Sander Bauer uit Uithoorn zet zich in voor een natuurinclusieve stad, als zelfstandig adviseur en als klimaatburgemeester.
“Twee jaar geleden las ik een oproep in de lokale krant voor klimaatburgemeesters. Uithoorn bleek er nog geen te hebben. Ik heb me aangemeld via de website, heel laagdrempelig, en later kreeg ik bericht dat ik het was geworden. Het is een functie die goed aansluit bij wat ik al doe in mijn baan: ik adviseer lokale bestuurders en politici over natuurinclusief beleid.
Dankzij de nieuwe Omgevingswet die begin dit jaar is ingegaan, kunnen burgers makkelijker opkomen voor natuurbelangen. Bijvoorbeeld door hun mening te geven over plannen van de gemeente. Tegelijkertijd merk ik dat er nog onvoldoende ecologische basiskennis is, ook bij politici. Dat zie ik bijvoorbeeld terug in lokale beleidsvoorstellen en opdrachten die projectontwikkelaars krijgen. Zo las ik een plan voor daktuinen voor amfibieën. Kikkers op je dak, maar hoe komen die daar dan? Van zoiets krijg ik echt kortsluiting. Gelukkig mag ik ook meedenken over oplossingen. Zo hoop ik zulke missers te helpen voorkomen.”
Geen groen netwerk
“In Uithoorn is de natuur versnipperd en niet zo gevarieerd. Het ontbreekt aan een groen netwerk waarin soorten zich kunnen verplaatsen. Als klimaatburgemeester doe ik voorstellen voor plekken waar inheemse planten kunnen worden geplant, om die ecologische structuur te versterken. Ik ben bijeenkomsten voor milieubewuste millennials in Uithoorn aan het opzetten en ik voer gesprekken met inwoners, zoals op de Klimaatmarkt. Daarnaast probeer ik ook online zichtbaar te zijn, bijvoorbeeld door stukken te schrijven op LinkedIn.”
Elkaar versterken
“Maar het klimaatburgemeesterschap is niet altijd een feestje, ik krijg ook weleens beledigingen naar mijn hoofd. Prima als je het met mij oneens bent, maar reageer niet je boosheid of frustratie op mij af. De eerste landelijke bijeenkomst voor klimaatburgemeesters afgelopen oktober was gelukkig juist een groep gelijkgestemden. We kunnen veel van elkaars initiatieven leren. Toch kun je niet zomaar een project in West-Friesland herhalen in Limburg, elke situatie is anders. Hoe kunnen we elkaar dan versterken? Daar gaan we de komende tijd mee verder.”
Geef een reactie