit is veruit de goedkoopste en makkelijkste manier om klimaatverandering tegen te gaan. De lage doelstelling laat ziet dat de Europese leiders veel te veel luisteren naar de vervuilende industrie. Bedrijven die juist strengere eisen willen, zoals verenigd in De Groene Zaak, worden genegeerd.”
Handrem
Ook Joris Wijnhoven van Greenpeace is teleurgesteld. “Een CO2-reductie van 40 procent is te weinig om te voldoen aan de klimaatakkoorden van de Verenigde Naties”, zegt hij tegenover One World. “Hierin is afgesproken dat de wereld er alles aan doet om de temperatuur op aarde met niet meer dan 2 graden Celsius te laten stijgen. Als de EU zich wil houden aan deze mondiale afspraken, dan is 55 procent minder CO2-uitstoot de ondergrens. De EU komt daar nu dus 15 procentpunt boven te liggen.”
Ook de doelstellingen voor het opwekken van duurzame energie zijn volgens Wijnhoven te mager. “Een gemiddeld EU-doel van 27 procent in 2030 schone energie, komt voor Nederland neer op 21 procent, omdat wij geen waterkracht hebben. Als het Energieakkoord wordt uitgevoerd, halen we al 14 procent schone energie in 2020 en 16 procent in 2023. Trek je dat groeitempo door, dan zit je al op 28 procent in 2030. Met andere woorden: de EU trekt de handrem aan, terwijl de duurzame energiesector net gaat boomen.”
“Hetzelfde geldt voor het streven om meer energie te besparen”, vervolgt Wijnhoven. “Afgelopen zomer, na de ramp met de MH17, wilde heel Europa minder afhankelijk zijn van Russisch gas. Dan moet je veel meer energie willen besparen dan 25 tot 30 procent. Zonder strenger beleid, besparen landen over het algemeen al ‘automatisch’ 1 procent meer energie. Daar voegen de nieuwe doelstellingen dus weinig aan toe. Juist als je de lat hoger legt, stimuleer je innovatie en banengroei. Dit is ook precies de reden dat bedrijven als Philips en DSM vragen om ambitieuzere doelstellingen”
Kernenergie
Sommige landen hadden ook wel strengere afspraken gewild, maar ze hadden te maken met ingewikkelde onderhandelingen. Bijvoorbeeld met Polen, dat erg afhankelijk is van kolen als brandstof, en van kolenmijnen als werkgever, en dat dus relatief veel te verliezen had bij de onderhandelingen. Uiteindelijk kwam het land over de brug, maar pas nadat de Poolse premier Eva Kopacz een ingewikkelde set financiële voordelen rondom de emissiehandel voor haar land in de wacht had gesleept.
De onderhandelingen over meer duurzame energie werden bemoeilijkt door een conflict over de vraag of kernenergie daar ook toe gerekend mag worden. Die veroorzaakt weliswaar weinig uitstoot, maar is om heel andere redenen een heel slecht idee.
Uiteindelijk werd besloten dat de doelstelling van 27 procent duurzame energie niet voor ieder land afzonderlijk geldt, maar voor de EU als geheel. Dat maakt het lastig om individuele landen op de afspraken aan te spreken. “Deze overeenkomst doet niets om Europa’s afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te beëindigen, of om onze omschakeling naar een toekomst met schone energie te versnellen”, constateerde een woordvoerder van Friends of the Earth dan ook teleurgesteld
Geef een reactie