Staatssecretaris van Milieu Mansveld beschuldigt WNF en Greenpeace van belangenverstrengeling met het FSC-keurmerk. En dat is de wereld op z’n kop. Dat vindt Anouk van Baalen, inhoudelijk medewerker Energie en Grondstoffen bij Milieudefensie.
Staatssecretaris van Milieu Mansveld wil voor het duurzame inkoopbeleid van de overheid hout met het Maleisische MTCS-keurmerk toestaan. Maar met MTCS is nogal wat mis. Zo veel mis, dat het niet voldoet aan de criteria voor duurzaam inkopen van de overheid. Als milieuorganisaties de staatssecretaris er echter op wijzen dat ze zich niet aan haar eigen beleid houdt, beschuldigt ze WNF en Greenpeace van belangenverstrengeling vanwege hun betrokkenheid bij het FSC-keurmerk. En dat is de wereld op z’n kop.
Ook Milieudefensie is lid van FSC International, en niet voor niets. Milieudefensie en de andere milieu-organisaties zijn betrokken bij het FSC keurmerk om de milieubelangen te behartigen en niet de belangen van het keurmerk an sich. Het is de vraag wat Mansveld denkt als ze de milieuorganisaties beschuldigt van belangenverstrengeling. Financieel winnen de milieuorganisaties er niets bij, ze betalen jaarlijks hun lidmaatschap van FSC. Het goede aan de opzet van het FSC keurmerk is daarnaast dat de verschillende belangen – economie, milieu, sociaal – evenredig vertegenwoordigd zijn en geen van die belangen de overhand kan hebben.
De betrokkenheid van Milieudefensie zorgt er bovendien voor dat we ook op ontwikkelingen binnen FSC kritisch kunnen blijven. Wel legt FSC van alle keurmerken de lat het hoogst, niet alleen qua milieu- en sociale eisen, maar ook qua transparantie en toegang tot besluitvorming en klachtenprocedures. En dat vinden wij niet alleen, dat vindt de Nederlandse overheid zelf ook. Want die koos bijvoorbeeld met de duurzaamheidscriteria voor biomassa ook voor FSC of gelijkwaardig.
Ontbossing gaat gewoon door
Dit staat in schril contrast met het Maleisische MTCS-keurmerk. Mansveld presenteert dit als net zo duurzaam als FSC, ondanks de stapel bewijzen dat het MTCS certificaat niet beschermt tegen ontbossing en de rechten van inheemse volkeren in praktijk negeert. Een onafhankelijke commissie heeft eerder vastgesteld dat in Maleisië geen sprake is van duurzaam bosbeheer, en er is geen bewijs dat de problemen zijn opgelost. Uit eerder onderzoek maar ook nog recent blijkt dat MTCS een truck toepast om ontbossing toch te laten plaatsvinden. Het stuk dat ontbost wordt, wordt simpelweg uit het certificaat gehaald en als voldongen feit beschouwd. Het overige bos behoud dan het duurzaamheidscertificaat.
Inspraak is een farce
Net zo erg is de transparantie en inspraakprocedure van MTCS: in tegenstelling tot FSC is dit een door de industrie opgezet keurmerk met voor de verantwoording een paar excuus-NGOs. Of deze NGO’s dan daadwerkelijk de belangen behartigen waar ze voor staan is de vraag.
Zo verwijst Mansveld in haar brief aan de kamer naar twee NGO’s die zogenaamd de belangen vertegenwoordigen van de inheemse bevolkingsgroepen, en die achter het MTCS-keurmerk zouden staan. Maar volgens JOAS, een koepelorganisatie van inheemse volkeren, hebben deze organisaties banden met de houtkap of vertegenwoordigen ze slechts een klein deel van inheemse volkeren. Ook zegt Mansveld dat JOAS positief is over het keurmerk. Echter, JOAS liet in een brief weten dat dit onterecht is. Ze spreken zelfs over een “falend of niet bestaand consultatiesysteem”. Kortom: de kritiek van milieuorganisaties op het MTCS-keurmerk is terecht. Of die organisaties bij FSC zijn aangesloten is niet relevant. Met MTCS is van alles mis.
De echte belangenverstrengeling
Ondanks al deze problemen omzeilt Mansveld net als haar voorganger haar eigen procedure en onafhankelijke toetsingssysteem. De problemen zijn volgens haar opgelost, terwijl de toetsingscommissie hierover nog moet rapporteren. Mansveld lijkt hiermee duidelijk voorrang te geven aan de economische belangen voor milieu en mensenrechten. Díe belangen zijn wel fors. Nederland is namelijk het belangrijkste exportland voor Maleisië buiten Azië. In Nederland komt 29 procent van het tropisch gezaagd hout uit Maleisië. Naast veel meranti dat in kozijnen wordt verwerkt, exporteert Maleisië ook veel palmolie naar Nederland. De handelsrelatie wordt hier duidelijk vooropgezet en de mensenrechten en milieubelangen worden afgedaan als een soort inspanningssverplichting. Dit is voor een staatssecretaris van Milieu onbegrijpelijk.
Anouk van Baalen is inhoudelijk medewerker Energie en Grondstoffen bij Milieudefensie
Geef een reactie