Beeld: Valentine Zeler/NRC
Europese bedrijven die hun verantwoordelijkheden elders op de wereld ontlopen: de anti-wegkijkwet moet daar een einde aan maken. Initiatiefnemer Lara Wolters is tevreden. “Het is waanzin dat onze bedrijven economisch profiteren van activiteiten die hier hartstikke verboden zijn.”
“Blijkbaar betekent de Europese manier van leven dat we het recht hebben op rijkdom ten koste van anderen.” Begin dit jaar geeft Lara Wolters een vlammende maar ook wrange donderspeech in het Europees Parlement. “Blijkbaar mogen onze bedrijven kinderen uitbuiten! Blijkbaar mogen ze bossen vernietigen!” Ze heeft haar overtuigingskracht dan nog hard nodig: haar wet die bedrijven verantwoordelijk moet stellen voor mensenrechtenschendingen en milieudelicten in hun hele keten, is net afgeschoten – op een uiterst ongebruikelijke wijze.
“Deze hoeveelheid plotwendingen en dolken in ruggen zou volgens mij zelfs Shakespeare te ver zijn gegaan”, blikt ze terug via een videoverbinding vanuit Brussel. Toch kijkt ze er nu op terug met een lach op haar gezicht. De wet, die voluit de Corporate Sustainability Due Dilligence Directive (CSDDD) heet, is na meer dan 4 jaar touwtrekken op 25 juli 2024 eindelijk aangenomen – helaas wel in afgezwakte vorm. Hoogste tijd om de Europarlementariër van GroenLinks/Partij van de Arbeid te vragen wat er nu precies gebeurd is, en wat de nieuwe wet gaat betekenen.
Wat houdt de CSDDD in?
“Ik ben ’m zelf de anti-wegkijkwet gaan noemen. De wet zorgt er namelijk voor dat bedrijven die diensten of spullen aanbieden in de Europese Unie niet langer weg mogen kijken van misstanden die ze buiten de grenzen van ons continent veroorzaken. Dan hebben we het bijvoorbeeld over kinderarbeid, slechte arbeidsomstandigheden, milieuvervuiling en de excessieve uitstoot van broeikasgassen. Dat soort schaamteloze en verboden activiteiten moeten we in Europa gewoon niet mogelijk willen maken, ook niet door ze te verplaatsen naar landen met minder strenge wetten of een gebrek aan handhaving. Het is waanzin dat onze bedrijven economisch keihard kunnen profiteren van activiteiten die hier hartstikke verboden zijn. Bedrijven hebben ook gewoon verantwoordelijkheden. En dat is nu eindelijk in wetgeving vastgelegd.”
Er waren toch al internationale richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen?
“Zeker. Zo heb je de internationale richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. En de Guiding Principles for Business and Human Rights van de Verenigde Naties. Maar richtlijnen zijn anders dan wetgeving. Een wet maakt dingen namelijk afdwingbaar, dat is echt een andere wereld. Bedrijven zijn nu wettelijk verantwoordelijk voor hun hele keten, en als ze blijven wegkijken, kun je ze voor de rechter slepen en die kan dan boetes opleggen. Dat is echt een enorme mijlpaal.”
Mensen noemen het jóúw wet. Hoe zit dat?
“Ik ben de initiatiefnemer van deze wet, maar je doet zoiets natuurlijk niet alleen. Ik heb het initiatiefrapport geschreven en daarna de onderhandelingen in het parlement geleid. Ik heb dat alleen maar succesvol kunnen doen omdat er in 2019 dankzij vele anderen een groot politiek momentum was ontstaan om het wegkijken van bedrijven aan te pakken. Dat had bijvoorbeeld te maken met het instorten van Rana Plaza, die gigantische textielfabriek in Bangladesh waarbij meer dan duizend mensen zijn omgekomen, terwijl ze onze kleren aan het maken waren. Tal van ngo’s uit Brussel en uit de verschillende lidstaten pleitten al voor wetgeving. En bijvoorbeeld mensen van de VN, vakbonden en academici zeiden: nu moet er echt iets gebeuren, de maat is vol. Heel veel mensen, organisaties en actiegroepen hebben bijgedragen met plannen, petities, demonstraties en druk uitoefenen op de eurocommissaris. We hebben ons met z’n allen echt door bochten moeten wringen om dit voor elkaar te krijgen.”
De plotwendingen waar je het over had. Kun je daar wat meer over vertellen?
“Poeh. Heb je even? Haha. Je zou er een hele film over kunnen maken. Dat is ook gedaan trouwens, het Frans-Duitse Arte heeft een documentaire over dit hele traject gemaakt, Everyone’s Business.” Glimlachend: “Maar ik weet niet hoe goed je Frans en Duits zijn?”
Gelukkig voor iedereen die internationaal recht in het met Engels doorspekt Nederlands al uitdagend genoeg vindt, zijn er ook Nederlandstalige producties gemaakt. Voor een spannend inkijkje in de Europese politiek is bijvoorbeeld de VPRO-Tegenlicht aflevering Uit de kleren een aanrader, over hoe de anti-wegkijkwet ook misstanden in de kledingindustrie moet helpen beteugelen. De soms bijna thrillerachtige beelden van stemmingen, tegenvallers en uiteindelijk de overwinning zou je nauwelijks hoeven dramatiseren voor een zenuwslopende Netflix-serie. Kun je een paar highlights noemen? Of dieptepunten misschien… “Een dieptepunt: na de Covid-19 crisis vond de Europese Commissie bijvoorbeeld dat het even niet over mensenrechten zou moeten gaan. Bedrijven hadden het al zwaar genoeg, was de redenatie. Dus toen ik na jaren onderhandelen en schaven eindelijk een adviesrapport had voor een wet, met voldoende draagkracht in het Parlement, gaf de Commissie niet thuis. En de Commissie moet zo’n wetsvoorstel officieel voorbrengen, dat kun je als parlementslid niet doen. We hebben toen enorme druk moeten uitoefenen om ze alsnog met het voorstel te laten komen.”
Maar de meest onverwachte tegenvaller kwam nog daarna, vertelt Lara, en haar gezicht springt weer in een wat meer ernstige stand: “Vervolgens moesten het parlement en de lidstaten uitvechten wat de definitieve wettekst precies zou worden. Dat heeft een jaar gekost, en in taaie slotonderhandelingen van 16 uur zijn we daar uiteindelijk uitgekomen. Normaal gesproken is het dan klaar. Alleen de individuele lidstaten moeten dan nog ondertekenen, maar dat is een formaliteit. Dus wij waren in de wolken!” Alleen ging het deze keer anders. “Op het allerlaatste moment ging het toch nog mis. De kleine Duitse liberale regeringspartij FDP sprak zich tegen de wet uit, en de machtige bedrijvenlobby maakte daar optimaal gebruik van om ook anderen aan het twijfelen te krijgen. Zoiets had ik in Brussel nog nooit meegemaakt. Regeringsleiders die eerder, voor de camera nota bene, plechtig hun steun hadden toegezegd, trokken hun beloftes doodleuk weer in nadat lobbyisten van grote bedrijven begonnen te bellen. Ook iemand als de Franse president Macron, die normaal zijn mond vol heeft over mensenrechten. Uiteindelijk trokken Duitsland, Italië en Frankrijk hun steun in. Mijn bloed kookte.”
En dan zijn we aangekomen bij de vlammende en wrange donderspeech van begin dit jaar, die als volgt doordendert: “En blijkbaar hebben bedrijven geen enkele rol of verantwoordelijkheid om vraagtekens te stellen bij kinderarbeid en ontbossing, of er iets aan te doen. Laat het duidelijk zijn, dit is niet hoe ik er in sta. Dit is waar Macron, Meloni en Lindner samen hard voor hebben gevochten. En als ik nu woedend overkom, dan is dat omdat ik dat ben! We hadden een deal!” De speech is terug te zien op Lara’s Instagram-account.
“Maar ja,” vervolgt Lara met een citaat van Bismarck, “politiek is de kunst van het mogelijke. Ik was niet van plan om na 4 jaar op te geven. We zijn opnieuw om tafel gaan zitten om te onderhandelen over aanpassingen van de wettekst, zodat die door alle landen ondertekend zou worden. Daar zijn weer maanden overheen gegaan. We hebben ook een aantal concessies moeten doen. Maar dat deze wet nu gewoon bestaat, dat is fantastisch, dat gaat dingen echt veranderen!”
Wat gaan bedrijven concreet merken van deze wet?
“Bedrijven hebben nu de verplichting om hun hele productieketen in kaart brengen. De grootste bedrijven krijgen daar tot 2027 de tijd voor, minder grote bedrijven tot 2029. Als die bedrijven in dat proces schadelijke aspecten aantreffen, moeten ze die oplossen. Het is dus een actieverplichting, geen rapportageverplichting. Je kunt het je als bedrijf niet meer permitteren om weg te blijven kijken, of de schuld weg te wuiven richting een onderaannemer van een onderaannemer. Je moet je hele keten kennen, en die moet gewoon goed zijn. Er worden toezichthouders aangesteld om dat te borgen. Daar komt bij dat ook derden meldingen kunnen doen van ongeregeldheden. Als iemand van een vakbond bijvoorbeeld meldt dat er sprake is van kinderarbeid in de keten van jouw bedrijf, dan moet je dat als bedrijf onderzoeken en vervolgens handelen naar de uitkomsten daarvan. De wet biedt dus ook een belangrijk nieuw controlemechanisme, dat is ook een nuttig instrument voor organisaties zoals bijvoorbeeld Milieudefensie.”
Milieudefensie sleept grote vervuilers voor de rechter, door te stellen dat ze een klimaatplicht hebben op basis van het klimaatverdrag van Parijs. Hoe kijk je daar naar?
“Dat is hartstikke goed natuurlijk. Uiteindelijk willen we hetzelfde: dat bedrijven niet blind mogen zijn voor grootschalige vervuiling en mensenrechtenschendingen. En zo willen we bedrijven die wel goed bezig zijn een eerlijk speelveld bieden. Om dat voor elkaar te kunnen krijgen, hebben we de hele gereedschapskist nodig. De instrumenten die we daarvoor hebben, liggen wat mij betreft allemaal in elkaars verlengde. Van bovenaf kan de politiek wetten en regels opleggen, verdragen sluiten. Van onderop kunnen activisten die wetten en afspraken gebruiken om bedrijven ter verantwoording te roepen. Die dingen versterken elkaar. Ik hoop dat ngo’s en vakbonden deze wet veel gaan aanroepen om in actie te komen.”
Er is ook kritiek op de wet. Het MVO Platform bijvoorbeeld signaleert een aantal ernstige tekortkomingen.
“De OESO-richtlijnen en de Guiding Principles van de VN zijn op sommige vlakken strenger, dat klopt. Je kunt in verdragen nu eenmaal verder gaan als er geen juridische consequenties zijn, dan zijn conservatieve politici die teveel luisteren naar bedrijven toegeeflijker. Een wet is afdwingbaar. En die zorgt ook voor een eerlijker speelveld: er is een pakket spelregels dat voor alle bedrijven geldt. Maar natuurlijk, ik heb net als het MVO Platform gebaald van sommige compromissen.”
Waarop heb je in moeten leveren?
“Uiteindelijk vallen nu alleen bedrijven met meer dan duizend werknemers en met een omzet van meer dan 450 miljoen euro onder de wet. Ik wilde dat de wet ook voor kleinere bedrijven zou gelden, het MKB. Mijn tweede pijnpunt gaat over de grootte van de waardeketen die onder de wet valt. Wij wilden bijvoorbeeld dat bedrijven ook verantwoordelijk zouden zijn voor wat er met hun producten gebeurt ná de verkoop. Denk bijvoorbeeld aan alle goedkope en lage kwaliteit polyester kleding die in landfills verdwijnt, dat zou ook een verantwoordelijkheid moeten zijn van de producenten. Maar dat is niet gelukt. En ten slotte geldt de wet nu niet voor de financiële sector. Het is echt belachelijk, hoe die sector buiten schot wordt gehouden. Maar dat is iets waar Frankrijk bijvoorbeeld pontificaal voor is gaan liggen.”
Kun je dan wel echt tevreden zijn met de huidige wet?
“Toch wel. Er zitten ook een paar onderdelen in die juist weer een stap verder gaan dan bestaande richtlijnen. Zo moeten bedrijven een transitieplan opstellen om te laten zien hoe ze bijdragen aan de klimaatdoelen van Parijs. Ze moeten ondubbelzinnig omschrijven welke acties ze gaan ondernemen en hoeveel geld ze daarvoor reserveren, en daar kunnen we ze dus aan gaan houden.”
En nu moet de wet geïmplementeerd worden. Kunnen de nieuwe politieke verhoudingen binnen de EU nog roet in het eten gooien?
“Niet echt. De lidstaten hebben nu tot juli 2026 om de Europese wet vast te leggen in nationale wetgeving. Als je dat als land niet doet, kun je voor het Europees Hof worden gedaagd. Landen mogen nu ook al geen wetgeving meer maken die tegen deze wet ingaat. Natuurlijk is het niet ondenkbaar dat sommige partijen dwars willen gaan liggen, maar ze zijn te laat om het nog tegen te houden. En ik ga er natuurlijk bovenop zitten de komende maanden.”
Het zit Lara het meest dwars dat de financiële sector buiten schot blijft. Wat haar betreft is hier het laatste woord nog niet over gezegd. “Er begint nu weer een nieuwe termijn van 2 jaar in het Parlement. Daarin wil ik me vooral hard gaan maken voor due dilligence-wetgeving die ook voor de financiële sector geldt. Er staat nu al wél in de wet dat de Commissie de komende 5 jaar een review moet doen over hoe houdbaar het is dat de financiële sector nu niet onder deze wet valt. Daarin moet worden behandeld wat de effecten van die vrijstelling zijn, en daarbij hoort ook de vraag of voor die sector niet alsnog een voorstel moet komen. Zo hou je een voet tussen de deur. Ik heb alvast zitting genomen in de financiële commissie.”
Leny van Vliet zegt
Wat fantastisch dat deze anti-wegkijkwet is aangenomen, zodat de verantwoordelijkheid bij de producent ligt en transitie plannen verplicht zijn.
Nu nog de financiële sector.
Dit is een belangrijke stap naar meer klimaatrechtvaardigheid.
Ruth zegt
Dapper Lara!!!
Wat een inzet en geduld….
zonder enig eigen belang.
Welbedankt!