Hoe kun je bepalen wat jaren later dierbare momenten of spullen zijn? Moet je zulke spullen bewaren of zoveel mogelijk wegdoen? Digna Sinke onderzoekt haar eigen bewaarwoede in een film die een van de publieksfavorieten bij het International Film Festival Rotterdam werd.
“O ja, toen had ik een bloedneus”, mompelt regisseur Digna Sinke als ze een trommel met spulletjes van vroeger bekijkt. Een rode veeg op wat bezoedeld papier brengt haar terug naar een specifiek, waarschijnlijk triviaal moment uit haar verleden. Bewaart ze daarom alles wat los en vast zit? Omdat het tijdmachientjes zijn?
In Bewaren, of hoe te leven probeert Sinke haar bewaarwoede te verklaren. Tegelijkertijd verbaast ze zich over een levensstijl die steeds meer opgang maakt: ontspullen, leven in het hier en nu. De digitale nomaden die ze interviewt op Bali gaan hierin het verst. Een huis hebben ze niet. Meer dan een paspoort en een laptop hebben ze niet nodig. Ervaringen verzamelen in plaats van spullen. Tastbare bewijzen? Onnodig. Alles wat ze nodig hebben, is opgeslagen in de cloud.
Terecht vraagt ze zich af wat deze mensen zich later zullen herinneren. Verdrinken ze straks niet in een overdaad aan kiekjes en filmpjes? En roepen die wel hetzelfde op als iets wat je kunt aanraken en besnuffelen? Uit scènes waarin Sinke haar moeder laat reageren op spulletjes van vroeger, blijkt dat door simpele voorwerpen rijke herinneringen worden ontsloten. Ook kapotte, versleten spullen kunnen in potentie heel veel vertellen. Over hoe mensen leefden in die tijd, hoe ze dingen maakten, wat hun gebruiken waren. Het levert bovendien ontroerende gesprekjes tussen moeder en dochter op.
Zonder dat direct te benoemen, laat de film ook zien hoe geworteld beiden zijn. Familie en omgeving zijn belangrijk voor wie ze zijn. Hoe anders is dat voor de globetrotters die Sinke op Bali interviewt. Maar of die dat beseffen? Zij lijken zich vooral af te zetten tegen de consumptie- en wegwerpmaatschappij. Omdat ze van materialisme niet gelukkig worden. Ook herkenbaar.
Het knappe is dat Sinke heel persoonlijk durft te zijn, zonder sentimenteel te worden. Over haar eigen leven blijft veel onbenoemd, waardoor er ruimte blijft voor mysterie. De kijker krijgt alle ruimte voor zelfonderzoek, wordt aangezet tot denken. Misschien was het daarom een van de publieksfavorieten bij het International Film Festival Rotterdam. Bedachtzaam roept Sinke’s film allerlei vragen op over onze tijd en de veranderingen die ze waarneemt. Leven zoals zij doet, bestaat straks niet meer, vermoedt ze. Hoe kun je bepalen wat jaren later dierbare momenten of spullen zijn? Of zal ze ook alles wegdoen en licht proberen te leven? Sinkes moeder is het meest aangedaan door het strijkijzertje waar ze als kind mee speelde.
Bewaren, of hoe te leven is vanaf 12 april te zien in de bioscoop.
Geef een reactie