Door het geweldige culinaire landschap voelt columnist Michiel Bussink zich steeds Europeser. Of, is dat wel zo? Voor wie zin heeft in een internationaal én oerhollands recept, deze feestdagen.
Het klinkt misschien gek, maar ik voel me steeds Europeser. Niet van de weeromstuit, als reactie op modieuze anti-EU-sentimenten. Ook heus niet alleen maar omdat de EU mij onlangs weer op persreis stuurde naar Italië. Maar wel omdat ik telkens zoveel leuks in verschillende Europese landen tegenkom, niet in de laatste plaats fatsoenlijk en goed eten.
Afgelopen zomer Oostenrijk: mooi die bergen, maar verder best een saai en wat bekrompen land, denk je van tevoren toch wat bevooroordeeld. Maar wát een hippe, fantastische goeie bio-eettentjes daar in steden als Graz, waar trouwens ook nog eens in schier Amsterdamse dichtheden wordt gefietst als gevolg van groen gemeentebeleid.
Langs de snelweg heb je Raststättes waar je versteld staat van het aanbod van biologische en streekgebonden culinaire heerlijkheden. Bel je aan bij een Bauernhof om er een paar nachtjes te slapen, krijg je ’s morgens oma’s eigen gebakken brood, met zelf gemaakte boter, verse kaas en jam en ham van eigen varken. Zie je haar in de weer met in de Alpenwei geplukte Sint Janskruid om er geneeskrachtige olie van te maken voor gezin en veestapel, die trouwens bescheiden was. Hoe ze dat financieel rondbreien: drie generaties onderhouden met zeventien melkkoeien, een paar vleesrunderen, twee varkens en drie pensionkamers? Waar zijn die Nederlandse megastallen dan toch voor nodig?
Enfin, onlangs dus in Noord-Italië ook alweer zulke springlevende tradities in soms innovatieve vormen bij agro-ecologische rijstboeren, balsamicoproducenten, biologisch-dynamische wijnmakers. Tussen de bezoekjes door had ik bij de risotto veel lol met collega-journalisten uit Slovenië, Ierland, Bulgarije, Roemenië, Spanje, Portugal, Polen en Engeland. Zodoende betrap ik me regelmatig op de gedachte: práchtig, dat Europa. Dat zit hem enerzijds in het vieren van de rijkdom van de diversiteit, voortgebracht door een verscheidenheid aan landschappen, culturele tradities, lokale economieën en tegelijkertijd – ondanks die diversiteit – kunnen lachen om dezelfde grappen, je druk maken om dezelfde dingen, elkaar verstaan dus.
Ich bin ein Europäer! Toch? Aber wart mal… Heb ik niet vergelijkbare gewaarwordingen gehad tijdens het tafelen met Zimbabwanen, Amerikanen, Turken, Bolivianen en zo in de loop der jaren nog wel meer niet-Europeanen? Ach ja, verrek, ich bin ein Mensch.
Geef een reactie