De strijd om voedselsoevereiniteit en rechten voor vrouwen gaat in Uruguay hand in hand. Karin Nansen is medeoprichter van REDES, Friends of the Earth Uruguay, is tegenwoordig voorzitter van Friends of the Earth International. In 2015 sprak zij met ons over waarom de strijd voor duurzaamheid en gelijke rechten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Een verhaal dat nog altijd even relevant is.
Uruguay verandert snel, net als heel Zuid-Amerika. Het kampt met veelkoppige milieuproblemen die als radartjes in elkaar grijpen: waterproblematiek, ontbossing voor grootschalige landbouw, biodiversiteitsverlies, gentech soja en maïs, problemen door pesticiden- en kunstmestgebruik. REDES, Friends of the Earth Uruguay, kijkt naar milieuproblemen vanuit het perspectief van sociale rechtvaardigheid. REDES staat dan ook voor Red de Ecología Social, netwerk voor sociale ecologie. Dat betekent in de praktijk, zo somt Karin Nansen op: verzet tegen vrijhandelsverdragen, campagnes tegen de privatisering van water, een zadennetwerk voor biodiversiteit in de landbouw, dat bovendien strijdt voor het recht om gentechvrij te blijven. Binnenkort gaat ook schaliegas spelen in Uruguay. En uiteraard is er de strijd voor voedselsoevereiniteit.
Wat is voedselsoevereiniteit?
“Voedselsoevereiniteit is het recht om zelf te bepalen hoe je voedselsysteem eruitziet. Als er over de wereldvoedselproblematiek gepraat wordt, gaat het vaak over of mensen toegang tot voedsel hebben, of ze een eerlijke prijs krijgen voor hun producten, of ze voldoende geld krijgen als ze hun land verkopen aan een groot agribedrijf. Maar voedselsoevereiniteit gaat dieper. Het gaat over het recht om zelf op het land te produceren, om zelf te bepalen wát je verbouwt en voor welke markt. Het gaat ook over het recht op gezond voedsel, op cultureel passend voedsel, op agro-ecologie, ecologisch verantwoord kunnen verbouwen. In Latijns-Amerika wordt de beweging naar voedselsoevereiniteit getrokken door NGO’s, waaronder de internationale boerenbeweging Via Campesina.
In Uruguay lijkt het niet slecht te gaan, we kennen niet de grote problemen die Paraguay kent. Daar staat een rechtse regering toe dat er met geweld mensen van hun land worden gejaagd. Hier hebben we een progressieve regering, die gelooft in de beloften van grootschalige landbouw. Hier worden mensen niet vermoord, maar ze krijgen geld geboden voor hun land, op dit moment heel veel geld. Niet iedereen verkoopt het land, echter, en degenen die overblijven hebben te kampen met sociale druk en besmettingsproblemen met gentechzaden, pesticiden en kunstmest. Dit is geen landroof volgens de officiële definitie, maar het is natuurlijk eigenlijk wel landroof, met andere middelen.
Voor de individuele mensen is het niet zo slecht, maar voor het land is het verschrikkelijk natuurlijk. In de laatste tien jaar is 20 procent van de kleine boeren gestopt, waarvan 70 procent zeer kleine boeren met 1 tot 10 hectare land. Er wordt ook hier ontbost, we hebben ook hier problemen met watervervuiling, vooral door kunstmest. Deze ontwikkeling is buitengewoon slecht voor de biodiversiteit en voor de autonomie van mensen.
Duurzaamheid, mensenrechten en gelijkheidsstrijd zijn daarom onderdeel van de definitie van voedselsoevereiniteit. Dat is wat zelfbeschikkingsrecht betekent. Vrouwen in het bijzonder zijn cruciaal geweest in het ontwikkelen van de voedselsoevereiniteitsbeweging, want ze spelen een fundamentele rol in de voedselproductie.”
Wat is die fundamentele rol?
“De ‘producent’ wordt altijd gezien als de man, en de vrouwen als hun ‘helpers’. Als er een landbouwkundig ingenieur langskomt voor een zakelijk gesprek, dan vraagt hij waar haar echtgenoot is. Maar vrouwen nemen net zo goed deel aan productie in het veld. Gemiddeld zijn het vaker vrouwen die verantwoordelijk zijn voor het verbouwen van het voedsel dat de familie zelf eet. Mannen verbouwen vaker de cashcrops (zoals maïs) die op de binnenlandse markt verkocht worden. Het verbouwen van eigen voedsel is niet alleen van belang in de huiselijke sfeer, maar ook in de publieke sfeer. Dankzij deze eigen voedselproductie bestaan veel kleine boerenbedrijven nog, want veel bedrijven die alleen cashcrops verbouwen, zijn vaak niet rendabel. Het voedsel dat vrouwen verbouwen houdt het hele lokale landbouwsysteem overeind.”
Hoe is hun perspectief anders?
“Die vrouwen denken op een andere manier over investeringen, nemen andere beslissingen over zaaigoed en grondbewerking, want zij moeten denken op de zeer lange termijn: dat stuk land moet de familie tot het eind der tijden kunnen voeden op een gezonde manier. Vaak zijn het ook vrouwen die zorgen voor ouderen en kinderen, en die daarom weten wat voedsel betekent voor de gezondheid en de toekomst van de familie.
Eind jaren ’90 werd Uruguay zwaar getroffen door de economische crisis. Voor de cashcrops hadden mannen de jaren ervoor geïnvesteerd in dure machines, want zij zijn doorgaans degenen die beslissen wat er met het geld gebeurt. Veel plattelandsvrouwen die we erover spraken zeiden: ‘Als onze echtgenoten naar ons geluisterd hadden, zaten we nu niet zo diep in de schulden.’ Daarom is het noodzakelijk dat vrouwen het recht hebben hun eigen economische beslissingen te nemen.”
Wat betekent het dat je de rol van vrouwen wilt waarderen?
“Ja, wat betekent dat? Wil je hun werk gaan betalen? Dit proces bestaat uit experimenteren. Op dit moment willen we vooral vrouwen een stem geven. Zij zijn deelnemers aan het politieke proces, ze hebben macht, die moeten ze gebruiken. Uruguay is geïnspireerd door de landen om ons heen. In Brazilië, Paraguay en Chili zijn vrouwengroepen onderdeel van Via Campesina. In Brazilië is er een sterke afdeling van de Wereldmars voor Vrouwen die zich inzet voor voedselsoevereiniteit en agro-ecologie. Ons netwerk van plattelandsvrouwengroepen bestaat uiteraard uit vrouwen alleen. Het zadennetwerk is op hele families gericht. We proberen bij REDES qua representatie en contactpersonen op ten minste 50 procent vrouwen te komen. Als je zo denkt, verandert je strategie.”
Hoe heeft het jullie strategie beïnvloed?
“Het is bijvoorbeeld nodig dat vrouwen onderdeel zijn van het zadenruilnetwerk. Dit netwerk is een samenwerkingsverband van organisaties en bestaat uit 27 lokale groepen. Het netwerk voor zaaigoed werkt zo: boeren krijgen zaad en geven een deel van de zaadopbrengst terug, niet noodzakelijk hetzelfde zaad. Er wordt geïnventariseerd wat de behoeftes zijn, welke zaden beschikbaar zijn en wat er geproduceerd wordt. De landbouwkennis, kunde en behoeftes van vrouwen zijn cruciaal hiervoor. De familielandbouw die onder andere door vrouwen gedaan wordt, fungeert op deze manier als een levende zaadbank van cultureel erfgoed. Biodiversiteit in de landbouw is hiervan afhankelijk. Traditionele maïsrassen, bijvoorbeeld, verdwijnen als er alleen voor de markt verbouwd wordt.”
Hebben jullie veel last van de opkomst van gentech maïs en soja?
Wat altijd gezegd werd, dat lokale landbouw en grootschalige projecten naast elkaar zouden kunnen bestaan, blijkt niet waar. De opkomst van gentechsoja is enorm, er groeit hier nu al 1 miljoen hectare gentechsoja. De kleine boeren die daarnaast zitten, hebben last van besmetting met pesticiden en kunstmest, en problemen met de watervoorziening. De andere bedreiging is genetisch gemodificeerde maïs. Uit ons onderzoek is gebleken dat er besmetting plaatsvindt tussen gentechmaïs en lokale maïsrassen. In het zadennetwerk stoppen we veel moeite in het screenen van het zaad, want als boeren in het netwerk niet gentechvrij kunnen verbouwen, kunnen ze hun maïsproducten niet als biologisch verkopen. Dat is een enorm probleem.
We lopen aan tegen hetzelfde probleem als vrijhandels- en investeringsverdragen overal veroorzaken: grote buitenlandse bedrijven dwingen een positie af op basis van getekende verdragen, onafhankelijk van de gevolgen, en dwingen Uruguay hun landbouw te hervormen via een geschillencommissie als niet aan de verdragen wordt voldaan.
Precies zo’n constructie vrezen we ook in het geval van schaliegas. Binnenkort mag er verkend worden of hier schaliegas gewonnen kan worden, maar de mogelijkheid bestaat dat de overheid daarna niet meer kan beslissen dat ze het niet wil, dankzij bilaterale investeringsverdragen. De bevolking verliest op die manier hun zelfbeschikkingsrecht. Dit is geen ongegronde vrees, overigens. Philip Morris, de Zwitserse tabaksgigant heeft onlangs een geschil met Uruguay neergelegd bij het ICSID, het Internationaal Centrum ter beslechting van Investeringsgeschillen, onderdeel van de Wereldbank, wegens dat we hier antirookmaatregelen nemen. Omdat er een bilateraal investeringsverdrag tussen Uruguay en Zwitserland is, kon het Zwitserse Philip Morris ons verwijten dat wij op deze manier hen hiermee economische schade toe te brengen.”
Merk je in de steden iets van de leegloop van het platteland?
“Op zich is het voor uitgekochte boeren geen slecht leven in de stad. Vaak zijn het oudere generaties die toch al geen opvolger voor de boerderij hadden, en ze hebben flink geld gehad voor hun land, dus ze komen niet in de armoede terecht. Ze kunnen een prima leven leiden. Maar Montevideo, onze hoofdstad, begint wel een steeds groter beslag op de omgeving te leggen. Mensen in de stad zijn steeds onwetender van wat er op het platteland gebeurt. Toch kan soms de bewustwording ineens toenemen.
In 2013 hadden we een probleem met de watervoorziening. Door overmatig gebruik van landbouwgif en kunstmest in de grootschalige landbouw was er een enorm algenprobleem. Dat was een wake-up call voor de stedelingen. Wat is er aan de hand met ons water? Waarom? Mensen wilden weten wat er precies speelde en het werd een groot schandaal. En momenteel is er vanuit de steden een grote roep om labeling van gentech op voedsel.”
Zijn vrouwen eigenlijk niet juist beter af in de steden dan op het platteland?
“Onze bedoeling is niet om vrouwen koste wat kost in dezelfde traditionele rollen te houden. Natuurlijk is je eigen geld verdienen belangrijk, en zijn toegang tot en gelijke rechten op de arbeidsmarkt manieren om autonomie en emancipatie te krijgen. Maar er zijn een heleboel vrouwen op het platteland. Dat is geen romantisch verhaal. In de jaren 90 was het voor plattelandsvrouwengroepen die net begonnen echt heel moeilijk. Het kan moeilijk zijn om echtgenoten ervan te overtuigen om vrouwen het huis uit te laten gaan naar bijeenkomsten.
De beweging wordt getrokken door enorm krachtige vrouwen, maar dat zijn niet de enige vrouwen die je wilt bereiken. Soms is het zelfs een kwestie van ervoor zorgen dat vrouwen praktisch in staat zijn om te kunnen komen. Op het zaadfestival eind dit jaar bijvoorbeeld, zorgen we ervoor dat mensen hun kinderen mee kunnen nemen. Er zijn activiteiten, er is begeleiding. Als dat er niet is, zullen veel vrouwen niet kunnen komen.”
Strijkt de strijd voor vrouwenrechten sommige mensen niet tegen de haren in?
“Meestal praten mensen niet over gender, want het is een makkelijke manier om problemen te krijgen. Het is niet makkelijk om over feministische zaken te praten. REDES werkt vanuit een feministisch perspectief, maar veel vrouwen waarmee we werken zien zichzelf niet als feminist, vaak omdat ze bang zijn om buitengesloten te worden. Dat hoeft ook niet. Maar we zijn wel eerlijk en open over waar we onze denkbeelden vandaan hebben.”
Zit er geen gevaar in de nadruk op de empowerment van vrouwen?
“Het gevaar bestaat dat vrouwen in plaats van het zielige slachtoffer dat geholpen moet worden, nu ineens de heiligen zijn die de Aarde moeten gaan redden. Vrouwen staan niet ‘dichter bij de natuur’ dan mannen of iets dergelijks. En ze zijn ook niet beter dan mannen. De seksescheiding op het gebied van werk is een gebruik, een cultureel construct, het is niet gebaseerd op een essentie in de vrouw of de man. Maar door hun culturele rol hebben vrouwen op dit moment specifieke kennis die niet erkend wordt. Daarom gaat het ons er ook om dat mannen én vrouwen samen rollen delen. Dat vrouwen gehoord worden, hun kennis serieus genomen wordt, en mannen zich gesteund voelen om ook andere rollen op zich te nemen. Oneerlijke arbeidsverdeling naar sekse moet een duurzaam en eerlijk voedselsysteem niet in de weg staan.”
Karin Nansen
Opleiding: Studeerde social sciences, social ecology.
Functies: Werkte jarenlang met plattelandsvrouwen in Urugay en andere landen in Latijns-Amerika.
Mede-oprichter van Friends of the Earth Uruguay/REDES in 1988. Momenteel REDES programmacoordinator
Geef een reactie