Twee recente uitspraken van de Raad van State zijn gunstig voor natuurbeschermers.
Soms zit het mee, soms zit het tegen. Zo ligt er terwijl ik dit schrijf prachtig ijs, maar onder een dikke laag sneeuw, zodat ik mijn schaatskriebels helaas nog moet bedwingen. Als het gaat om natuur- en milieubescherming zit het natuurlijk al een paar jaar zwaar tegen omdat de huidige coalitie daar geen boodschap aan heeft. Maar wat mee zit is een aantal mooie recente uitspraken van de Raad van State, die gunstig zijn voor natuurbeschermers. Hieronder geef ik er twee kort weer.
De rechter heeft op 14 december 2011 over het IJsselmeer bepaald, dat het ministerie van E, L & I (lees: heer Bleker) ervoor moeten zorgen dat het leefgebied van de visetende watervogels verbetert. De landelijke populatie neemt namelijk al jaren af door verslechtering van de visstand. De minister van LNV had het gebied aangewezen als beschermd natuurgebied, maar dat is onvoldoende: er moet een verbeterdoelstelling worden opgenomen in het Doelendocument voor het IJsselmeer. Werk aan de winkel dus, voor E, L & I! Hier moeten bijna letterlijk spierinkjes worden uitgegooid om een hoger doel te halen.
De tweede uitspraak is gunstig voor mensen die in de buurt van een beschermd natuurgebied wonen. Zij kunnen zich gelukkig in juridische procedures blijven inzetten voor de bescherming van hun omgeving. Dit belang wordt ook als hun eigen belang gezien. De introductie van het zogenaamde relativiteitsvereiste in de Crisis- en herstelwet heeft dit niet verhinderd, blijkt uit een uitspraak van 13 juli 2011. Dat zit dan weer mee! Het relativiteitsvereiste staat in sommige andere gevallen namelijk wel in de weg bij bescherming van onze leefomgeving.
Binnenkort beslist de Tweede Kamer over het wetsvoorstel om de Crisis- en herstelwet permanent te maken, en dus ook het relativiteitsvereiste. Dat zou een tegenvaller zijn, want veel goeds heeft die wet niet gebracht voor natuur- en milieubescherming.
Geef een reactie