Fossiele brandstoffen als kolen en later olie en gas hebben de ruimtelijke ordening van zowel de stad als het platteland ingrijpend veranderd. Nu we om meerdere redenen genoodzaakt zijn de winning en consumptie van fossiele brandstoffen te temperen en moeten overschakelen op andere energiebronnen, vraagt dit om een geheel andere ruimtelijke ordening.
We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperken. Met deze oneliner begint transitieprofessor Jan Rotmans steevast elke lezing die hij aan de lopende band in alle uithoeken van ons land afsteekt. Het 20e-eeuwse fossiele kapitalisme dat ons veel materiële welvaart heeft gebracht – en anderen in ellende heeft gestort – is niet langer houdbaar. De verbranding van nog meer fossiele brandstoffen leidt ons naar de afgrond en bovendien raken de gemakkelijk winbare fossiele bronnen uitgeput. Het fossiele tijdperk, dat twee eeuwen heeft geduurd, nadert haar einde.
Hoe groot de invloed van fossiele energie is op ons leven en met name onze leefomgeving, blijkt uit de interessante en omvangrijke studie Landschap en Energie. Ontwerpen voor transitie. Fossiele brandstoffen als kolen en later olie en gas hebben de ruimtelijke ordening van zowel de stad als het platteland ingrijpend veranderd. Denk aan de industrialisatie van de landbouw, de explosie van de (auto)mobiliteit en de comfortabele levensstijl van de westerse stadsbewoners. Ook de energievoorziening zelf legt een groot beslag op de ruimte, zowel bij de winning (mijnbouw, boortorens, landbouwgrond) als distributie (zeehavens, pijpleidingen, netwerken, opslagcontainers, pompstations en gasleidingen in huis).
Nu we om meerdere redenen genoodzaakt zijn de winning en consumptie van fossiele brandstoffen te temperen en moeten overschakelen op andere energiebronnen, vraagt dit om een geheel andere ruimtelijke ordening. Waar kolen, olie en gas hoofdzakelijk buiten ons gezichtsveld worden gewonnen en gedistribueerd, zal het oogsten van nieuwe energie – vooral zon, wind en water – veel meer zichtbaar zijn. Denk aan windmolens en zonnepanelen. Dit leidt tot allerlei praktische en emotionele bezwaren en ook tot een enorme ontwerpopgave voor planologen en stedenbouwkundigen.
In deze boeiende studie zijn de opties en keuzes voor het komende ‘postfossiele landschap’ uitgewerkt in ontwerpvoorbeelden op verschillende schaalniveaus. Energie beweegt zich immers door alle schaal- en abstractieniveaus heen: van mondiale politieke strategieën tot het zonnepaneel op het dak. De uitdagingen die daarbij komen kijken worden uitgebreid belicht in een reeks essays over de energiemarkt, de rol van de politiek, de psychologie van de transitie en de technische ontwikkelingen en beperkingen.
Belangrijke conclusies. Zonder energiebesparing gaan we de Europese doelstelling van 80 procent CO2-reductie in 2050 niet halen. En de transitie van het fossiele kapitalisme naar een samenleving die draait op hernieuwbare energiebronnen is maar gedeeltelijk een technische opgave en kan zeker niet (alleen) aan de markt worden overgelaten; de energietransitie vraagt om daadkrachtig overheidsbeleid. We hebben geen andere keus.
Geef een reactie