Door de opkomst van gesubsidieerde bio-energiecentrales wordt steeds minder afval hergebruikt, maar juist verbrand. Het verbranden van bruikbaar afval gaat in tegen de recyclingdoelen die de Nederlandse regering zichzelf gesteld heeft en is bovendien slecht voor het klimaat.
Dat blijkt uit het rapport ‘Biomassa als grondstof of als brandstof’ van Greenpeace Nederland, IUCN NL, Wereld Natuur Fonds en Natuur & Milieu. De milieuorganisaties willen dat hergebruik voorrang krijgt boven verbranden van afval.
Het gaat vooral om afvalhout, snoeihout en aardappelschillen. Afvalhout werd voorheen gebruikt voor de productie van spaanplaat, maar verdwijnt nu in bio-energiecentrales. Daar komt net zoveel CO2 bij vrij als de verbranding van fossiele brandstoffen. Snoeihout werd benut voor de productie van compost. Ter vervanging importeren we meer veen, dat bijzonder schadelijk is voor de natuur en het klimaat. Aardappelschillen zijn nuttig voor veevoer, maar worden nu verwerkt tot biogas. Ter vervanging is meer Zuid-Amerikaanse soja nodig, wat leidt tot meer ontbossing in het Amazonegebied.
Subsidies
Deze vorm van bio-energie maakt zo’n 14 procent uit van de huidige productie van hernieuwbare energie in Nederland. “De overheid schiet zichzelf in de voet door afval niet meer te recyclen en het verbranden ervan ook nog eens te subsidiëren, ten koste van het klimaat”, zegt campagneleider Willem Wiskerke van Greenpeace. “Het verbranden van goed bruikbaar afval is een schijnoplossing. Steek die subsidies gewoon in écht duurzame energie.”
De Tweede Kamer vergadert binnenkort over dit onderwerp.
Geef een reactie