Afgelopen mei trok een protestkaravaan langs de Braziliaanse kust. Mikpunt van het protest was de nog aan te leggen haven Porto Central, en de plannen voor nóg een haven op het strand van Jaconé.
De demonstranten willen weten wat de gevolgen van deze havens zullen zijn. Voor de vierhonderd gezinnen in de regio die leven van kleinschalige visserij. Voor het beschermde Atlantische Woud, een kustgebied met een buitengewoon grote biodiversiteit, dat is erkend als Werelderfgoed. Voor de Quilombola-gemeenschappen in het zuiden van Espirito Santo, gemeenschappen met een eigen cultuur en tradities, die werden gevestigd door nazaten van gevluchte ‘vrije slaven’. En voor de veiligheid van meisjes en vrouwen. Met de komst van duizenden jonge mannen − zonder familie − neemt het geweld tegen vrouwen toe, zo leert de ervaring. Seksuele uitbuiting en verkrachting komen vaker voor nadat de aanleg van een haven is gestart, en kortstondige relaties leiden tot een stijging in het aantal tienerzwangerschappen en alleenstaande moeders.
De demonstranten vroegen de Nederlandse consul in een brief om opheldering. Aangekomen op de eindbestemming van de protestkaravaan in Rio de Janeiro, wilden zij praten met de consul én baggerbedrijf Van Oord, beide betrokken bij de bouw van Porto Central. De activisten werden door geen van beide ontvangen, dus demonstreerden zij op straat.
De betrokkenheid van de Nederlandse vertegenwoordiging en Van Oord is op z’n zachtst gezegd ondoorzichtig. De eerste speelde een rol in de oorspronkelijke afspraken tussen Porto Central en de Haven van Rotterdam − als investeerder − en Van Oord. De Haven van Rotterdam heeft zich uiteindelijk teruggetrokken als investeerder, maar blijft wel aan als adviseur van het project. De status van Van Oord is onduidelijk. De CEO van Porto Central kondigde in de gemeenteraad de betrokkenheid aan van Van Oord als investeerder én verantwoordelijke voor de bouw van de haven, maar Van Oord zelf laat hier voorlopig niets over los.
De karavaan, een initiatief van de landelijke campagne Nem um poço a mais (Niet nog een olieput), bracht leiders van dertig maatschappelijke organisaties bijeen. Sommige deelnemers − afkomstig uit de omgeving van de bestaande havens Porto Acú en Porto Macaé − konden uit eerste hand vertellen wat de aanleg van een nieuwe haven betekent. Gedurende een week wisselden ze onderling kennis en ervaringen uit over de vernietigende impact van havens op mensen en milieu ten behoeve van offshore oliewinning. Over hun liefde voor de stranden en baaien, inhammen en kapen, lagunes, zandbanken, mangroves en riffen. En over verzet, strijd, hoop en wanhoop. Wie zijn zij?
Noêmia Magalhães
Voor de bouw van de haven Porto Açu werden 1500 families van hun land gezet, zonder daar ooit iets voor terug te hebben gekregen. Vijfhonderd van hen begonnen een rechtszaak en eisten compensatie. Alleen Noêmia lukte het om haar ecologische boerderij te behouden − ondanks het geweld en doodsbedreigingen aan haar adres. Elf jaar lang heeft ze gestreden om te kunnen blijven. Nu is ze 77 jaar. Ze putte kracht uit de herinnering aan haar vader, die zich succesvol heeft weten te verzetten tegen de bouw van een dam. “Ik kan de nagedachtenis van mijn vader niet beschamen”, vertelt ze. Haar boerderij ligt nu als een groene oase midden in een lege, zanderige woestenij. Het overgrote deel van de omliggende 7900 hectare − onteigend om vrij baan te maken voor de aanleg van de haven, en om protesten in de kiem te smoren − blijft ongebruikt. Nu wordt de boerderij van Noêmia bedreigd door verzilting, als gevolg van de aanleg van de haven.
Ivan en Regina
Regina is een regionale leider van het Movimento dos Trabalhadores Rurais Sem Terra (MST, de beweging van landloze boeren − red.) in het zuiden van Espirito Santo, waar de haven Porto Central zal worden aangelegd. 77 families zullen daar rechtstreeks door getroffen worden. Ook haar man Ivan werkt voor het MST. “We produceren gezond voedsel voor onze mensen, voor de steden, maar de haven zal ons verjagen. En dan heb ik het nog niet over de gevolgen van de verzilting.” Regina strijdt voor meer dan alleen de boeren. “Het gaat ook om de strijd van vrouwen, Quilombola’s en vissers. We zijn hier om onze rechten en die van onze voorouders op te eisen. Wij zijn vandaag hier, maar wij zullen er zijn in elke uithoek van het land waar dit soort havenprojecten worden ontwikkeld door bedrijven die ons land vernietigen.”
Dora en Marilán
Dora en haar dochter Marilán zijn vissers uit Pte. Kennedy, Praia Marobá, waar Porto Central gebouwd zal worden. Ze gebruiken alles wat uit zee komt: de visvangst, de visschubben, de schelpen. Dora is voorzitter van de Associaçao de Artesanos, de Vereniging van Ambachtelijke Visserij, haar dochter coördineert sociale projecten voor vrouwelijke vissers. Ze maken zich zorgen over een toename van geweld, vooral tegen tegen vrouwen. Dora: “We zien het in alle gemeenschappen waar we komen: berovingen, prostitutie. Porto Central blijft maar zeggen dat de impact klein zal zijn, maar wij weten wel beter.”
De haven biedt veel werk, en voor al die mensen moeten er scholen komen, gezondheidszorg, riolering. Marilán heeft tijdens de karavaan veel geleerd van de getuigenissen van anderen. “Het is triest om te zien wat de mensen in de gemeente Macaé allemaal al doormaken, en wat er in de toekomst in mijn gemeente zal gebeuren.”
Agatha
Agatha, uit Cajueira de Itapimirim, is mensenrechtenactiviste, straatartiest en staatsraadslid in Espirito Santo. Zij zet zich in voor de emancipatie van de zwarte bevolking in het zuiden van Espirito Santo en voor de rechten van lhbti+-ers. “Het kan niet langer: je niet bewust zijn van wat er gebeurt met het milieu, en met onze traditionele volkeren en gemeenschappen. Het kan niet langer dat je je niet verzet. Tegen de ontbossing, het ecotoerisme, het massale geweld: alles wat de haven met zich meebrengt. De haven berooft gezinnen van hun levensonderhoud, berooft de natuur van alle leven en brengt verwoesting en verwaarlozing. Wij willen een veilige plaats voor onze bevolking, het recht om een betere toekomst op te bouwen voor ons allemaal.”
Joào
Officieel heet hij Joào Batista Guimaraes, maar iedereen noemt hem Joào de Angelim, omdat hij uit een Quilombola-gemeenschap in het stroomgebied van de Angelim-rivier komt. Joào is landbouwtechnicus en opgeleid als agro-ecoloog. De afgelopen 10 jaar heeft hij de retomadas begeleid, oftewel: zorgen dat de gebieden die van de Quilombolas zijn afgepakt voor eucalyptusplantages weer worden teruggegeven, mét eigendomsbewijs.
Wat heeft de bosbouw te maken met Porto Central? Alles, zegt Joào. Suzano, de grootste producent van eucalyptuspulp ter wereld, exporteert haar producten naar Europa. “Dat gebeurt nu via de havens van Espirito Santo, en met nóg een haven zal dat probleem alleen maar groter worden. Suzano gebruikt al 60 jaar lang landbouwchemicaliën die de mensen, de rivieren en de vis vervuilen. Suzano zou ons ontwikkeling moeten brengen, maar heeft ons alleen maar verarming gebracht.”
Neia Vera
Neia staat op het strand van Jaconé, op de plek waar de haven zal komen. Eigenlijk heet ze Rocinea, maar iedereen kent haar als Neia Vera. Neia volgt de campagne Nem um poço a mais al een hele tijd. De haven ontneemt ons onze identiteit, zegt Neia, een identiteit die in haar geval vooral wordt bepaald door het vissersleven. Hetzelfde geldt voor de Quilombola’s, rivierbewoners en kleine boeren. En dat is niet het enige. “Deze grote reus steelt wat van ons is: ons toerisme, onze stranden, onze vis, ons land, ons gezonde voedsel, onze lucht. Daarom strijden we tegen deze bedrijven die ons milieu en onze gezondheid aantasten. We hebben niet nóg een olieput en nóg een haven nodig.”
Elma koch zegt
Wat een moedige strijdvaardige mensen waar ik enorm respect voor heb. Ze strijden voor hun rechten en willen de prachtige natuur, de biodiversiteit en hun leefomgeving behouden voor vele leefgemeenschappen. Letterlijk alles verwoesten voor meer kapitaal van rijke investeerders ten koste van…Overal in de wereld is deze strijd bezig.. je moet helaas een lange adem hebben maar besef dat dit de enige mogelijkheid is om de aarde leefbaar te houden.
Ruth Vermeulen zegt
Kom op voor AL je mede-wereldburgers die DURVEN PROTESTEREN TEGEN die paar levensmiddelen-multinationals die de wereldwijde milieuvernitiging veroorzaken en verandering naar een duurzame voedseltekort en eerlijke distributie tegenhouden