Godwin Ojo, directeur en mede-oprichter van de Nigeriaanse milieuorganisatie Environmental Rights Action, was afgelopen week in Nederland. Ruimen oliemaatschappijen als Shell hun vervuiling al op?
Godwin Ojo was in 1993 een van de oprichters van Environmental Rights Action, ERA, de Nigeriaanse zusterorganisatie van Milieudefensie. Sinds vorig jaar is hij er directeur. ERA onderhoudt in Nigeria een groot netwerk van dorpsgemeenschappen op wiens grondgebied oliemaatschappijen opereren en heeft een telefonische hotline waarbij bewoners olielekkages kunnen melden. De organisatie is ook nauw betrokken bij de rechtszaak die Milieudefensie samen met vier Nigeriaanse boeren tegen Shell heeft aangespannen en voerde zelf diverse rechtszaken tegen oliemaatschappijen in Nigeria. Ojo, wetenschapper, publicist en activist, was afgelopen week in Nederland om recente ontwikkelingen rond het in 2011 verschenen UNEP-rapport van de Verenigde Naties over olievervuiling in Nigeria toe te lichten.
Wat is de stand van zaken rond het VN-rapport uit 2011, over het opruimen en herstellen van de Nigerdelta?
“Environmental Rights Action heeft er onophoudelijk voor geijverd dat deze worden uitgevoerd. Dit jaar is de regering hier eindelijk op ingegaan. Shell is in gesprek met de Ogoni. Maar ze heeft tegelijkertijd het UNEP-proces gekaapt. De vervuiler, die moet betalen voor het herstel, staat aan het roer van dit proces. Ze bepalen wie er voor bijeenkomsten wordt uitgenodigd, en wie niet. Ze bepalen de locaties waar de bijeenkomsten worden gehouden, de logistiek, de agenda. Dat wordt allemaal door Shell geformuleerd.
Wij wijzen dit proces af, voor zover het door Shell geleid wordt. Want hoe zwak ons Milieuministerie en het NOSDRA agentschap voor olielekkages ook zijn, zij zijn degenen die dit proces zouden moeten leiden. Of eventueel UNEP.
Daarom hebben wij de Nederlandse minister Ploumen benaderd met de vraag of zij een forum wil vormgeven, waarin de verschillende belanghebbenden zijn vertegenwoordigd. Naar analogie van het akkoord dat in Bangladesh is gesloten, over de veiligheid van textielfabrieken. Zo kan er diplomatieke druk worden uitgeoefend.
Het UNEP-rapport is er duidelijk over: de problemen in de delta zijn geëscaleerd doordat Shell zich niet aan haar eigen regels houdt. En ook niet aan de Nigeriaanse wetgeving. Waarom heeft Shell onze overheid nodig om ervoor te zorgen dat ze zich aan haar eigen regels houdt? Waarom gaan ze door met hun milieuracisme? Want dat is het, als je je eigen regels wel naleeft in Engeland en Nederland, maar niet in Nigeria.”
Uw organisatie voert verschillende rechtszaken in Nigeria. Wat zijn de resultaten?
“We begonnen al snel na de oprichting van ERA met rechtszaken. Lang niet altijd omdat we dachten dat we zouden winnen. Soms stonden we binnen een paar minuten alweer buiten. Maar we gebruikten het rechtssysteem om het milieubewustzijn in Nigeria te vergroten, om problemen in het publieke domein te brengen.
Een hoogtepunt was de uitspraak van het Hooggerechtshof tegen Shell in 2005, dat het affakkelen van gas een fundamentele schending van mensenrechten is. We verwachtten dat er daarmee een einde zou komen aan het affakkelen. Maar vanwege de zwakke instituties van de staat en de politiek-economische macht van Shell, is het vonnis genegeerd. Het affakkelen gaat gewoon door. Voor zover het lijkt af te nemen, is dat slechts te danken aan een verminderde olieproductie. Niet aan maatregelen tegen het affakkelen. Daarvoor hebben we geen enkel bewijs van de olie-industrie gekregen. Zij kunnen niet laten zien, welke van de duizend affakkellokaties gesloten zijn, en voor hoe lang. De grote Utorogu gasfabriek fakkelt nog steeds af. Als Shell serieus met affakkelen wil stoppen, is dat de plek om ermee te beginnen. Maar ook daar gaat het affakkelen onverminderd voort. Er zijn zelfs affakkellokaties bijgekomen, zoals in Yenagoa.”
Toch hebben de rechtszaken al veel opgeleverd, vindt Ojo. “Er is een vloed aan rechtszaken aangespannen tegen de oliemaatschappijen. Dat is onze bijdrage aan de Nigeriaanse staat. Geweld kan de problemen niet oplossen. De mensen weten nu dat je via de rechtbank ook je recht kunt halen. Maar dit is slechts een gedeeltelijke overwinning. Want de oliebedrijven zijn blij als de gang naar de rechter een acceptabele weg is voor de slachtoffers van vervuiling. Ze weten dat ze rechtszaken eindeloos kunnen rekken, dat is duur en zij kunnen zich dat veroorloven. Arme mensen niet.
Een milieurechtszaak kan in Nigeria levenslang duren. De levensverwachting is hier rond de vijftig jaar. Stel, je begint op je dertigste een rechtszaak. Dan ben jij dood voordat er een definitief vonnis is. Ook in de rechtszaak die Milieudefensie met Nigeriaanse vissers voert, zie je dat Shell in beroep gaat. Het is hun strategie om de slachtoffers murw te maken, totdat ze zo gefrustreerd zijn dat ze hun rechten opgeven. Daarom zijn we zo blij met de steun van Milieudefensie en andere Friends of the Earth groepen.
Het milieubewustzijn in Nigeria is de afgelopen decennia toegenomen. Dat merken we aan het grote aantal gemeenschappen dat zich bij ons aansluit. Deze zogenoemde host-communities, in wiens omgeving de oliewinning plaatsvindt, komen nu voor zichzelf op. Ze zijn in staat om zelf te vragen om het opruimen van vervuiling. Dat was in de jaren 80 wel anders, toen werd er hooguit om compensatie gevraagd, niet om herstel van een ecologisch evenwicht of preventiemaatregelen voor de toekomst.”
En, voegt hij eraan toe: “Mensen zijn zich nu bewust van de politieke economie van Nigeria, en hoe die met de olie-economie verbonden is. Alle strijd die zich in Nigeria voordoet, tussen Noord en Zuid, tussen religies, bij verkiezingen, is uiteindelijk een strijd om controle over de oliebronnen van Nigeria. Om de conflicten op te lossen is het is cruciaal om dit te begrijpen.”
Environmental Rights Action ijvert al jaren voor een wet die de olie-industrie reguleert. Hoe staat het daarmee?
“Er ligt nu een ontwerpwet, de Petroleum Industry Bill. Die moet ervoor zorgen dat de Nigeriaanse overheid meedeelt in een groter deel van de olie-opbrengsten, dat er een herstelfonds wordt opgezet, en dat lokale gemeenschappen een eerlijk deel krijgen. Zij kunnen daarmee hun eigen ontwikkelingsprojecten vormgeven.
Maar Shell voert een coalitie van oliebedrijven aan, die wil voorkomen dat deze Petroleum Bill van kracht wordt. De wet zou de olie-industrie onrendabel maken. Ze dreigen zich dan terug te trekken uit Nigeria. Dat Shell nu sommige locaties van de hand doet is bedoeld om druk uit te oefenen op onze regering. In de acht jaar dat deze wet nu in de maak is, zijn de oliebedrijven aan de winnende hand. Ze maken deel uit van de regering, en omgekeerd. De huidige minister voor olie (Diezani Alison-Madueke – MV) werkte ruim tien jaar voor Shell. Een typische draaideurconstructie dus.”
Hoe zit het met de olielekkages – volgens oliemaatschappijen worden die vaak ook door sabotage en diefstal veroorzaakt?
“Het onderzoek naar de oorzaak van lekkages wordt door de oliebedrijven gekaapt. Amnesty International heeft de misstanden van dat soort onderzoeken uitgebreid gedocumenteerd (pdf). De oliebedrijven zorgen voor de uitnodigingen, de voertuigen, het benodigde gereedschap voor een onderzoeksmissie die een lekkage bezoekt. Ze manipuleren het feitenonderzoek.
We kennen verhalen waarbij zo’n missie een dorp binnenrijdt, wat jongeren ziet voetballen, en vijfduizend naira (25 euro – MV) biedt aan wie maar een formulier wil ondertekenen. Daarin staat dan dat een lekkage door sabotage is veroorzaakt en niet door een technisch mankement.”
Wat doet de Nigeriaanse overheid?
“De supervisie van deze lekkage-onderzoeken door de verantwoordelijke overheidsinstelling, NOSDRA, stelt weinig voor. Het is een zwak instituut. Daarom willen wij dat de capaciteiten en middelen van NOSDRA en het ministerie voor Milieu vergroot worden. Zodat zij hun taken naar behoren kunnen uitvoeren.
De politieke en economische invloed van Shell op de Nigeriaanse staat en haar milieubeleid is enorm. Tachtig procent van Nigeria’s inkomsten komt uit de olie. Dat zie je bijvoorbeeld bij de offshore Bongalekkage in 2011. NOSDRA heeft dit zeer grote lek onderzocht en Shell veroordeeld tot een boete van 5 miljard dollar. Maar Shell weigert gewoon om die te betalen. Ook nadat beide Kamers van het Nigeriaanse parlement de conclusie van NOSDRA ondersteunden. Shell minacht de Nigeriaanse regering.”
Shell zou een aantal locaties in Nigeria van de hand willen doen. Een goed idee?
“We zijn er niet op tegen als Shell desinvesteert. Maar ze hebben hun eigen nest bevuild en rennen er nu van weg. Shell moet de vervuiling opruimen en mensenrechtenconflicten oplossen voor ze vertrekt. Bedrijven die interesse hebben in Shell’s inrichtingen, zoals de Nembe pijpleiding, de levensader van de olie-industrie in de delta, moeten zich realiseren dat ze een giftige infrastructuur overnemen, met decennia van onrecht waarvoor ze aansprakelijk zijn. Die aansprakelijkheid gaat de waarde van wat Shell te koop aanbiedt, ver te boven.”
Nieuwe olieboringen, zoals afgelopen maand weer aangekondigd, veroordeelt ERA. “De koolstofeconomie, gebaseerd op fossiele brandstoffen, zorgt voor klimaatverandering. De IPCC-rapporten laten zien dat de intensiteit van de temperatuurstijging en extreem weer zullen toenemen. Het is tijd dat de wereld er afscheid van neemt en hernieuwbare energie omarmt. ERA bepleit een gedecentraliseerd energiemodel, de energie-democratie. Lokale gemeenschappen produceren hun eigen zonne- of windenergie. Van dat Nigeriaanse potentieel wordt nog niks benut. Dat kan veranderen als de overheid politieke wil laat zien, zoals in Duitsland is gebeurd.”
Environmental Rights Actions bestaat nu ruim twintig jaar. Wat is er dankzij ERA veranderd?
“Het zou bescheiden zijn om te zeggen dat we niet zo veel bereikt hebben”, stelt Ojo. “Maar we zijn trots op de gedachte dat de politieke situatie mogelijk nog veel slechter was geweest, als wij onze campagnes niet gevoerd hadden. We zijn erin geslaagd om over de strijd voor een schoon milieu te publiceren, mensen in Nigeria ermee bekend te maken, en internationaal de aandacht te trekken. Dat is een heel groot succes.”
Wat is uw advies aan Lilianne Ploumen, nu u haar gevraagd heeft te bemiddelen bij het herstellen van de Niger delta?
“Minister Ploumen is betrokken, zich bewust van de complexe situatie, en is bereid in actie te komen. Dat waarderen we zeer. Wat zij waarschijnlijk het meeste vreest, is het resultaat. Het is één ding om een begin te maken. Het boeken van resultaat is nog vers twee. Minister Ploumen lijkt mij een resultaatgeoriënteerd persoon. Daarom hebben wij haar ook gevraagd om diplomatieke vertegenwoordigers in een forum bijeen te brengen en druk te zetten op de uitvoering van de UNEP-aanbevelingen. Ploumen doet het geweldig, maar er is meer van haar vereist. Just go get it. Lever de inspanning. Het is beter om iets te doen, dan om helemaal niets te doen.”
Geef een reactie