Kan de snelheid op stadssnelwegen wel of niet van 80 naar 100 kilometer per uur? De Nederlandse discussie over luchtkwaliteit lijkt meer over normen te gaan dan over gezonde lucht.
Is de Nederlandse luchtverontreiniging een probleem? Ach, welnee. Kijk maar naar Elsevier.nl. Daar hoont journalist Simon Rozendaal het protest tegen de snelheidsverhoging van 80 naar 100 kilometer per uur op de ringwegen van Amsterdam en Rotterdam weg. “Op journaals kwamen allemaal zielige mensen aan het woord die zó’n last hadden van luchtvervuiling. Zwaar overdreven”, schampert hij. “Luchtvervuiling is al lang geen groot probleem meer.”
De Elsevier-journalist woont vast niet in een flatje aan de Amsterdamse stadssnelweg A10 West. Dan had hij wel anders gepiept en misschien wel begrip gehad voor de oproep van de gemeente Amsterdam om de snelheid op 80 kilometer per uur te houden.
De gemeente vreest, legt ze in een brief aan minister Schultz uit, dat verhogen ten koste gaat van de gezondheid van 40 duizend Amsterdammers die langs de A10 wonen. GGD Amsterdam had op enkele meters afstand van de woningen 55 microgram stikstofdioxide (NO2) per kubieke meter gemeten. Terwijl de norm in 2015 op 40 microgram ligt. Nou ja, eigenlijk ligt de norm nu al op 40 microgram, maar Nederland heeft in 2008 uitstel gevraagd en gekregen van de Europese Unie. Verder wijst de gemeente er fijntjes op dat de gezondheidswinst van de milieuzone in de stad (kosten: 6 miljoen euro) door de snelheidsverhoging verdampt.
De minister kreeg een soortgelijke brief van Rotterdam en van GGD Nederland. Die laatste maakt zich zorgen over de snelheidsverhoging omdat juist bij stadssnelwegen veel mensen wonen. “Zij lopen extra gezondheidsrisico’s bij (…) verslechtering van de luchtkwaliteit door de snelheidsverhoging, ook als Europese normen worden gehaald”, schrijft directeur Laurent de Vries in december vorig jaar. Wacht eens even: ook als de normen worden gehaald? De Vries: “Het is al lang bekend dat de normen voor uitlaatgassen (stikstofdioxide, NO2 en fijnstof, PM10) de gezondheid onvoldoende beschermen.”
Gezondheidseffecten
Oei, dat klinkt weinig geruststellend. Maar wat doen fijnstof en NO2 dan met onze gezondheid? Wie met zijn hoofd in de rook van kampvuur of barbecue hangt, merkt aan de hoestbui die dat oproept snel genoeg dat verbrandingsgassen niet gezond kunnen zijn. Gelukkig is er ook nauwkeuriger onderzoek gedaan.
“Wij weten dat luchtverontreiniging uit verkeer bij kinderen kan leiden tot astma. Astma is bij kinderen de meest voorkomende chronische aandoening. De kans daarop verdubbelt”, legt Jelmer Krom van het Astmafonds uit. “Voor mensen met COPD, waarbij de longen achteruitgaan en niet meer herstellen, is het effect van luchtverontreiniging dat zij meer klachten hebben. Zij reageren op vuile lucht en met elke longaanval – waarbij je heel erg kortademig bent – gaan de longen achteruit.”
Ziek zijn is vervelend, doodgaan is nog vervelender. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) schat dat blootstelling aan fijnstofpieken jaarlijks tweeduizend vroegtijdige sterfgevallen veroorzaakt en dat jaarlijks duizend mensen eerder sterven door ozonpieken. De sterfte door fijnstofpieken laat een dalende trend zien, de sterfte door ozonpieken (mede veroorzaakt door hoge concentraties NO2) is stabiel.
Naast piekblootstelling is er chronische blootstelling aan fijnstof. Daarover bestaat geen Europees onderzoek, wel Amerikaans. Als je dat vertaalt naar de Nederlandse situatie, aldus het RIVM, dan kun je concluderen dat chronische blootstelling aan fijnstof elke Nederlander een jaar van zijn leven kost.
Hoewel het duidelijk is dat stijgende fijnstofconcentraties gepaard gaan met meer gezondheidsschade, is het precieze mechanisme dat ziekte en sterfte veroorzaakt nog onderwerp van onderzoek. Grofweg werkt het zo: onze neus en keelholte kunnen grove stofdeeltjes afvangen, maar laten klein stofdeeltjes passeren. Hoe kleiner deze zijn, hoe dieper ze het lichaam binnendringen. Ze veroorzaken schade in de longen, en zijn slecht voor het hart. Ultrafijne stofdeeltjes blijken bij proefdieren ontstekingsreacties te veroorzaken en rechtstreeks vanuit de neus naar de hersenen te gaan.
WHO-normen
Het is dus helemaal zo gek niet dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de lat hoger legt dan de EU. EU-normen zijn een compromis tussen industrieel-economische belangen enerzijds en gezondheidsbelangen anderzijds. De WHO stelt gezondheidsbelangen voorop, hoewel ook zij daarin niet absoluut is, zoals ze zelf aangeeft. Van fijnstof is geen ‘gezonde concentratie’ bekend en toch ligt de WHO-norm niet op nul.
Eens kijken of de strengere WHO-normen volgend jaar een rol spelen. De Europese Commissie heeft 2013 uitgeroepen tot ‘het jaar van de lucht en zal dan de Richtlijn luchtkwaliteit gaan evalueren. Acht wetenschappers, waaronder de Nederlandse epidemioloog en hoogleraar Bert Brunekreef, benoemden eerder dit jaar alvast ’tien uitgangspunten voor schone lucht’ in het European Respiratory Journal. Van alle dreigingen die het milieu op de Europese volksgezondheid heeft, is gebrek aan schone lucht de grootste, constateren de wetenschappers, die pleiten voor een ‘recht op schone lucht’.
Ze wijzen op het schrijnende verschil tussen Europese normen en WHO-normen. “Naleving van Europese regelgeving voor fijnstof en ozon is kortom onvoldoende om de volksgezondheid te beschermen”, concluderen ze. “Zelfs ruim onder de grenswaarden treden serieuze gezondheidseffecten op, vooral bij fijnstof.”
Minister Schultz blijft er Oost-Indisch doof onder. Haar intentie om vast te houden aan de verhoging van de maximumsnelheid in een brief aan de Amsterdamse verkeerswethouder motiveerde ze met de woorden: “Het voldoen aan de wettelijke normen voor luchtkwaliteit (…) is een effectieve wijze om de gezondheid van mensen te beschermen.” Terwijl het dat nou net niet is.
Rekenen of meten
En trouwens, zelfs die wettelijke normen blijven op menig locatie buiten bereik, meent Milieudefensie. De milieuorganisatie gaat vanaf oktober op tientallen plaatsen in het land samen met bewonersgroepen luchtmetingen doen. Het vertrouwen in de cijfers die het landelijke rekenmodel uitspuugt, ontbreekt namelijk. Zo blijkt uit dit rekenmodel dat de NO2-concentratie langs de A10-west 38 microgram per kubieke meter lucht was, terwijl uit metingen van de GGD ter plekke bleek dat de waarde 55 microgram was.
Of Nederland aan de Europese normen voldoet, berekent het RIVM jaarlijks aan de hand van meetresultaten en gegevens die gemeenten, provincies en de rijksoverheid aanleveren. De resultaten worden betwist. Door Milieudefensie, maar bijvoorbeeld ook door Kees van Oosten, die er het boek Gebakken Lucht over schreef. De voormalig universitair docent wetenschapsfilosofie en methodologie hekelt het feit dat het RIVM invoergegevens gebruikt “die door gemeenten zelf worden bedacht, geschat, geraamd”, vertelt hij op YouTube. “Daar is volstrekt geen controle op.” Dat maakt de jaarlijkse monitor “een heel onbetrouwbaar instrument.”
Ook GGD Amsterdam schenkt in een publicatie van juni dit jaar (Gemeten en berekende stikstofdioxide concentraties in Amsterdam in 2010) aandacht aan de kwestie. “In 2008 was er sprake van een systematische onderschatting van de concentraties door de berekeningen met circa 11 procent te zien (…). In 2009 bedroeg deze onderschatting ca 9 procent”, valt er te lezen. Ook in 2010 was sprake van onderschatting van 11 procent. De GGD concludeert dat “de lokale wegbijdrage in de berekeningen wordt onderschat.”
Milieudefensie wil weten hoe het echt zit. Met doodsimpele kunststof buisjes kunnen bewonersgroepen straks zelf meten hoe het met de luchtkwaliteit in hun omgeving is gesteld. “Die buisjes hang je in de buitenlucht. Daar zit een stofje in dat NO2 absorbeert en na een maand stuur je het buisje naar het laboratorium”, zegt Ivo Stumpe, campagneleider verkeer van Milieudefensie. Het is de bedoeling dat mensen bijvoorbeeld bij scholen of speelplaatsen gaan meten. “De metingen van de overheid dienen om te controleren of de rekenmodellen kloppen, wij gaan de kwaliteit van de lucht meten waar spelende kinderen deze inademen”, aldus Stumpe.
Na de buisjes komt de reuring, als het aan hem ligt. “Want we willen natuurlijk wel dat mensen in actie komen voor gezonde lucht. Dat kun je het beste doen als groep, niet als individu. Je moet wel een jaar lang gaan meten op zo’n plek.”
Klaor Loch
Paul Rutten is in elk geval van de partij. Rutten is voorzitter van de Maastrichtse actiegroep Kloar Loch (Schone Lucht), die al acht jaar strijdt tegen de luchtverontreiniging in de hoofdstad van Limburg. Tel maar eens bij elkaar op, zegt Rutten op een zomerse dag in het stadstuintje achter zijn huis: de stad ligt in een dal, wordt doorkliefd door de A2 (die daar N2 heet), er is een hoge achtergrondconcentratie en er komt ook nog eens vuile lucht aanwaaien van notoire viespeuk Luik. De gepensioneerde opbouwwerker heeft de problemen die dat met zich meebrengt zelf ondervonden. Zijn jarendertigwoning ligt op pakweg 150 meter van de snelweg.
Zijn dochter, inmiddels 37, ging vroeger naar een basisschool vlakbij huis en vlakbij de snelweg. “Zij was heel vaak kort (van adem, HP). We zijn heel vaak naar de huisarts geweest, naar het ziekenhuis. Men weet het aan de individuele gesteldheid”, vertelt Rutten. Destijds slikte hij dat voor zoete koek, inmiddels weet hij beter. De school lag vijftig meter van de snelweg, honderd meter van verkeerslichten. “Daar was heel veel stop and go verkeer.” Twee dagen per week verbouwde zijn dochtertje groente in de schooltuin. “Natuurlijk had Judith gevoelige longen, maar het was heel stom haar dagelijks bij het verkeer te laten verkeren.”
Nu de bouwvakkers volop bezig zijn met de aanleg van een tunnel, wordt het probleem van het Maastrichtse snelwegverkeer in elk geval aangepakt. Dat vindt ook Rutten. Gerust op de afloop is hij allerminst, zo vertelt hij op een tijdelijke voetgangersbrug over de N2. “Je ziet daar hotel Van der Valk liggen”, wijst hij, terwijl een dikke stroom vracht- en personenauto’s onder hem doorrijdt. Dan wijst hij naar een bouwput twee à driehonderd meter van het hotel. “Daar komt straks de zuidelijke tunnelmond te liggen. En naast Van der Valk liggen twee scholen. Dat kan dus niet. Het wordt er wel beter van ten opzichte van nu, maar straks heb je een soort liggende fabriekspijp, waar de zuidwestenwind haaks op staat en de lucht de wijk inblaast.”
Kloar Loch wil dat de uitlaatgassen uit de tunnellucht gefilterd worden, maar vond de wethouder op haar weg. “De wens van alle buurten langs de snelweg was om de lucht uit de tunnel te filteren, maar hij heeft het klaargekregen om te stellen dat de lucht bij de tunnelmonden zal voldoen aan de Europese normen.”
Een gotspe, vindt Rutten. De tunnelmonden liggen vlak bij scholen, een volksbuurt en het ziekenhuis. De school waar Ruttens kinderen heengingen is inmiddels ook verhuisd, maar ligt nog steeds op een steenworp van de snelweg. “Wij hebben destijds gezegd: als de school nieuwbouw pleegt binnen driehonderd meter van de snelweg – een norm van GGD Nederland – dan is dat niet wenselijk.” Niettemin liet de gemeente de school bouwen aan de snelweglocatie, met de zegen van de regionale GGD.
Draagvlak
Dat een gemeente kan terugkeren op haar schreden, blijkt in het Gelderse Rozendaal. Daar had de gemeente een nieuwe plek op het oog voor de Dorpsschool (240 leerlingen) op zo’n 200 meter van snelweg A12. Al in 2009 had dat de regionale GGD een ‘nee-tenzij-advies’ ontlokt. Alleen met verkeersmaatregelen, een buffer tussen school en snelweg en fijnstoffilters in de school zou nieuwbouw op die plek verantwoord zijn. Toen verontruste ouders in verzet kwamen, besloot de gemeente TNO-metingen te laten doen op de bestaande en de beoogde locatie. Daar kwam uit dat de verschillen in fijnstof en NO2 verwaarloosbaar waren, maar dat de roetconcentratie op de nieuwe plek beduidend (12 procent) hoger was. Daarop besloot de gemeenteraad in maart toch maar een andere plek voor het nieuwe schoolgebouw te zoeken.
Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, maar had de gemeente zich dat onderzoek niet kunnen besparen? Er ligt immers al een GGD-richtlijn die adviseert om geen scholen te bouwen binnen driehonderd meter van de snelweg. “Wij zitten daar anders in”, laat wethouder Free Hoving weten. “Er kon gebouwd worden. We zouden royaal binnen de normen blijven. Het is niet zozeer milieu alswel draagvlak dat ons heeft doen besluiten om het niet te doen. Gezien het draagvlak, de angstige ouders … dan raakt zo’n plek besmet.” Er kon dus wél gebouwd worden, vond de wethouder, want de gemeente bleef binnen de normen.
Vals veiligheidsgevoel
Het valt Marieke Dijkema op dat de discussie over de luchtkwaliteit in Nederland sterk juridisch is. Dijkema is senior adviseur milieu en gezondheid bij GGD Amsterdam. Volgens haar staren de deelnemers aan de ‘luchtdiscussie’ zich blind op normen. Voldoet de luchtkwaliteit aan de wettelijke norm, dan meent een opgeluchte overheid dat extra maatregelen niet nodig zijn of dat de ruimte tot de nok van de norm opgevuld mag worden. Voldoet ie niet, dan wijzen actievoerders op de norm en zeggen dat de luchtkwaliteit daar aan moet voldoen. Ook al kunnen beide partijen gelijk hebben, beter is het om je te richten op een constante afname van luchtverontreiniging. “Voor ons is het relevant dat de lucht schoner wordt. Of het nu 39,6 of 40,4 (zij doelt op de NO2-norm van 40 microgram/m3) is, dat maakt me niet zo heel veel uit.”
Milieudefensie stelt het in haar luchtkwaliteitscampagne zo: schone lucht is nog geen gezonde lucht. En het European Respiratory Journal bevestigt dat: “Zelfs ruim onder de grenswaarden treden serieuze gezondheidseffecten op.” Die kennis zou tussen de oren moeten komen van beleidsmakers, want beleid om de luchtkwaliteit te verbeteren verslapt doorgaans zodra grenswaarden niet meer overschreden worden. Aldus de wetenschappers. “Dat is te rechtvaardigen uit het oogpunt van de wet, maar geeft een volledig vals gevoel van veiligheid.”
Geef een reactie