Alles in mij schreeuwt om een wandeling tussen de bomen. Maar ik ga naar Den Haag. Er worden mooie woorden gesproken over een onderwerp dat mij nauw aan het hart ligt. Natuur en gezondheid.
Het regent; het bos is op zijn mooist.
Alles in mij schreeuwt om een wandeling tussen de bomen. Maar ik ga naar Den Haag. Het langverwachte advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur over de toekomst van ons natuurbeleid is klaar. De staatssecretaris, Sharon Dijksma, neemt het in ontvangst. Met natte haren en regendruppels in mijn ziel sjok ik door de lange gangen van het ministerie. Er worden mooie woorden gesproken over een onderwerp dat mij nauw aan het hart ligt. Natuur en gezondheid.
“Natuur in de dagelijkse omgeving van mensen draagt bij aan gezondheid en welbevinden”, lees ik in het advies.
“Natuur in de omgeving leidt tot een beter humeur en een gevoel van vitaliteit.”
“Dit is van belang omdat op jaarbasis vier (personen met een partner) tot tien procent (alleenstaanden) last heeft van depressies en angststoornissen.”
Er is koffie en thee, bier en wijn. Lange rijen glazen sinasappelsap. Metershoge ramen met uitzicht op de straat. En vogels, vogels in de straten. Het is zo simpel dat natuur gezond is, dat je het bijna over het hoofd ziet. Iedereen weet dat je tot rust komt als je door het bos struint, ’s zomers in de zee zwemt of lekker in het gras gaat liggen.
“De intuïtieve kennis van de betekenis van natuur leidde in het verleden bijvoorbeeld tot zomerkampen in natuurgebieden.”
Geen revolutionaire taal, zou je zeggen. Toch is het opmerkelijk dat er, binnen het ministerie van Economische Zaken, zo over natuur gepraat wordt. Simpele waarheden hebben het in de lange, smalle gangen van de bureaucratie niet altijd even makkelijk. Wat simpel en vanzelfsprekend is, gedijt slecht in vergaderzalen. Daar is te weinig frisse lucht.
Behalve vandaag.
Ik knik één of twee bekenden toe, spreek mijn waardering voor de teksten uit en glip vervolgens snel de regen in. De bomen van het Haagse bos druipen duizend kleuren bruin en groen. Een snelle fietser schiet voorbij. Twintig meeuwen en een eend kijken me bedremmeld aan.
Ik klem het advies onder mijn regenjas. Blijf een tijdje bij het water staan.
Je hebt van die dagen; er gebeurt van alles, maar van binnen blijft het stil.
Geef een reactie