Beeld: Bart Hoogveld/Milieudefensie
Landbouw, energie en materiaalgebruik: het moet radicaal anders. Al die transities hebben letterlijk ruimte nodig, maar is daarvoor voldoende land beschikbaar? Rinke Bossink zocht het uit.
Wil de toekomst duurzaam zijn, zegt Milieudefensie, dan moeten we overschakelen op kringlooplandbouw, hernieuwbare energie en biobased materialen. De vraag is: past dat allemaal op de hoeveelheid land die we tot onze beschikking hebben? Rinke Bossink rondde net haar studie Food Systems Innovation af. Samen met Hanneke Muilwijk, beleidsadviseur landbouw en voedsel bij Milieudefensie, onderzocht ze of de toekomstvisie van Milieudefensie haalbaar is wat betreft landgebruik.
En, is dat zo?
Rinke: “Ja, volgens de eerste analyse ‘past’ de toekomstvisie van Milieudefensie in het beschikbare land in Europa. Een belangrijke voorwaarde is wel dat we minder vlees gaan eten, minder energie en minder – nieuwe – spullen gaan gebruiken.” Hanneke: “Milieudefensie is radicaal, maar wel realistisch. De dingen waar we ons voor inzetten, moeten haalbaar zijn. Dit onderzoek was een eerste verkenning om te zien of dat inderdaad zo is. Het is meer een goed- geïnformeerde schatting dan een plan dat tot achter de komma is doorgerekend.”
Jullie onderzoek richt zich niet alleen op het beschikbare land in Nederland, maar in heel Europa. Waarom?
Rinke: “Nederland is te klein en te dichtbevolkt om ooit zelfvoorzienend te worden als het om deze drie transities gaat. We zijn dus afhankelijk van andere landen. Europa heeft dunbevolkte gebieden en veel verschillende landsoorten. Sommige daarvan zijn geschikt voor het opwekken van zonne-energie, zoals in Zuid-Europa, andere juist voor de voedseltransitie, zoals Nederland.”
Hoe is het landgebruik op dit moment verdeeld?
Rinke: “Van de 413 miljoen hectare landoppervlak in Europa wordt het grootste deel gebruikt als landbouwgrond: ongeveer 42 procent. Verder is 35 procent bos, en 5 procent bebouwde omgeving. Dat percentage zal door bevolkingsgroei de komende jaren trouwens ietsjes toenemen, naar schatting met 71100 hectare per jaar (een toename van 0,2 procent – red.). De resterende 18 procent van het land is niet geschikt om te bebouwen of te bewerken. Berggebieden en kustlijnen bijvoorbeeld, of gedegradeerd land.”
Landbouw gebruikt dus veruit de meeste grond.
Rinke: “Ja, daar valt dan ook de meeste winst te behalen. Milieudefensie wil naar een agro-ecologische kringlooplandbouw (een ecologische benadering van de landbouw waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de natuurlijke hulpbronnen en diensten, zodat er een gesloten kringloop ontstaat – red.). In de praktijk betekent dat: een plantaardig eetpatroon met een beetje vlees, eieren en zuivel. Daarvoor moeten we naar een extensieve, grondgebonden landbouw, waarbij de mest van de dieren op het land wordt gebracht en de boer grotendeels zijn eigen veevoer verbouwt. Met deze manier van landbouw neemt het aantal hectare landbouwgrond af met 16 miljoen, zo blijkt uit onze analyse. Dat klinkt misschien gek: voor extensieve landbouw is immers meer landbouwgrond nodig dan voor intensieve. Maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door een veranderend dieet. Door minder dierlijke eiwitten te eten, zal er veel minder grond nodig zijn voor het telen van veevoer. In de visie van Milieudefensie komt de toekomstige energieproductie voornamelijk van zon en wind. Volgens onze analyse kan er bij energieopwekking 1,2 miljoen hectare minder grond worden gebruikt. We moeten natuurlijk stoppen met fossiele brandstoffen als olie en gas. Maar ook biobrandstoffen zijn problematisch; die nemen enorm veel land in beslag. Dat geldt niet voor windmolens op zee of zonnepanelen op gebouwen. Zonnepanelen kun je trouwens ook op gedegradeerde grond installeren, zoals vuilstortplaatsen. En tot slot is het belangrijk dat de vraag naar energie vermindert.
De materialentransitie is de ingewikkeldste van de drie. Om het onderzoek behapbaar te houden, hebben we ons gericht op materialengebruik in de bouw en de chemische industrie. Het blijkt de enige transitie waardoor het landgebruik in onze visie zal toenemen. Milieudefensie wil namelijk meer gebruik gaan maken van biobased grondstoffen: materialen die zijn gemaakt van planten, schimmels en bacteriën. De gewassen die je daarvoor nodig hebt, zullen landbouwgrond in beslag nemen – extra ruimte die moet vrijkomen door veranderend landgebruik bij de andere twee transities. En ook bij de materialentransitie geldt: vermindering van consumptie is belangrijk. Dat bereik je onder andere door hergebruik.”
Wat was de grootste eyeopener voor jullie?
Rinke: “Dat alles zoveel meer met elkaar verbonden is dan je denkt. Mensen die zich met de ene transitie bezighouden, realiseren zich vaak niet dat die ook consequenties heeft voor de andere transities. Daarover moet ook binnen Milieudefensie zelf meer worden gepraat.” Hanneke: “Ik wist al wel dat de landbouwtransitie belangrijk was, maar dat hij zo’n enorm effect heeft, verraste mij wel. Het slagen van die transitie is cruciaal voor het slagen van de andere transities.”
Is er in jullie visie ook ruimte voor de natuur? Die neemt immers niet alleen veel CO2 op, maar we delen deze wereld ook met niet-menselijke wezens.
Hanneke: “Dat is een goede en terechte vraag. In het onderzoek zijn we ervan uitgegaan dat de beschermde natuur blijft zoals die is, maar een collega wees me er al op dat er volgens de bossenstrategie van de Europese Commissie (een belangrijk instrument om de Europese klimaatdoelstellingen te halen – red.) juist méér bos moet komen. In onze visie komt er land vrij, dus daarvan zou je een deel kunnen gebruiken. Daarnaast is er bij agro- ecologische landbouw meer ruimte voor biodiversiteit. Het beschikbare land wordt dan gedeeld met andere organismen. Bovendien is zo’n systeem ook nog eens weerbaarder tegen ziekten en plagen. Het gebruik van minder of geen bestrijdingsmiddelen is natuurlijk ook goed nieuws voor de biodiversiteit.”
Wat wil Milieudefensie?
Voedseltransitie
Wat? Agro-ecologische kringlooplandbouw, waarbij geen veevoer van buiten Europa wordt geïmporteerd. Omdat het verbouwen van veevoer veel ontbossing elders veroorzaakt én omdat met het transport veel CO2 wordt uitgestoten.
Hoe? Milieudefensie eist van 29 grote bedrijven dat ze met concrete klimaatplannen komen, in lijn met het Akkoord van Parijs. Op die lijst staan ook voedselbedrijven, zoals Ahold en Unilever. Als zij inzetten op minder productie van vlees en zuivel verandert er écht iets. Een van de concrete eisen aan Ahold is bijvoorbeeld dat 70 procent van alle eiwit die het bedrijf verkoopt plantaardig moet zijn.
Energietransitie
Wat? Zoveel mogelijk hernieuwbare energie van zon en wind. En belangrijker nog: veel minder energieconsumptie. Stoppen met fossiel en zoveel mogelijk elektrificeren.
Hoe? Op de lijst van 29 meest vervuilende bedrijven staan ook energiebedrijven zoals Shell en Vitol. Milieudefensie voert de druk zoveel mogelijk op – met rechtszaken, lobbywerk, demonstraties en meer – zodat ook zij hun verantwoordelijkheid nemen voor de transitie.
Materialentransitie
Wat? Vermindering van grondstoffenverbruik, meer hergebruik en recycling. Biobased materialen ter vervanging van fossiele grondstoffen. De visie op deze transitie wordt nog verder uitgewerkt.
Hoe? Onder de 29 grote bedrijven zijn ook producenten die veel (fossiele) grondstoffen gebruiken, zoals AkzoNobel en DSM. Zij kunnen als katalysator dienen voor de hele bedrijfstak. Verder brengt Milieudefensie de transitie onder de aandacht bij beleidsmakers en politici die wet- en regelgeving maken.
Geef een reactie