Al drie jaar op rij valt er te weinig regen in de stuwmeren rond Kaapstad. Het watergebruik moet drastisch omlaag, en snel. De dag dat er geen water meer uit de kraan komt, nadert met rasse schreden.
Beelden: Marten van Dijl
“Kijk, ik heb net mijn zwembad met de helft kleiner gemaakt.” Paul Plumstead (44) laat de foto’s van het metselwerk zien op zijn telefoon. “Daarmee wordt de oppervlakte kleiner en kan er minder verdampen. De andere helft van het water heb ik opgeslagen in een ‘waterblaas’. We gebruiken het zwembad nu alleen als opslagplaats.” Hij staat op een zaterdagmiddag aan de bar in de kantine van de jachtclub van Theewaterskloofdam, een stuwmeer in de heuvels rond Kaapstad. Het is druk in de kantine. Alle ogen zijn gericht op het tv scherm; de nationale rugbyhelden ‘de Springboks’ spelen en ze zijn aan de winnende hand.
Het is midden op de dag, mooi weer en er staat een briesje. Ideaal zeilweer, maar er zijn nauwelijks boten op het meer. Theewaterskloofdam is één van de zes stuwmeren die de Westkaap (6,2 miljoen mensen, inclusief Kaapstad) van water moeten voorzien. Het water staat historisch laag omdat de Westkaap getroffen is door een droogte die al drie jaar aanhoudt. Normaliter wordt in de drogere zomer (onze winter) ongeveer 30 procent van het water in de stuwmeren opgebruikt. In de regenrijke winter wordt dat tekort weer aangevuld. Nu er al drie jaar op rij te weinig regen valt, begint het dalende waterniveau zeer zorgelijk te worden.
Volgens onderzoek van de Kaapse overheid wordt het leeuwendeel (65 procent) van het water door ‘gewone huishoudens’ gebruikt. De ‘informal settlements’ – de sloppenwijken waar ongeveer 12 procent van de Kaapse bevolking woont – gebruiken bij elkaar 3,6 procent van het water. De rest wordt door bedrijven, winkels en overheden opgesoupeerd. Met andere woorden: de ‘gewone huishoudens’ zijn de grootverbruikers. En van de hoeveelheid water die zij gebruiken, gaat meer dan de helft naar ‘niet essentieel waterverbruik’ zoals de tuin, het zwembad en het wassen van de auto.
Bloedserieus
De bewoners van Kaapstad en omstreken moeten zich inmiddels houden aan een rantsoen van 50 liter per persoon per dag. Dat betekent kort (een minuut) douchen, niet doortrekken na het plassen (‘when it’s yellow, let it mellow’) en de tuin, het zwembad en het wassen van de auto voor gezien houden. Veel bewoners van de Westkaap zijn gewend aan een luxe levensstijl, waarbij een zwembad in de tuin, badderen in een wellnessresort, een bootje op het meer en een bubbelbad in huis geen uitzonderlijke dingen zijn. Hen valt het zwaar. In de facebookgroep ‘Water Shedding Western Cape’ worden tips gedeeld over hoe je je benen kunt scheren zonder veel water te gebruiken. Maar er zijn ook depressieve gevoelens. ‘Ik voel me gestresst, ik denk de hele dag alleen maar aan hoeveel water ik verbruik met alles wat ik doe’. Een enkeling vraagt zich af of het niet beter is om Kaapstad te verlaten. Mensen delen foto’s van afgestorven sierplanten in de tuin en afgeknipte haren, om minder water te gebruiken bij het haren wassen.
Het lukt inmiddels bijna de helft van de bevolking zich aan de limiet te houden. Anderen betalen liever meer voor hun waterrekening en wassen nog steeds de auto, tot grote irritatie van hun buurtgenoten. Sinds januari steekt de overheid ook daar een stokje voor. Huishoudens die in de fout gaan, krijgen een elektronisch apparaatje op hun meter dat de waterkraan letterlijk dichtdraait als de limiet overschreden dreigt te worden. Tot nu toe zijn tienduizend van die meters geplaatst. Nog veel te weinig om het te scheutig met water omgaan echt te stoppen, hoewel de dreiging bloedserieus is. Het water raakt echt op. Een humanitaire ramp dreigt.
Echt ellendig
Day zero, de dag waarop het water in de dammen op 13 procent staat en de kranen dicht gaan, komt steeds dichterbij. Het kleine beetje water dat dan nog over is, gaat naar ziekenhuizen, bedrijven en de informal settlements, waar heel veel mensen samendoen met één kraan. In november 2017 werd day zero nog op 13 mei ingeschat (de werkelijke dag is afhankelijk van hoe goed men zich aan de voorschriften houdt bijvoorbeeld, en of er toch regen gaat vallen), later schoof hij terug naar 12 april. Dan wordt het echt ellendig, zegt Klaudia Schacht van het Wereld Natuur Fonds. “Dan moeten we allemaal in de rij staan voor water dat is opgepompt uit de grond, of voor zeewater dat ontzout is. We krijgen dan 25 liter per persoon per dag. Je kunt je voorstellen welke invloed dat heeft op bijvoorbeeld arbeidsprocessen, als je een deel van de dag in de rij moet staan voor water.”
Bedrijven zullen zo lang mogelijk water krijgen om de economie draaiende te houden en onherstelbare economische schade te voorkomen, vertelt een veiligheidsmanager van de gemeente in News24, Zuid Afrika’s grootste digitale nieuwsmedium. Maar de dag die ten allen tijde voorkomen moet worden omdat die ‘really unpleasant’ zal zijn: in de rij staan voor water. De consequenties daarvan zullen op den duur onhoudbaar zijn.
Ondertussen zijn er al 35.000 banen in de landbouw gesneuveld. “Jullie merken daar weinig van, alleen dat Kaapse wijn straks niet meer in jullie supermarkt ligt”, aldus Schacht. Maar op de regio heeft het een enorme economische impact.
In afwachting van day zero is de overheid nu naarstig bezig om water uit de grond te halen en ontziltingsinstallaties aan te leggen. Er is veel kritiek. Schacht: “Het ministerie van water en sanitatie heeft een corruptieschandaal aan zijn broek hangen en een flink financieringstekort, dus daar hoeven we niet veel van te verwachten. Maar ook de lokale overheid hier in Westkaap heeft haar prioriteiten de laatste jaren op andere zaken gericht en reageert nu veel te laat. Hoewel dit al het derde droge jaar op rij is.”
Confronterend
In de wc van het WNF kantoor ligt de plas van enkele voorgangers nog in de pot. Naast de kraan hangt een briefje met het verzoek om desinfecterende gel uit een flesje te gebruiken in plaats van de kraan. “Iedereen hier op kantoor houdt zich aan de voorschriften,” zegt Schacht. “Maar iedereen komt zichzelf ook tegen. Of het nu is omdat je het vies vindt om niet door te trekken, omdat je je planten ziet verpieteren of gedwongen wordt om minder koffie te drinken. Anderen vinden het vervelend om langer dezelfde kleding te dragen of niet vaak meer te kunnen douchen.”
Even verderop is een bierbrouwerij die bier maakt van water uit een bron. Toen de droogte een groot probleem werd, besloot de brouwerij haar bron open te stellen voor bewoners. Om zo water uit de kraan te sparen. In het weekend staan er rijen tot buiten het hek, maar op een doordeweekse dag is het er ‘gezellig druk’ met mensen die hun auto’s volladen met jerrycans bronwater. Een van de mensen die water inlaadt, is Goodman Nhate (59). Hij werkt als manusje van alles bij een familie in de stad. Nhates vrouw en kinderen werken op een boerderij op het platteland, hij bezoekt ze om het weekend. “Voor mijzelf is er weinig veranderd,” vertelt hij. “Ik gebruikte al niet veel water. Ik doe niet elke dag schone kleren aan. Maar ik zie aan de boss en zijn vrouw en hun twee kinderen dat het voor hen moeilijk is. Zij draait bijvoorbeeld nog elke dag een was. Ze willen nu niet meer dat ik de hele tuin sproei, alleen nog maar sommige planten, en ook dat ik de auto minder vaak was.” Zijn leven is dus eigenlijk wat makkelijker geworden omdat hij nu minder werk hoeft te verzetten? Een lach breekt door op zijn gezicht. “Eigenlijk wel, ja!” Grinnikend zet hij de jerrycan in de auto.
Zuinig
Hoewel de apartheid al bijna dertig jaar is afgeschaft, lopen de lijnen rijk en arm(er) nog grotendeels via kleur in de Westkaap. In de informal settlements, waar veel zwarte mensen wonen, moet je soms een kilometer lopen naar de dichtstbijzijnde kraan. In Siyahlala bijvoorbeeld, verbruiken mensen gemiddeld twintig liter water per persoon per dag. Waswater wordt hergebruikt als afwaswater, en vervolgens worden daar ook de afwassen van een aantal buurgezinnen in gedaan.
Zo zuinig met water zijn meneer en mevrouw Beukers (beiden 71) nog niet. Ze nemen 78 liter water van de brouwerijbron mee. Daar moeten vijf volwassenen en één kind het even mee uitzingen. “We komen hier een paar keer per week.” In de auto ligt ook een nieuwe wasmachine. “Mijn huidige wasmachine verbruikt 40 liter water per wasbeurt en deze gebruikt de helft”, zegt mevrouw Beukers. Verder proberen ze minder thee te drinken en minder door te trekken na het plassen. Ze maken zich zorgen. “Er komen zoveel mensen naar Kaapstad. Toeristen, vluchtelingen uit Zimbabwe, mensen uit andere delen van Zuid Afrika. Die hebben allemaal water nodig.”
In de kantine van de jachtclub bij Theewaterskloofdam kijkt Plumstead via zijn telefoon op de buienradar. Er komen buien vanuit het westen over zee, maar voor ze het land bereiken buigen ze af. En vallen onder Kaap de Goede Hoop in zee, niet op het land. “Dat lopen we dus allemaal mis,” verzucht hij. Plumstead heeft twee boten op het meer liggen, maar veel andere boten liggen op de kant werkeloos te zijn. “Door het gezonken water moet je het meer heel goed kennen wil je je boot niet beschadigen”, zegt Lize Wheeler (52), ‘weekend duty manager’ van de jachtclub. “Dit was vroeger akkerland. Oude fundamenten van boerderijen komen nu naar boven.”
Overleven
Plumstead komt al veertien jaar op de club, hij kent er veel mensen en heeft een jaarlijks lidmaatschap. De jachtclub, die draait op de contributie van leden en op vrijwillige inzet, loopt nu veel inkomsten van dagjesmensen mis. “Dat is jammer, want we kunnen zo minder leuke dingen organiseren,” zegt Wheeler. “Maar dat niet alleen. Het bestuur heeft ook plannen om de uitheemse bomen van het terrein te verwijderen, die slurpen namelijk veel water. We willen die vervangen door inheemse bomen, maar daar hebben we nu de middelen niet voor.”
Het is één van de plannen die ook het WNF aanmoedigt. “De mensen die hun baan in de landbouw en de wijnsector hebben verloren, zouden aan de slag kunnen met het planten van inheemse bomen.” Het zijn goede plannen die eigenlijk net te laat komen, zoals ook het boren naar grondwater of het ontzouten van zeewater.
Ondertussen worden de bewoners van de welvarende delen van Kaapstad ingehaald door de feiten. Op sommige plekken komt al bruin water uit de kraan. Het waterniveau in Theewaterskloofdam is gedaald naar 12,9 procent. In alle zes dammen bij elkaar zit nog 28 procent. Day zero is weer een stukje vooruitgeschoven, naar 11 mei, omdat boeren elders in Zuid-Afrika water aan de stad hebben gedoneerd. Begin februari viel bovendien nog wat regen, maar lang niet genoeg om het onheil af te wenden. In de facebookgroep praten mensen elkaar moed in, maar de berichten worden steeds benauwder: “De overheid had eerder moeten ingrijpen en laat ons in de steek, maar we gaan dit overleven.” “Ik ga het prachtige Kaapstad niet verlaten als het een beetje moeilijk wordt.” “Ik ben alle winkels afgeweest, maar kan nergens water in flessen meer kopen. Weet iemand waar het in Kaapstad nog te krijgen is?” “Ik ga morgen naaktlopen, dat scheelt wassen, wie doet er mee?” Het grapje vindt niet veel bijval. De meeste mensen houden hun hart vast en als ze lachen, dan als een boer met kiespijn. Plumstead: “Als het water echt op is, maakt het niet meer uit of je rijk of arm bent of in een sloppenwijk woont of in een villa. Dan is het een kwestie van overleven. Voor iedereen.”
Dimmie Hendriks zegt
Het watertekort in Kaapstad is een complex vraagstuk. Day Zero is inmiddels doorgeschoven naar 2019, mede doordat het beschikbare water nu anders wordt verdeeld tussen de stad en het omringende landbouwgebied. Om een stad beter bestand te maken tegen perioden van droogte zijn onderstaande punten belangrijk:
1. Een stad is onderdeel van het stroomgebied van een rivier. De specifieke natuurlijke karakteristieken van het stroomgebied en andere watergebruikers in het stroomgebied hebben groot effect op de waterbeschikbaarheid in de stad (en vice versa). Ook het type (technische) maatregelen om watertekort tegen te gaan moet goed worden afgestemd op de karakteristieken van het stroomgebied waarin de stad ligt.
2. Een gedegen risicoanalyse geeft veel inzicht in droogte “hotspots” in en rond de stad. Ook wordt duidelijk welke sectoren en watergebruikers het hardste worden getroffen bij droogte, nu en in de toekomst. Het regelmatig uitvoeren van droogte stress-tests voor het stedelijk gebied is daarbij ook zinvol.
3. Tijdig betrekken van alle waterbeheerders en -gebruikers in en rond de stad is belangrijk voor het maken van een goed plan voor waterconservering en waterverdeling. Dit kan worden gedaan tijdens workshops met alle betrokken partijen en door de beschikbare waterkennis over de stad en het stroomgebied op een toegankelijke manier te delen.
4. Een voorspellingssysteem voor droogte met tijdige en goede berichtgeving over specifieke risico’s maakt het mogelijk voor waterbeheerders en watergebruikers om beter voorbereid te zijn, op tijd te reageren en zo adequate maatregelen te nemen.
5. Grondwater spelt een bijzondere rol. Bij het optreden van droogte neemt het gebruik van grondwater door boeren, bedrijven en particulieren vaak sterk toe. Het risico daarvan is dat de natuurlijke veerkracht van het watersysteem wordt uitgeput. Grondwaterstanden worden te laag voor natuur en landbouw en rivieren vallen (nog eerder) droog. Anderzijds biedt het stimuleren van wateropslag in de ondergrond tijdens natte perioden heel goede kansen om meer water vast te houden voor tijdens droge perioden.
Janneke Juffermans zegt
Dank voor deze aanvulling Dimmie!