Het IPCC zet kernenergie al sinds het jaar 2000 in zijn modellen. Dat was dan ook het jaar waarin we voor het eerst onder het motto ‘Don’t Nuke the Climate’ actievoerden en de VN een petitie aanboden waarin 800 organisaties van over de hele wereld de onderhandelaars opriepen niet te kiezen voor perverse oplossingen.
Dit jaar publiceerde het IPCC vier mogelijke scenario’s waarin kernenergie een meer of minder prominente rol speelt. Met enige gretigheid sprongen niet alleen de nucleaire industrie maar ook de Ecomodernisten op deze vier scenario’s. En de boodschap werd slim en verleidelijk verpakt: ‘Milieubeweging, laten we samen optrekken tegen de fossiele industrie; Duurzame energie en atoomstroom gaan samen de wereld redden.’ Ecomodernist Marco Visscher stelt in zijn opiniestuk Stop kernafval niet weg maar zorg ervoor dat we niet anders kunnen – zelfs het IPCC zegt het – en suggereert dat onze angst voor met name kernafval overtrokken is.
Enige nuance is wel op z’n plek.
Ziet de IPCC een toename van kernenergie in de stroommix als een noodzakelijk onderdeel van de oplossing? Nee. Ook zonder is het volgens het IPCC mogelijk de doelstellingen van ‘Parijs’ te halen. Het IPCC heeft ongeveer 90 verschillende modellen en scenario’s die leiden tot een maximale opwarming van 1,5 ° C bekeken en beoordeeld. In de meeste zogeheten 1,5 ° C-paden wordt aangenomen dat het aandeel kernenergie in 2050 toeneemt, maar niet in allemaal. Maar dankzij onderhandelingen over de samenvattingen zijn in de ‘samenvatting voor beleidsmakers’ enkel 4 scenario’s opgenomen waarin kernenergie altijd een (groeiende) rol speelt. Het blijft echter interessant om ook naar de andere scenario’s te kijken, omdat ze laten zien hoe stevig er ingegrepen moet gaan worden om de doelstellingen van Parijs te halen.
Adviseert het IPCC om meer kerncentrales te bouwen? Nee. Het IPPC adviseert überhaupt niet, het doet geen (beleids)aanbevelingen. Ze maken een overzicht van keuzes en laten het aan de politieke en maatschappelijke krachten om daar wel of niet voor te kiezen.
Is het IPCC optimistisch over de rol van nucleair? Niet echt. Een citaat: “De politieke, economische, sociale en technische haalbaarheid van zonne-energie, windenergie en opslagtechnologie is de afgelopen jaren enorm verbeterd, terwijl die van kernenergie en CO2-opvang en -opslag (CCS) in de elektriciteitssector geen vergelijkbare verbeteringen hebben laten zien.” Fijntjes merkt het IIPCC nog op dat het 10-19 jaar duurt om een kerncentrale te bouwen.
Kernenergie kan in theorie een grotere rol gaan spelen in de stroommix maar alleen als er mondiaal, bijvoorbeeld in VN-verband, wordt gekozen voor een mechanisme om kernenergie met publiek geld zeer fors te gaan ondersteunen. Het is een politieke keuze. De markt gaat geen kerncentrales meer bouwen. Er zijn andere krachten nodig om de positie van kernenergie weer vlot te trekken. In een realiteit die laat zien dat schone opwek van stroom heel hard groeit en steeds goedkoper wordt, is het eigenlijk ondenkbaar dat er gekozen wordt om kernenergie heel substantieel te gaan ondersteunen. Als er publiek geld beschikbaar is voor klimaatbeleid zal die niet in een (politiek, economisch, technisch) riskante technologie gestoken worden.
En wat als de wanhoop toeneemt en /of de krachten die belang hebben bij meer kernenergie de wereldgemeenschap overtuigen en iedereen er met elkaar de schouders onder zet?
IPCC-scenario P1
In het IPCC-scenario P1 (degene van de vier scenario’s in de beleidssamenvatting met de minste inzet van extra kernenergie) neemt het aandeel kernenergie in de stroommix vóór 2030 toe met 59 procent. Om dat te bereiken moet je ongeveer 32 reactoren van gemiddeld 1 GW per jaar bouwen, elk jaar, van 2019 tot en met 2030. Het scenario schetst voor de periode 2030-2050 dan nog een toename van 150 procent. In die periode gaan er tegelijk heel veel bestaande kerncentrales van het net af (verwachting: 400 GW). Dat betekent dat je ook in de periode tussen 2030 en 2050 jaarlijks 32 reactoren van 1 GW aan het net moet koppelen. Hoe realistisch is dit? In de laatste 10 jaar is er 1 jaar geweest waarin er 10 kerncentrales aan het net werden gekoppeld (waarvan de bouw ver voor de ramp in Fukushima startte). In alle andere jaren van het laatste decennium werden er per jaar gemiddeld minder dan 3 aan het net gekoppeld. Omdat er na Fukushima nog minder kerncentrales werden besteld, gaan er in de komen jaren minder dan 3 gemiddeld per jaar aan het net gekoppeld worden.
Dan is nog is er geen enkel realistisch scenario denkbaar waarin de industrie haar capaciteit om te bouwen in een paar jaar tijd kan vertienvoudigen (zie kader). Ja, kernenergie stoot minder CO2 uit dan een kolencentrale. Maar het is niet reëel om te denken dat het een serieuze bijdrage kan leveren aan de doelstelling om opwarming te beperken tot maximaal 1,5 ° C opwarming. Ondanks het optimisme dat ecomodernisten als Marco Visscher over de technologie hebben.
De echte wereld
In de echte wereld is het overduidelijk dat er serieuze nadelen kleven aan kernenergie. Laten we voor het gemak even voorbijgaan aan bijvoorbeeld het risico van een nucleaire ramp (kleine kans, grote gevolgen), de innige relatie tussen civiele kernenergie en de aanmaak en proliferatie van kernwapens (waarom zouden de Arabische Emiraten met hulp van Rusland toch zo graag de nucleaire cyclus in huis halen..?), en ook aan de sociale en milieugevolgen van uraniumwinning in landen als Niger, Namibië, Malawi, Zuid-Afrika. Laten we het even alleen hebben over het kernafval.
Voor een Ecomodernist die er prat op gaat rationeel naar heikele issues te kijken, zweeft Marco in zijn bijdrage wel heel ver in een andere dimensie. Kernafval een ‘potentiele spirituele kwaliteit’ toedichten heeft toch echt niets van doen met een heel simpele bèta-wetenschappelijke realiteit: hoog radioactief afval is levensgevaarlijk. Het is zwaar toxisch en sterk radioactief. Het moet voor 240.000 jaar volledig van mens en milieu geïsoleerd worden bewaard. Hierover zijn de nucleaire industrie en de tegenstanders van kernenergie het eens. Na 60 jaar kernenergie en honderden miljarden euro’s – in vrijwel alle landen opgebracht uit publieke middelen – is er nog geen land ter wereld dat een definitieve, bewezen en milieutechnisch geaccepteerde oplossing heeft om dat te doen. En geloof me, de nucleaire industrie zou niets liever willen dan een oplossing kunnen presenteren; het zou de weerstand tegen kernenergie enorm doen afnemen. Is er dan misschien nog geen eindberging gerealiseerd omdat milieugekkies lastig doen? Marco weet wel beter. Hooguit is de milieubeweging vertolker van een zeer breed gedragen wetenschappelijk discours dat steeds opnieuw concludeert dat het schier onmogelijk is een opslagmethode te vinden die gegarandeerd 240.000 jaar veilig is.
Ja, er is al veel kernafval. We zullen op zoek moeten naar de minst slechte oplossing. Maar je kunt van niemand verlangen de dweil ter hand te nemen terwijl de kraan nog openstaat. Het wordt nu, tegen hoge kosten, overal ter wereld ‘tijdelijk’ opgeslagen in afwachting van een ‘definitieve’ oplossing.
In tegenstelling tot wat Marco beweert is dat overigens op tal van plekken misgegaan; mensen zijn besmet geraakt door ongelukken met kernafval. Gelukkig nog niet op grote schaal. Maar dat is dan wel dankzij het feit dat er ten koste van grote inspanningen en heel veel geld dag-in, dag-uit intensief op gelet wordt. In Nederland doen we dat in bunkers, in Zeeland. Die gaan we de komende 100 jaar elke 30 jaar herbouwen. Waarom 100 jaar? Omdat de regering er voor kiest de kop in het zand te steken; we gaan pas over 100 jaar een besluit nemen over eindberging. Lekker makkelijk.
In veel landen ligt het afval in tamelijk kwetsbare constructies bij de kerncentrales zelf. Waarom? Omdat de nucleaire industrie geen idee heeft wat ze er mee aan moet. En ja, daar vinden wij wat van.
Ik heb niets met het Frankenstein-frame van Marco. Als er iemand niet wegkijkt is het wel de milieubeweging. Sterker nog; wij kijken het beest al 40 jaar recht in de bek. En we doen ons best om het terug in het hok te krijgen. Kernenergie? Nee bedankt!
Frank van Schaik zegt
Lijkt me glashelder. En het NRC-nieuws van vandaag dat de regering sinds de Urgenda-uitspraak (juni 2015) eigenlijk al 3,5 jaar geen echte zoden-aan-de-dijk-maatregelen heeft genomen, plaatst het “Kernenergie? Misschien toch!”-frame in een nog slechter daglicht. We hadden zoveel verder kunnen zijn in Nederland als men in 1997 (Kyoto!) al ECHT wakker was geworden.
Theo Richel zegt
Eigenlijk is er maar één argument tegen kernenergie en dat is straling. En voor straling is de halve wereld doodsbang omdat in de jaren 20 van de vorige eeuw professor Muller liet zien dat straling het erfelijk materiaal kan aantasten. Muller kreeg daarvoor de Nobelprijs, en er werd besloten dat straling altijd gevaarlijk was. Altijd. Nu weten we dat Muller er naast zat (zoek op Calabrese) en dat de evacuaties van Tsjernobyl en Fukushima meer levens gekost hebben dan gered en dat er geen voorbeelden zijn van mutaties bij mensen door straling en dat straling misschien wel kanker verwekt, maar alleen in heel hoge doses waar je alleen in zeer uitzonderlijke situaties mee geconfronteerd wordt en misschien zelfs wel extra gezond is. Beneden een dosis van max 200 mSv is er niks aan de hand. die grens is nu 1 mSv en oorzaak van veel angst. Een groep van wetenschappers bepleit daarom het afschaffen of in ieder geval fors versoepelen van stralingsnormen. De EPA heeft duidelijk gemaakt dat men er wel oren naar heeft. Het gaat zeker niet morgen gebeuren, maar is onontkoombaar want straling rechtvaardigt op geen stukken na de angst waar Peer zijn broodwinning van heeft gemaakt. En dan komt kernenergie toch gewoon weer op de agenda. Simpel omdat het een goede energiebron is.
Een dergelijke ontwikkeling betekent ook dat het probleem vh radioactieve afval is opgelost, idiote oplossingen als opslaan in mijnen zijn niet nodig. Het afval kan hergebruikt worden in de geneeskunde, de energiewinning en ? de resterende radioactiviteit is geen probleem.