Klimaatverandering een zorg voor de toekomst? Niet in Pakistan, waar de gevolgen allang merkbaar zijn. Wilma van der Maten reisde van het noorden, waar smeltende gletsjers hele dorpen van de kaart vegen, naar het zuiden. Daar verandert het land door aanhoudende droogte langzaam in een woestijn.
Toeristen peddelen ontspannen in bootjes op het turquoise Attabadmeer. Omgeven door witte bergtoppen is het er van een sprookjesachtige schoonheid. Maar schijn bedriegt. “Een monster”, noemt schoolmeester Abdul Balti de hoogste gletsjer aan het uiteinde van de plas. Ooit lag op deze plek zijn dorp, het gelijknamige Attabad. “We leefden hier met vierhonderd gezinnen, we verdienden een goede boterham in de landbouw en veeteelt”, vertelt Balti. Een overstroming door een piek in gletsjersmeltwater in de nacht van 4 januari 2010 maakte hier een abrupt einde aan. Het wassende water sleurde een deel van de berg mee het dal in. De modder blokkeerde de rivier, die vervolgens geheel overliep. In enkele uren veranderde het dorp in een meer.
“Het gebeurde ’s nachts, terwijl we allemaal lagen te slapen”, gaat Balti verder. “We werden wakker van een geluid dat leek op een neerstortend vliegtuig. De aarde trilde. Mensen schreeuwden het uit van paniek. Later hoorden we dat er die nacht zes mensen zijn verdronken.”
Nieuwbouwwijk
Na jaren in tentenkampen te hebben doorgebracht, wonen honderd gezinnen uit het voormalige dorp nu in een nieuwbouwwijk buiten Gilgit, de hoofdstad van de noordelijke provincie Gilgit Baltistan. De huizen zijn er van cement, met grijze stenen en zand op de stoep. De oranje dakpannen geven de kale omgeving nog enigszins kleur. Janet Balti, Abduls vrouw, vindt dat ze niet mogen mopperen. De meeste families uit het verzonken dorp wonen nog steeds in tenten, ook in de winter als het vriest. Hier voelt ze zich veilig. Janet Balti wijst naar de bergen aan de andere kant van het brede dal. “Die liggen nu ver genoeg bij mij vandaan. Ze kunnen hier geen kwaad aanrichten. Ik kan weer rustig slapen.”
Met onderzoeker Khurram Shehzad, die voor het World Wildlife Fund in Gilgit Baltistan werkt, reis ik verder. Shehzad wijst me op de inkepingen in de ruwe bergruggen, met daaronder tientallen dorpjes. “Die geulen zijn de sporen van overstromingen. Iedere zomer liggen we te trillen in ons bed als het smeltende gletsjerwater met stenen en aarde in een rotgang naar beneden komt. In de afgelopen jaren zijn verschillende dorpen onder de modder verdwenen. We worden steeds vaker getroffen door onvoorspelbare sneeuwval en gletsjeroverstromingen.”
IJsmeren
De besneeuwde bergtoppen van Gilgit Baltisan en Attabad zijn onderdeel van het Himalayagebergte. De bergketen, de hoogste ter wereld, loopt over 2000 kilometer vanaf noordelijk Pakistan in een boog over Nepal, Bhutan en eindigt in de Indiase provincie Arunachal Pradesh. Ze ontstond ruim 70 miljoen jaar geleden. De Himalaya – te vertalen als ‘de woonplaats in de sneeuw’ – herbergt beroemde reuzen als de Mount Everest en de K2.
Ooit bezat de Himalaya ruim 600 miljard ton ijs. Maar volgens onderzoekers van de Amerikaanse Columbia Universiteit verliest het Aziatische gebergte momenteel zoveel ijs dat in 2100 een derde van alle gletsjers zal zijn verdwenen. Het smeltende ijs levert een groot gevaar op voor de dorpen. “De sneeuw die in de zomer smelt, bevriest als het weer kouder wordt tot ijsmeren. Je ziet dat die op den duur overlopen en enorme overstromingen veroorzaken. Smeltende gletsjers kunnen complete gemeenschappen van de kaart vegen”, luidt een van de conclusies uit het rapport van de Columbia Universiteit.
“Een tijdbom”, noemt Shah Shimshalee het ijsmeer op twintig kilometer afstand van zijn dorp in de Shimshalvallei. Als het meer smelt en overstroomt, schat hij in dat er geen huis overeind blijft. Het hele dorp zou voor de veiligheid moeten worden ontruimd. “Waar moeten we dan heen?”, vraagt Shimshalee. Hij verdient zoals bijna iedereen in het dorp zijn inkomen in de bergsport. Als gids begeleidt hij buitenlandse bergbeklimmers. “Ons dorp is niet het enige dat onder water dreigt te verdwijnen. Honderden dorpen lopen gevaar door de smeltende gletsjers. Maar wie geeft ons een nieuwe woning? Wie betaalt de verhuizing? En waar vinden we een nieuwe baan?”, vraagt hij vertwijfeld. Dus blijft hij voorlopig in de Shimshalvallei.
Gevarenzone
In Hassanabad kwam de bevolking zelf met een noodoplossing. Daar ontstond vorige winter na een overstroming een ijsmeer op 5 kilometer van het dorp. “Niemand deed nog een oog dicht”, vertelt dorpsleider Ejaz Ali. Gewapend met zijn mobiele telefoon trok hij de bergen in en bestudeerde het ijsmeer tot in de kleinste details. “Als het zou smelten – rekenden we uit – zou het water met een rotgang door de rivier stromen. We wonen er weliswaar boven. Maar door de kracht van het water liepen de natuurlijke zandmuren die ons beschermen, gevaar om in te storten”, vertelt Ali. Het hele voorjaar en een deel van de zomer werkte het dorp aan het stuken van cementen muren langs de rivier. Toen het ijsmeer uiteindelijk smolt, gutste het gletsjerwater door de rivier. Maar het plan had gewerkt. “De muren bleven staan. Verderop overstroomde de rivier wel. Grote delen van de doorgaande weg, die was aangelegd door de overheid, werden weggespoeld. Wij zaten hoog en droog te kijken naar het verkeer dat urenlang vastzat”, vertelt Ali.
Het gevaar is nog niet geweken, want de gletsjer smelt nog steeds. “In de afgelopen winter viel er een recordhoeveelheid sneeuw. We groeven al een tunnel voor betere waterdoorvoer. Maar we vrezen dat als straks de vorst intreedt, het gesmolten sneeuwwater opnieuw een ijsmeer vormt. Zolang de gletsjers te snel smelten, blijven we in de gevarenzone”, vreest Ali.
Droogte
Het smeltende Himalaya-ijs is, behalve een bedreiging, een zoetwaterreservoir voor 800 miljoen mensen in de regio. Maar ook deze watervoorziening staat onder druk doordat de gletsjers te snel smelten. Het overtollige smeltwater wordt niet opgevangen, waardoor per jaar 8 miljard ton water verloren gaat.
In het zuiden van Pakistan is een tekort aan drinkwater al veel langer een groot probleem. Terwijl het noorden kampt met overstromingen, valt in het zuiden op sommige plekken al jaren geen druppel regen meer. Mensen trekken richting de verderop gelegen steden, op zoek naar water en een beter bestaan. Pakistan telt inmiddels zeker 13 miljoen klimaatvluchtelingen. Volgens Amar Guriro, een van de weinige milieujournalisten in Pakistan, zijn het er in de praktijk meer. Het merendeel komt in illegale sloppenwijken terecht. Langs de snelweg van de zuidelijke havenstad Karachi leeft inmiddels een half miljoen gezinnen in zelfgemaakte tenten.
Bhutto (28) kwam tien jaar geleden als een van de eersten met zijn familie. Hij verliet zijn dorp vanwege de aanhoudende droogte; kinderen stierven er aan de gevolgen van ondervoeding. “We pakten onze spullen, niet meer dan potten, pannen en doeken, en vertrokken naar de grote stad.” Bhutto vergaart nu zijn inkomen door met een slang op drukke markten op te treden. De rest van zijn familie bedelt, net als het merendeel van de bewoners in zijn kamp. De bosjes achter de tenten fungeren als toiletten. Er is geen stromend water. Verderop is een pomp, maar die is in het bezit van een mosliminternaat. De migranten, hoofdzakelijk hindoes, krijgen als minderheid geen toestemming de pomp te gebruiken. “Elke dag komen waterverkopers langs. Maar het water is zo duur. Bijna al ons inkomen gaat eraan op”, vertelt Bhutto.
In het stof zitten vrouwen op een kleed. Ze hebben hun geld bij elkaar gelegd en samen een grote zak meel gekocht. Iedereen krijgt een zakje mee om er roti’s, broodjes, van te bakken. Het is vaak de enige maaltijd van de dag. “We verlieten ons dorp op zoek naar water. Zie nu toch waar we terecht zijn gekomen”, zegt de moeder van Bhutto. Maar terug naar de woestijn kunnen ze niet. De meeste grond is in handen van feodale landheren, en de landbouw biedt onvoldoende werkgelegenheid.
Verspilling
Volgens de Pakistaanse meteorologische dienst zal de droogte nog minstens 4 jaar aanhouden. De regen die op sommige plekken valt, is beneden het gemiddelde. De provincie Sindh, waar de metropool Karachi de hoofdstad van is, kampt met een chronisch watertekort. De uitblijvende moesson is niet de enige oorzaak. De regen die valt, verdwijnt in de grond. “Tijdens de Indusbeschaving, 5000 jaar geleden, werd het water in ondergrondse bassins bewaard voor droge tijden. Nu spoelt het regenwater weg. Zo verspillen we miljarden liters water”, stelt journalist Guriro.
Guriro neemt me naar Thatta, ruim twee uur rijden van Karachi. Vanaf een hoofdweg loopt een cementen geul de dorre akkers in. Het einde is tot onze verbazing open. Het water dat tijdens het regenseizoen wordt opgevangen, trekt snel de droge grond in. Uit de resten van een muur en enkele verschoten kleren in het zand maken we op dat hier ooit mensen woonden. In de verre omtrek zien we geen teken van leven. De droogte heeft de bewoners op de vlucht doen slaan.
Over de aarde hangt een witte gloed. “Zout”, zegt Guriro. Vanaf de Himalaya, waar de 2000 lange Indusrivier ontspringt, zijn negentien dammen gebouwd die dienen voor water- en elektriciteitsvoorziening. Daardoor stroomt het water aan het einde van de rivier niet meer door. Zout water dringt de riviermond binnen en verzilt de ooit vruchtbare landbouwgrond in de delta buiten Karachi.
Drinkwater
Buiten een rieten nederzetting een eind verderop graven gesluierde meisjes in het zand naar water. Ze wachten bij het gat tot er water opborrelt. Soms duurt het uren voordat er een beetje komt. Met een pannetje gieten ze het water in een jerrycan. Het is troebel, stinkt en zit vol modder. “We hebben geen alternatief”, zegt dorpsoudste Mohammed. Er is geen drinkwater. Net zomin als toiletten of douches. In een van de gaten is een hond gekropen, hij geniet van een koel bad. De vrouwen jagen hem scheldend weg. “Nu kunnen ze het water niet meer gebruiken. Volgens de islam is een hond onrein”, legt Guriro uit.
“Waarom vertrekken jullie niet naar een plek waar schoon drinkwater is?”, vraagt Guriro. Mohammed vertelt hoe hij samen met zeven families 2 jaar geleden in deze rieten huisjes kwam te wonen. Ze verlieten de woestijn van Tharpakar, waar het al 4 jaar niet meer had geregend. In het dorpje dat ze nu hebben opgezet, viel de eerste tijd nog een beetje regen en konden ze nog wat verbouwen. Die tijd is nu voorbij. En ja, ze zouden graag opnieuw verhuizen, maar ze bezitten helemaal niets. “Verhuizen kost geld. Deze mensen zijn zo arm, ze hebben zelfs geen geld voor een buskaartje”, legt Guriro uit. De metropool Karachi ligt op nog geen twee uur rijden van de rieten nederzetting.
Het wrange is: er is genoeg water in het land. “De gletsjers in het noorden leveren voldoende drink- en irrigatiewater voor heel Pakistan. Het terugkerende probleem is dat we te veel water verspillen”, benadrukt Guriro. “Als het overtollige gletsjerwater opgevangen zou worden, heeft de opwarming van de aarde minder invloed op ons dagelijkse leven en hoeven miljoenen mensen nu niet te migreren.” Helaas heeft de Pakistaanse regering, zoals de meeste overheden in de wereld, nog geen adequaat antwoord op de klimaatverandering. En die treft hier, zoals overal, vooral de armen.
Geef een reactie