‘Het zijn primair overheden en ethisch-religieuze instellingen die nationaal, regionaal en mondiaal antwoord moeten geven op de grote vragen van de 21e eeuw’, vond Morris Tabaksblat, de hoogste baas van Unilever twintig jaar geleden.
‘Het is een fundamentele vergissing te denken dat ondernemingen een moreel gezagsvacuüm kunnen opvullen dat ontstaat als deze instellingen tekort schieten.’
Een van zijn opvolgers, Paul Polman, dacht daar anders over. Bedrijven, vond hij, moesten juist een ‘force for good’ zijn. Onder zijn leiding formuleerde de multinational een meer dan ambitieuze dubbeldoelstelling: ‘In 2020 willen we onze omzet verdubbelen. Maar onze groei moet wel duurzaam zijn. In 2020 helpen we meer dan een miljard mensen bij het verbeteren van hun gezondheid en welzijn. Dan hebben we onze ecologische footprint, gerelateerd aan de productie en consumptie van onze producten, gehalveerd.’
In het vuistdikke boek Het grote gevecht van Jeroen Smit wordt minutieus beschreven hoe dat in zijn werk ging. In samenspraak met ngo’s werden de lonen verhoogd van kleine boeren in arme landen, werden stappen gezet om palmolie te verduurzamen en werden kinderen in Azië en Afrika gestimuleerd om driemaal daags hun handen te wassen, wat zowel de hygiëne en gezondheid als de verkoop van zeepproducten zeer ten goede kwam.
Dat ging niet zonder slag of stoot. Met als grootste pijnpunt dat veel maatregelen voor duurzaamheid gericht zijn op de langere termijn, terwijl een beursgenoteerd bedrijf in handen is van aandeelhouders die juist snelle winsten willen binnenhalen.‘In 1960 zaten aandeelhouders gemiddeld twaalf jaar bij Unilever. In 1995 was dat nog maar vijf jaar, nu is het minder dan een jaar, soms maar een half jaar’, stelde Polman vast.
Bij Unilever wordt het spannend als een groep durfinvesteerders uit Amerika het bedrijf wil overnemen. En, om nog maar iets te noemen, als een lobby bij Mark Rutte leidt tot de (mislukte) poging tot afschaffing van dividendbelasting. Allemaal zaken die we kennen uit de kranten worden hier van binnenuit belicht.
De reconstructie leest als een spannend, goed verhaal, en dat is knap.
Met als enig minpuntje, misschien, dat het verhaal wel heel erg aan de daden van één man wordt opgehangen. De ondertitel van het boek – ‘Het eenzame gelijk van Paul Polman’ – suggereert een onemanshow, terwijl er toch echt sprake is van een brede maatschappelijke beweging, met duizenden mannen en vrouwen die zich met hart en ziel inzetten voor duurzaam, maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Het grote gevecht & het eenzame gelijk van Paul Polman
Jeroen Smit.
Uitgeverij Prometheus, 2019.
ISBN 9789044634716. 448 pagina’s. Prijs € 24,99.
Krozer zegt
Het beeld van ondernemer Paul Polman als voortrekken tegen de stroom in het bedrijf is belediging voor de voorttrekkers van duurzaamheid bij Unilever, met name Cees van Leeuwen (milieu en veiligheidscoordinator) en Rob Donia (Directeur Engineering), die vanaf jaren zestig traditie van duurzaam ondernemen in dat bedrijf hebben geintegreerd. Ook vermoed ik dat Jeroen Smit dat beeld in het leven heeft geroepen want Paul Polman weet het beter; journalistiek uit de bocht op effectenbejaag.
Lou zegt
Unilever (voorheen de bende van OS?) heb ik nog nooit gezien als een bedrijf dat zijn verantwoordelijkheid neemt. Het heeft zijn eigen concurrentie onder controle door duizenden merken te leveren die deels hetzelfde spul verkopen. Ze zijn zo groot dat ze de politiek dicteren in belang van hun aandeelhouder. Ze neppen de burger net zo hard als de andere multinationals via vaak foute verpakkingen. Ik kan niet een ding noemen die Unilever beter zou doen als de rest van de machthebbers. (Palmolie, ontbossing enz.?) Dit boek lijkt mij dan ook pure propaganda.