Een early adopter zou ik mezelf niet willen noemen. Zo behoor ik niet tot de 86 procent van de Nederlanders met een smartphone. Verder vind ik mezelf behoorlijk normaal, want een mobiele telefoon heb ik wel (een Nokiasaurus, volgens de kinderen) en ik ben een groot deel van de dag bereikbaar en digitaal. Toch is het iets raars. Ik heb iets niet gedaan – ik heb geen smartphone aangeschaft. En binnen een paar jaar tijd word ik gezien als eigenwijze reactionaire Luddist; zo’n Engelse textielarbeider die in de negentiende eeuw uit protest weefmachines sloopte. Want ik blijk ongevraagd helemaal onderaan de ladder terecht te zijn gekomen. Na de early adopters, na de early majority en late majority, in de kleine marketinggroep van de laggards oftewel ‘slomeriken’: ’Een groep consumenten die verandering vermijdt en geen nieuw product wil aanschaffen, totdat alle traditionele alternatieven niet langer beschikbaar zijn.’
Als ‘achterlijk’ gezien worden, dat doet toch wat met je. Het is een krachtig sociaal-cultureel mechanisme om je aan te passen, waaronder de vast majority al lang bezweken is. Het toont ook de macht van het kapitalisme ons dingen aan te laten schaffen waar we niet om gevraagd hebben. Maar die wel een forse ecologische voetafdruk achterlaten: denk alleen al aan de benodigde grondstoffen voor de wereldwijde jaarlijkse aanschaf van ruim één miljard smartphones. Tel daarbij op de mentale vervuiling in de vorm van onrust die het ons leven inbrengt, voor 26 procent van de smartphonegebruikers reden om terug te verlangen naar de tijd zonder smartphone. Maar wat doe je er aan?
Groenten verbouwen!
De rage van het moestuinieren is een reactie op het teveel aan virtueel leven – onder andere dan, is de hypothese van deze laggard. Want als er iets is wat je doet aarden, oftewel terugbrengt naar de fysieke elementen waaruit wij bestaan, dan is het wel je eigen groenten verbouwen. Klinkt misschien zweverig, maar dat is het nu juist niet. Het zwoegen, zaaien, werken, zien groeien, mislukken, bloeien, oogsten en proeven, in een eeuwig durend, van nature gegeven ritme: het echte leven.
Daarom hier reclame voor een gloednieuw, diepgravend, veelzijdig, praktisch, ruim 800 pagina’s tellend, encyclopedisch boek. Ook over het maatschappelijke belang van je eigen groenten, fruit en kruiden verbouwen: Het nieuwe moestuinieren – Natuurlijk moestuinieren en eerlijk voedsel, van Hans van Eekelen. Heel leerzaam, voor zowel early adopters als laggards.
Rabarber is zo’n typische early spring adopter, oftewel voorjaarsgroente – meestal als fruit te gebruiken – die het moestuingevoel aanwakkert.
Ingrediënten
> 500 gram rabarber
> 50 gram boter
> 120 gram suiker
> 3 eetlepels anijszaadjes
> handvol (blanke) amandelen
> pot vette kwark
Was de rabarber en snijd in stukjes. Smelt de boter in een pan met dikke bodem, doe er 100 gram suiker bij. Laat de suiker half karamelliseren (bruin worden). Voeg de rabarber toe en laat zachtjes koken, totdat de rabarber uit elkaar valt. Af en toe roeren. Maal de anijszaadjes met de rest van de suiker in een vijzel fijn en roer door de kwark. Hak amandelen grof en rooster ze in een droge koekenpan. Doe de rabarber in bakjes met daarop de anijskwark en tot slot de amandelen.
A.Meulenberg zegt
heerlijk, om te lezen. Te weten. En te starten, met wat dan ook.
H. Visser zegt
Ik word doodziek van alle aandacht voor kookboeken en kookprogramma’s op TV.
Door het uitgangspunt “uit de vrije natuur” nieuwsgierig ge- worden, ga ik het boek lezen.
En misschien, wie weet, ook eruit koken en op stap om de bossen kaal te plukken voor de
nodige ingediënten.
diënten uit de vrije natuur