Op het cv van Laan van Staalduinen is weinig te vinden dat níet met klimaatverandering en de grote milieuvraagstukken te maken heeft. Sinds een half jaar is ze co-directeur van Milieudefensie.
Als studente milieueconomie was Laan van Staalduinen geïntrigeerd door de prijs van, zeg: een pak melk. De productie van melk vraagt energie, grondstoffen, landgebruik en arbeid – hoe kan het dan even duur of zelfs goedkoper zijn dan mineraalwater dat rechtstreeks uit de Utrechtse Heuvelrug wordt opgepompt? Onbegrijpelijk, vond boerendochter Van Staalduinen, en bere-interessant. Ook interessant: haar afstudeeropdracht bij het RIVM, waarvoor ze aan het eerste wereldwijde klimaatmodel werkte. Later bestudeerde ze als onderzoeker de Nederlandse watereconomie en hield ze zich als zelfstandig ondernemer bezig met de PAS-regeling. Een half jaar geleden sloot ze zich aan bij Milieudefensie.
Vanwaar die overstap naar een ngo?
“Ik werd steeds onrustiger. Al die jaren dat ik bij universiteiten en in de onderzoekswereld werkte, wist ik: de feiten liggen er allang. Maar er gebeurt geen fluit mee. Wat we nu nodig hebben is actie, drukmiddelen. Als genoeg mensen zich daarbij aansluiten, bereiken we hopelijk een kantelpunt. Milieudefensie wil een brede beweging opbouwen en streeft naar een klimaatrechtvaardige wereld. Dat sluit naadloos aan bij wat ik voel en bij wat ik denk dat er moet gebeuren.”
Hoe staat het nu met de onrust?
“Ik zit hier een stuk lichter! Er ligt een berg werk op me te wachten, daar niet van. Maar hier werken geeft me hoop. Mijn collega’s zijn gedreven en creatief, Milieudefensie boekt zichtbare resultaten. Al na een week dacht ik: wat voel ik toch? Een soort ontspanning. Of je nu paars haar hebt, sandalen draagt of een pak, het gaat om wat we dóén. Dat is zo’n verademing.”
Die berg werk: dan hebben we het bijvoorbeeld over het bevorderen van inclusiviteit. Met dat bijltje heb je vaker gehakt?
“Mijn vorige werkgever was de Vrije Universiteit Amsterdam. De studenten zijn er heel divers, het is de wereld in het klein. Alleen zijn de medewerkers daar totaal geen afspiegeling van. De universiteit werkt er al jaren aan om meer divers en inclusief te worden. En toch ondertekende een van de hoogleraren de Nashville-verklaring (een vertaling van het christelijke Nashville Statement, waarin wordt gesteld dat ‘goede christenen homoseksualiteit altijd dienen af te wijzen’ – red.). De kunst is dan: met elkaar in gesprek blijven. Zodat iedereen binnen de grenzen van de wet – je mag natuurlijk niet discrimineren – de vrijheid voelt om in dialoog te gaan, de ander vragen te stellen.”
Met het ondertekenen van de Nashville-verklaring overschrijdt je die grenzen, lijkt me.
“Wij hebben als reactie onmiddellijk de regenboogvlag gehesen. Om duidelijk te maken dat de VU voor álle medewerkers en studenten staat, dus ook de LHBTQIA+-gemeenschap. Maar je moet tegelijkertijd ook het gesprek aangaan en elkaar niet gelijk de tent uitvechten, dat is echt een kunst. Vooral met de huidige maatschappelijke trend, waarbij wetenschap ook maar een mening is. Als wij het als maatschappij niet meer eens zijn over de feiten, hebben we een groot probleem. Dan is er geen basis waarop je verder kunt praten.”
En hoe zit het met de inclusiviteit bij Milieudefensie?
“Er is goede aandacht voor, er is beleid – nu moeten we dat verder gaan uitvoeren. Hoe krijgen wij een diverser medewerkersbestand en achterban en hoe zorgen we ervoor dat we meer inclusief worden? Ook heel belangrijk: zorgen dat mensen zich niet over de kop werken. Zeker bij zo’n missiegedreven organisatie – we willen de wereld redden van gevaarlijke klimaatverandering! – is dat een risico. Het is uitermate belangrijk dat een ieder zich gezien, gehoord en gewaardeerd voelt, ook als je niet voorop loopt bij de campagnes en in de schijnwerpers staat. En het is niet iets wat je snel kunt fiksen, hè. Het is zoeken. Ik ben een zeiler, en soms moet je tegen de wind in varen. Dan is er geen rechte weg van A naar B. Eerst de boeg naar links, dan weer naar rechts.”
Hoe werkt dat, met twee kapiteins op het schip?
“Eerlijk gezegd vind ik het leuker met z’n tweeën, een sparringpartner hebben is fijn. Je moet goed beseffen dat je samen verantwoordelijk bent voor alles en de ander dus heel goed informeren. Ik ben iemand die veel vragen stelt, altijd, voordat ik een oordeel vel en een besluit neem. Geven wij dezelfde betekenis aan onze woorden, vanuit welk perspectief kijk jij, zijn er andere perspectieven? En Donald Pols en ik hebben hetzelfde belang: dat we als organisatie onze strategische doelen halen. Die liegen er niet om. We zijn als vereniging Milieudefensie, inclusief de werkorganisatie, flink gegroeid.”
Vandaar een tweede directeur?
“Ja, maar dat is niet de enige reden. Er is een nieuw bestuursmodel met een Raad van Toezicht en een directiebestuur dat eindverantwoordelijk is – en daarmee ook aansprakelijk. Dat is te veel voor een persoon én het is een risico voor de continuïteit. Groei moet niet te abrupt gaan, je moet het goed begeleiden. Sinds de Shell-zaak is de positie van Milieudefensie bovendien veranderd, daar moet je ook rekening mee houden.”
Is dat de grote uitdaging van het komende jaar?
“Zeker. We willen een systeemverandering veroorzaken, dus we denken groot. En dan moet je kiezen. Je kunt je tijd en geld maar één keer inzetten. Daarom moeten we helder blijven over de koers. In een missiegedreven organisatie als de onze hebben heel veel mensen een mening over heel veel dingen, en daar laten ze zich niet zomaar vanaf brengen. Daarom is het zo belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven en duidelijk te maken waarom welke keuzes uiteindelijk worden gemaakt. Dat geldt voor de werkorganisatie maar ook voor de vereniging. Mensen kunnen er net iets anders in staan en tóch moeten we focussen.”
En soms maak je die keuzes met pijn in het hart…
“Ja! Er zijn meer grote onderwerpen, neem biodiversiteit. Ongelofelijk belangrijk, maar het is niet ons huidige hoofdthema. We zullen altijd mensen teleurstellen die dat liever anders zouden zien. Dan zeg ik weer: blijf in contact en wees helder over de uiteindelijke keuzes die door de Algemene ledenvergadering – het hoogste orgaan van de vereniging – worden gemaakt. Mensen kunnen zich daar dan toe verhouden. Zo blijven we met elkaar in verbinding en kunnen we vol gaan voor de gekozen richting: gevaarlijke klimaatverandering tegengaan en werken aan een klimaatrechtvaardige samenleving. Je kunt wel duizend bloemen laten bloeien, maar dat gaat ten koste van onze impact. Hoe meer focus, hoe meer resultaat.”
De berg werk van Laan van Staalduinen
De vereniging
80 duizend leden bij elkaar houden, ledendemocratie, inspraak en participatie regelen: hoe doe je dat? “We hebben een ambitieus plan voor komend jaar, we gaan bijvoorbeeld experimenteren met een aselect gekozen ledenpanel. Onderzoek wijst uit dat dat goed werkt.”
Inclusiviteit
Verbinden is Van Staalduinens sleutelwoord. “Niet veroordelen maar nieuwsgierig zijn naar de ander en vragen blijven stellen, erachter komen wat iemand echt vindt en waarom. Daarbij ook helder zijn over je eigen grenzen, op een beschaafde manier. Verbinding maken met groepen die er anders in staan, dat is óók inclusiviteit.”
Organisatie-ontwikkeling
Als het aan Milieudefensie ligt, komen er nog veel meer leden, donateurs en veranderaars bij. “En dat betekent dat we op organisatorisch, personeels- en financieel vlak een flinke uitdaging hebben. We moeten dat slim managen.”
Inhoud
Samen met zuidelijke Friends of the Earth-partners werkt Milieudefensie aan het verbeteren van het gedrag van bedrijven en eerlijke internationale handel, investeringen en financiële regels. “Ik vind het fijn om internationaal en inhoudelijk betrokken te zijn, als lid van de stuurgroep in de alliantie Fair, Green and Global (FGG) bijvoorbeeld.”
Geef een reactie