De wereld staat voor een energiecrisis die wel eens grotere gevolgen kan hebben dan de financiële crisis van de afgelopen jaren. Dat stelt energiedeskundigde Jeremy Leggett. Down to Earth sprak met hem.
In de bomvolle zaal van de Universiteit Utrecht zitten op 24 februari niet alleen studenten en wetenschappers, maar ook mensen uit de financiële sector, van energiebedrijven en milieuorganisaties. Leggett is in Nederland om zijn boek Uit de Olie aan te prijzen. En om nogmaals te waarschuwen voor een naderende energiecrisis.
De zakenman, activist en wetenschapper is een verbluffend goed spreker. Het gesprek dat ik vooraf met Leggett heb, maar ook zijn boek en zijn lezing doorspekt hij met tal van anekdotes over zijn gesprekken met ministers, parlementariërs, wetenschappers en vooral de CEO’s van de grote energiebedrijven en oliemaatschappijen.
Weinig mensen in Europa zijn in zoveel uithoeken van de energiesector actief geweest. Leggett begon zijn loopbaan als olie-geoloog. Veel van de huidige topmannen van oliebedrijven zaten bij hem in de collegezaal.
Zijn wetenschappelijke werk bracht hem in aanraking met de klimaatwetenschap en dat deed hem besluiten tot een radicale carrièreswitch: hij stapte over naar Greenpeace en werd daar hoofd van de wetenschappelijke afdeling én activist.
In de jaren ’90 was hij als onderhandelaar betrokken bij de totstandkoming van het Kyoto-verdrag. Aangemoedigd door oude zakenvrienden besloot hij het in 1998 Solar Century op te zetten, een inmiddels succesvol bedrijf in zonne-energie.
Kop in het zand
Leggett verbaasd zich hardop over de irrationele wijze waarop topmensen uit de energie- en oliesector omgaan met harde bewijzen dat ons energiesysteem vastloopt. “Een politicus als Cameron denkt serieus dat schaliegas in Engeland goedkoop zal zijn”, zegt Legget. “En hij denkt dat zijn eigen conservatieve achterban op het platteland die duizenden boortorens en tankwagens vol afvalwater accepteert. De man is niet dom en wordt omringd door goede adviseurs…”
“Of neem de reactie van oliebedrijven op het feit dat 80 procent van alle oliereserves niets meer waard zijn. Deze reserves gebruiken zou ons zeker boven de afgesproken 2 graden opwarming brengen, maar alle oliebedrijven zijn er van overtuigd dat hun eigen reserves behoren tot de 20 procent die nog wel kunnen worden gewonnen.”
Naderende oliecrisis
Legget ziet grote parallellen met de financiële crisis die zijn eigen bedrijf bijna de kop kostte en die hij als bestuurslid van een Zwitsers beleggingsfonds van binnenuit meemaakte. Ook toen waren er economen die waarschuwden voor naderend onheil maar die door weinigen werden gehoord. Door de financiële sector zelf werden ze afgeserveerd als onheilsprofeten. En ook toen was er een stevig mantra over innovaties die de sector onaantastbaar zouden maken en waar bijna iedereen in geloofde.
Ondanks het nieuwe mantra van de olie-industrie dat de ‘peakoil mythe’ dood is, blijft Leggett er op hameren dat we aan de vooravond staan van een oliecrisis. “De dagelijkse hoeveelheid goedkope, makkelijk te produceren olie daalt met 4 miljoen vaten per jaar. Sinds 2005 is de productie gepiekt en de hoeveelheid olie die beschikbaar is voor export gedaald. Het gat wordt nu nog gevuld met een paar miljoen vaten teerzand- en schalieolie, maar de investeringen die nodig zijn om de olieproductie op peil te houden zijn zo schrikbarend hoog dat nu ook aandeelhouders van bedrijven als Shell beginnen te morren. Shell heeft zijn investeringen dit jaar met 20 procent teruggeschroefd en zegt daarmee eigenlijk dat dividend belangrijker is dan productiegroei.
Leggett verwacht dat de bedrijven langzaam ontbinden en weg kwijnen. Ergens tussen 2015 en 2020 gaat de wal het schip keren en kan dit een nieuwe financiële crisis veroorzaken. “
Amerikaanse schaliegasbubbel
Zijn waarschuwing voor een oliecrisis heeft veel te maken met de schaliegas en -olie bubbel in de Verenigde Staten. Shell schreef 2 miljard af op haar schalieprojecten en liet het plan om schaliegas om te werken naar diesel voor export vallen. “De olie-industrie als geheel weet uit de Amerikaanse schalierevolutie geen winst te maken. Integendeel, de enige die winst maakt is de financiële sector die een constante stroom geld de verliesgevende schalieprojecten in pompt.”
Op een uitzondering na zien alle schaliegasvelden hun productie al weer dalen. Het herhalen van deze schalierevolutie in andere werelddelen lijkt overal op een mislukking uit te draaien. Vanwege de tegenstand van bewoners, of door een gebrek aan voldoende water of lastige geologische omstandigheden.
Nutteloze reserves
Legget vindt het hoopvol dat het bewustzijn toeneemt dat investeren in fossiel zinloos is. Het door Leggett geleide Carbon Tracker initiatief van een groep klimaatonderzoekers en beursanalisten heeft overtuigend aangetoond dat 60 tot 80 procent van de huidige reserves niet gebruikt mogen worden willen we onder de cruciale 2 graden opwarming blijven. Het maakt verder zoeken naar nieuwe reserves zinloos. De waarde van deze reserves is de kruk waarop niet alleen veel oliebedrijven maar bijvoorbeeld ook pensioenfondsen drijven en vormt daarmee een grote bedreiging.
Steeds meer grote investeerders vragen zich af of deze bubbel kan barsten. Sommigen trekken zich al terug uit fossiel. Zo heeft een van de grootste investeringsfondsen ter wereld, het fonds waarin de Noorse regering winsten uit olie en gas stopt, zich teruggetrokken uit steenkool. Het kijkt nu naar haar investeringen in olie en gas zelf.
Industriële renaissance
Leggets hoop en overtuiging is dat dit geld een nieuwe bestemming gaat zoeken en een duurzame industriële renaissance teweeg kan brengen. Als voorbeeld noemt hij het succes van de Energiewende in Duitsland. Maar ook het initiatief van zijn eigen bedrijf om lampen met een zonnecel te verkopen in Afrika.
“Lampenolie voor verlichting maakt 3 procent uit van alle olieconsumptie op de wereld. Voor veel mensen in ontwikkelingslanden is het een fors deel van hun dagelijkse uitgaven. Een simpele lamp bespaart mensen veel geld en zorgt ervoor dat ze een aantal uren per dag extra kunnen studeren of werken. De welvaartssprong die gezinnen hier mee maken is ongekend.”
In een aantal dorpen die Legget recent in Kenia bezocht wordt al geen lampenolie meer verkocht. Er is geen behoefte meer aan. “Het is niet voor niets dat bij veel energiebedrijven het besef doordringt dat hun verdienmodel ten einde loopt. Ze zullen zich moeten aanpassen of gaan failliet.”
Het boek Uit de Olie is verschenen bij uitgeverij Jan van Arkel
Lees ook het interview met Bill McKibben : “Stop met investeren in de fossiele industrie”
Geef een reactie