Beeld: Frankie Mills
De ACOS alliantie vraagt sinds 2016 aandacht voor de veiligheidvan journalisten wereldwijd. Volgens directrice Elisabet Cantenys zijn veiligheidskwesties niet meer alleen het domein van oorlogsverslaggevers. “In veel landen is een verhaal maken over klimaatverandering of grondstoffenproblematiek even gevaarlijk.”
Vanaf de zevende verdieping van het Londense hoofdkantoor van mediaconglomeraat Thomson Reuters blinkt de skyline van de Britse hoofdstad in een ondergaande herfstzon. Bankiers die in het zakendistrict werken, haasten zich van metrostation Canary Wharf naar de glazen kolossen waarin grootbanken als CitiGroup en HSBC kantoor houden.
Op hetzelfde moment hebben meer dan honderd journalisten, nieuwsmanagers, veiligheidsadviseurs en medewerkers van maatschappelijke organisaties zich op de redactievloer verzameld voor de jaarlijkse veiligheidsconferentie van de ACOS alliantie. Die afkorting staat voor A Culture of Safety, vertelt uitvoerend directrice Elisabet Cantenys. Haar organisatie zet zich sinds 2016 in voor meer veiligheid in de mediawereld – met name voor freelancers. Meer dan 150 nieuwsorganisaties, journalistenvakbonden en maatschappelijke organisaties die werken aan persvrijheid zijn inmiddels bij het internationale netwerk aangesloten.
Steeds relevanter
Na afloop van de conferentie blikt Elisabet in de lobby van haar hotel moe maar tevreden terug. Helaas is het werk dat ACOS doet de laatste jaren alleen maar relevanter geworden. Vooral media professionals die onderzoek doen naar klimaatverandering of milieuvergrijpen worden steeds vaker bedreigd: volgens onderzoek van UNESCO zegt 70 procent van hen de afgelopen 15 jaar intimidatie te hebben ondervonden of fysiek te zijn aangevallen.
Ook de toenemende vijandigheid tegen journalisten in westerse democratieën baart Elisabet grote zorgen. Daar zijn steeds meer regeringen die openlijk de vrije pers aanvallen, journalisten ‘tuig van de richel’ noemen of beschuldigen van nepnieuws. “Ook van collega’s die hier in Londen gevoelige financiële informatie doorspitten, worden telefoons afgetapt en kunnen computers worden gehackt”, vertelt Elisabet. “Door media professionals van over de hele wereld samen te brengen, hopen wij het cliché te doorbreken dat je als journalist alleen maar aan je veiligheid hoeft te denken als je afreist naar een oorlogsgebied. Het is erg om te moeten zeggen, maar journalisten zijn nergens nog helemaal veilig.”
Waar hebben we het precies over als het gaat om veiligheid?
“Veiligheid als begrip werd vroeger altijd gelinkt aan het fysieke welzijn van mensen die werken aan de frontlinie of van uit een crisisgebied. Maar tegenwoordig heeft veiligheid ook digitale, juridische en financiële aspecten. Daarom moeten we leren om er op een holistische manier naar te kijken. Een digitale bedreiging kan in het slechtste geval ook fysiek worden als je tegenstanders bijvoorbeeld uit vinden waar je woont. Of een onderzoek dat je hebt uitgevoerd, blijkt achteraf op eens juridische gevolgen te hebben. Dat zijn allemaal dingen waar je als journalist rekening mee moet houden.”
Het is een breed scala aan onderwerpen dat tijdens de tweedaagse conferentie wordt besproken. Thema’s als oorlogsgeweld en geestelijke gezondheid worden aangesneden. Er zijn discussies over de impact van kunstmatige intelligentie en een presentatie over hoe freelancers zelfstandig en methodisch hun eigen veiligheidsinschattingen kunnen maken. Een topjournalist van de BBC bespreekt met de zaal hoe drones de situatie aan het front lastiger maken. Er wordt gesproken over digitale veiligheid en hoe klimaatonderzoekers hun bronnen kunnen beschermen. Concrete initiatieven zijn er ook: zo wordt er een telefonische hulplijn geïntroduceerd voor journalisten die psychologische hulp nodig hebben.
Samenwerken over de grens
Een journalist uit Ghana vertelt over zijn onderzoek naar milieudelicten en hoe samenwerking met Europese mediaorganisaties zijn werk veiliger zou kunnen maken, terwijl een vrouw uit Iran er juist op wijst dat openlijke banden met buitenlandse media in haar land voor problemen kunnen zorgen vanwege de strenge spionagewetten. Tijdens de lunch vertelt een Keniaanse schrijfster over de impact van Europese klimaat wetgeving in Afrika. Volgens haar is het belangrijk dat journalisten meer over de grens heen gaan samenwerken om zo complexe, internationale problemen tot op de bodem uit te kunnen zoeken.
UNESCO meldt een toename in geweld tegen milieujournalisten. Wat merken jullie daarvan?
“Er zijn heel veel voorbeelden, uit met name Latijns-Amerika, die laten zien dat het werk als milieujournalist veel gevaarlijker is geworden dan het was. Ik kan je daarover geen verdere details vertellen. De meeste mensen die ons benaderen voor hulp worden namelijk serieus bedreigd. Vaak staan ze in contact met milieuactivisten die fysiek aangevallen worden en hebben ze vragen over hoe ze hun bronnen kunnen beschermen tegen dat geweld. In veel landen is een verhaal maken over klimaatverandering of grondstoffenproblematiek inmiddels even gevaarlijk als verslag doen vanaf de frontlinie in een oorlogsgebied. Het verschil is dat een frontlinie vrij overzichtelijk is. Hier zit de vijand, daar het leger dat jou bescherming biedt, en verder moet je goed kijken waar bijvoorbeeld bomen groeien die beschutting kunnen bieden bij een aanval. Voor klimaatjournalisten zijn de bedreigingen veel subtieler en ze kunnen per land verschillen. In zekere zin is het klimaat de nieuwe frontlinie en dat nieuwe front is overal.”
Dringt die nieuwe realiteit voldoende door binnen de journalistiek?
“In mijn ideale wereld is veiligheid niet iets dat je er maar een beetje bij doet. Een uitgebreide veiligheidsanalyse zou vooraf moeten gaan aan elk verhaal dat je gaat maken. Dat vereist een cultuuromslag bij journalisten zelf, maar ook binnen redacties. Als jij, een freelancer, een onderzoeksvoorstel indient bij je hoofdredacteur, moet die niet alleen aan jou vragen waarom het relevant is en wie je bronnen zijn, maar ook weten of je hebt gekeken naar de veiligheid ter plekke en die van je bronnen. Als je daar niet bewust mee bezig bent, kun je voor hen op een gegeven moment immers een risico worden. Om dat te veranderen, moet er een fundamenteel andere cultuur ontstaan binnen de mediawereld. Vaak gaat het in dit wereldje om scoren en vertellen we elkaar daar stoere verhalen over. Oudere journalisten kunnen de verplichting om een veiligheidsanalyse te maken opvatten als bureaucratie.
Om de gewenste cultuuromslag te bewerkstelligen, proberen we daarom juist jongeren te bereiken. We werken samen met journalistieke opleidingsinstituten en geven daar veiligheidstrainingen. Verder proberen we uitgevers en hoofdredacteuren binnenboord te halen als ambassadeurs. Zij zijn immers vaak juist degenen met minder ervaring in het veld, zij moeten er dus extra van overtuigd worden hoe groot de veiligheidsrisico’s kunnen zijn voor hun freelancers.”
Gaza
Naast de gevaren waarmee klimaatjournalisten zich geconfronteerd zien, kent de wereld op dit moment meerdere grote brandhaarden. Met name de oorlog in de Gazastrook is voor journalisten extreem risicovol – mede vanwege de allesverwoestende luchtaanvallen. Uit voorlopige cijfers van het Committee to Protect Journalists (CPJ) blijkt dat sinds het Israëlische leger Gaza is binnengevallen, er meer dan 116 journalisten zijn gedood: de dodelijkste periode voor journalisten sinds 1992, toen het CPJ begon met gegevens verzamelen. ACOS geeft geen directe ondersteuning aan journalisten ter plekke omdat Gaza nagenoeg ontoegankelijk is op dit moment. Wel heeft de organisatie in oktober veiligheidsworkshops georganiseerd in Beiroet voor journalisten uit Libanon. Oekraïne is wel vertegenwoordigd op de conferentie. Tijdens de tweede dag geeft journaliste Kateryna Sergatskova van de Oekraïense 2402 Foundation een presentatie waarin zij journalisten leert om eerste hulp te verlenen. Ook heeft haar stichting sinds het begin van de oorlog in Oekraïne honderden kogelvrije vesten, helmen en powerbanks beschik baar gesteld, dat laatste om apparatuur op te kunnen laden aan het front.
ACOS heeft mensen van over de hele wereld uitgenodigd, wat hopen jullie te bereiken door hen samen te brengen?
“ACOS werkt vanuit drie pilaren: we proberen allerlei mediaprofessionals zover te krijgen dat ze ambassadeur worden om onze boodschap verspreiden. Ten tweede organiseren we allerlei praktische oplossingen zoals veiligheidstrainingen voor journalisten. Tot slot faciliteren en coördineren we internationale samenwerking tussen journalisten en mensen die op andere manieren met veiligheid bezig zijn. Als je mensen uit verschillende landen bij elkaar brengt, kunnen ze ideeën uitwisselen over hoe je met bepaalde problemen moet omgaan.”
Ook journalisten moeten zich, net als bedrijven en overheden, internationaal organiseren?
“In feite zit er niets anders op. We kunnen als journalisten leren van elkaars ervaringen en samen praktische oplossingen bedenken. De uitdaging voor ons is om te blijven groeien zodat er meer mensen bij deze discussie betrokken raken, terwijl we tegelijkertijd willen dat conferenties als deze niet té groot worden. Iedereen moet zich comfortabel kunnen voelen. Gesprekken over waar je bang voor bent kunnen intiem zijn, en wij willen een safe space blijven garanderen voor iedereen. Als er, zoals gisteren, opeens een Afrikaanse journaliste opstaat en een anekdote deelt over hoe ze zich zorgen maakt dat haar artikelen de bosbeschermers waar ze over schrijft in gevaar kan brengen, dan ben ik er trots op dat wij dat bespreekbaar maken. Tijdens deze conferenties maakt het helemaal niets uit of je de hoofdredacteur bent van de BBC, of freelance werkt voor een klein medium met beperkte financiële middelen.”
Verkiezingen
Een kleine twee weken na de conferentie vinden de verkiezingen in de Verenigde Staten plaats. Elisabets zorgen over de vijandige opstelling in westerse landen worden er niet minder om, benadrukt ze nog maar eens per telefoon. “Toen ik me in 2004 begon bezig te houden met de veiligheid van journalisten, ging het nog vooral over conflictgebieden en traumaverwerking. Tegenwoordig worden journalisten overal en op allerlei manieren op de korrel genomen. Het strategisch en doelbewust in diskrediet brengen van media door politici is echt nieuw. Je ziet nu al dat veel collega’s zichzelf censureren uit angst voor represailles, of het vak helemaal verlaten door de groeiende druk. De uitslag van de Amerikaanse verkiezingen maakt dat allemaal nog relevanter. Donald Trump valt systematisch nieuwsorganisaties aan en heeft zo een erg vijandig klimaat gecreëerd waarin journalisten hun werk moeten doen. Zijn herverkiezing is een regelrechte bedreiging voor de vrije pers, niet alleen in de VS maar wereldwijd. Reden te meer waarom journalisten, veiligheidsexperts en hoofdredacteuren zich ook internationaal moeten organiseren om te praten over hoe ze hun werk doen.”
Elisabet Cantenys komt uit Barcelona en werkt sinds 2016 als uitvoerend directrice binnen de ACOS alliantie. Ze begon haar carrière bij de Catalaanse krant Avui en vertrok daarna naar New York als freelance journalist. Samen met de Nederlandse filmmaker Ton Vriens maakte ze twee documentaires over de terreuraanslagen in Argentinië in de jaren negentig. Vanaf 2004 werkte ze bij het Rory Peck Trust, een ngo die freelance journalisten in crisisgebieden ondersteunt. “Een decennium later veroorzaakte de Syrische burgeroorlog een schokgolf binnen de journalistieke gemeenschap”, vertelt ze. “In dat conflict waren veel freelancers actief, de brute moorden op James Foley en Steve Sotloff in 2014 lieten zien hoe kwetsbaar zij zijn. Een groep journalisten en redacteuren van onder meer Reuters en Associated Press kwam toen samen om te praten over veiligheid. Daar zijn de Freelance Journalist Safety Principles uit voortgekomen, waarmee bepaalde veiligheidsstandaarden en werkpraktijken werden vastgesteld. Vervolgens bundelden betrokken organisaties hun krachten in ACOS.” De ACOS alliantie wordt sinds de oprichting in 2016 financieel gesteund door filantropische stichtingen. In de Raad van Bestuur zitten onder meer vertegenwoordigers van The New York Times, BBC, de universiteit van Mississippi en Reporters Without Borders.
Geef een reactie