De Duitse ommekeer naar een duurzame energievoorziening is goed op gang gekomen, maar kan nog mislukken nu de regering-Merkel op de rem trapt. Friends of the Earth Duitsland luidt de noodklok. “Laat de Energiewende niet kapseizen.”
Met z’n duizenden kwamen ze half mei naar Berlijn: leden en sympathisanten van BUND, de Duitse zusterorganisatie van Milieudefensie. Samen met andere milieuorganisaties en coöperatieven van groene stroomproducenten demonstreerden ze tegen de door de “Grote Coalitie’ voorgestelde hervorming van de Energiewende waarover vandaag in de Bonsdag wordt gesproken. Die hervorming moet ervoor zorgen dat de geplande verduurzaming van de energievoorziening betaalbaar blijft.
De Energiewende werd in 2010 gelanceerd en moet zorgen voor minder broeikasgassen en energie-importen, meer energiezekerheid, werkgelegenheid en innovatie.
Ook het uitschakelen van de overgebleven kerncentrales is onderdeel van het plan, hoewel kernenergie in eerste instantie nog als noodzakelijke overgangstechnologie werd gezien. Dat veranderde radicaal na de ramp in Fukushima van 2011. Duitsland besloot dat in 2022 alle kerncentrales dicht moeten zijn. De Atomausstieg was terug van weggeweest – al broeden energiebedrijven op een manier om de financiële risico’s van de kernenergie-erfenis op de Duitse belastingbetaler af te wentelen.
Van onderop
“Alleen al in 2011 werd er voor 7000 megawatt aan zonnepanelen geïnstalleerd. Daar kun je wel wat kerncentrales voor sluiten”, zegt Daniela Setton in Berlijn. Zij is campagneleider Klimaat, Economie en Financiering bij Freunde der Erde, lokaal beter bekend als BUND. “Het grote succes van de Energiewende is dat nu al een kwart van de elektriciteit hernieuwbaar wordt opgewekt.” In Nederland gold dat afgelopen jaar voor slechts 10 procent van de stroom.
Minstens zo belangrijk, vindt Setton, is dat de Energiewende van onderop wordt vormgegeven. “Burgers hebben de helft van de investeringen in duurzame opwekking voor hun rekening genomen, individueel en in coöperatieven. Dat kon dankzij de terugleververgoeding, het zogenoemde feed-in-tarief. Mensen wisten waar ze aan toe waren, wanneer ze hun investering terugverdiend zouden hebben.”
BUND-Freunde der Erde
Maar juist die vaste terugleververgoeding wordt nu gezien als reden voor de hoge kosten van de Energiewende. De vergoeding wordt betaald uit een heffing op de elektriciteitsrekening. Hoe meer er duurzaam wordt opgewekt, hoe hoger de heffing die moet worden opgebracht. De prijs wordt vooral betaald door de consument, want grote bedrijven hoeven de opslag niet te betalen. Dat zou hun internationale concurrentiepositie nadelig beïnvloeden. Overigens merken huishoudens niet veel van de stijgende heffing, omdat de prijs voor elektriciteit tegelijkertijd is gedaald.
Hervormingsplannen
De regering kwam begin dit jaar met hervormingsplannen om de Energiewende betaalbaar te houden. BUND heeft forse kritiek op het wetsvoorstel. Setton: “Het plan maakt een einde aan het stabiele raamwerk dat we voor het ontwikkelen van hernieuwbare energie hebben. Enerzijds omdat er een jaarlijks maximum wordt gesteld aan hoeveel wind- en zonne-energie erbij mag komen. Anderzijds omdat nieuwe energieprojecten aanbesteed moeten gaan worden.”
Setton maakt zich zorgen dat alleen grote energiebedrijven zich zulke aanbestedingen kunnen veroorloven. Het wordt moeilijker voor huishoudens en kleine producenten om nieuwe zonnepanelen en windmolens te plaatsen. BUND ziet het huidige hervormingsvoorstel als een poging van de grote energiebedrijven om de Energiewende te vertragen. Ook al omdat wie hernieuwbare energie produceert, dit straks verplicht via een beurs op de markt moet aanbieden – al dan niet via een tussenhandelaar. Ook dat zou rompslomp en kosten met zich meebrengen die individuele huishoudens en kleine coöperatieven de das omdoen.
En ten slotte behouden ook in het herziene financieringsmechanisme grote industrieën goeddeels hun omstreden ontheffing van bovengenoemde groenestroomtaks. Daardoor betaalt de industrie in 2014 slechts 350 miljoen euro van de 20 miljard euro subsidie die naar de opwekking van hernieuwbare energie gaat. Terwijl de industrie, wanneer ze naar rato van haar energiegebruik zou bijdragen, zeven miljard euro zouden moeten betalen. Dat bij de hervorming van de Energiewende een almaar uitdijende lijst zit van sectoren die ook in de toekomst geen groene stroom-heffing hoeven te betalen, is voor velen een steen des aanstoots.
Burgers en professionals
Maar is de Bürgerenergie waar BUND voor pleit, energieopwekking door de mensen zelf, een voorwaarde voor een succesvolle Energiewende? Het Duitse Öko Institut, ook kritisch op het wetsvoorstel, deelt die analyse niet. Christof Timpe leidt de afdeling Klimaat en Energie bij de denktank. Hij vindt de voorstellen om met aanbestedingen te gaan werken en de verplichting op de opgewekte elektriciteit via een handelsbeurs te verkopen zo gek nog niet.
“De hernieuwbare energie-sector begon van onderop, maar is inmiddels een grote industrietak met grote belangen en dito investeerders”, weet Timpe. “In de huidige situatie, met de vaste feed-in-vergoeding, is het aanbod van elektriciteit niet goed op de vraag afgestemd. Als het hard waait of de zon schijnt flink, dan wordt er zoveel elektriciteit opgewekt dat de marktprijs flink daalt en zelfs negatief wordt. Toch krijgen producenten ook in die situatie nog altijd dezelfde feed-in-vergoeding per kilowattuur. Als de producenten wel met een prijsprikkel geconfronteerd worden, richt de productie zich meer naar de vraag.”
Maar ook binnen het Öko Institut is er discussie over hoe die prikkel voor producenten eruit zou kunnen zien. De zon zet je niet uit en de wind evenmin. Juist de kwestie van opslag van duurzaam opgewekte stroom is urgent geworden.
Bruinkool
Intussen vormt het toegenomen gebruik van bruinkool een van de grootste bedreigingen van de Energiewende, daarover zijn velen het eens. De lage elektriciteitsprijs, veroorzaakt door het grote aanbod van zonne-, eind- en biomassastroom, maakt juist het openhouden van kolencentrales interessanter. Bruinkool is zó goedkoop, dat het nog steeds rendabel geëxploiteerd kan worden. Dat is ook te wijten aan de mislukking van het Europese Emissiehandelssysteem ETS.
Timpe: “De extreem lage prijs voor een ton uitgestoten CO2, momenteel rond de vijf euro in plaats van de verwachte 20 euro, zorgt ervoor dat we weer meer bruinkool verstoken. Bruinkool is veel goedkoper dan het schonere gas. Er worden zelfs splinternieuwe gascentrales stilgelegd omdat ze relatief duur zijn. Dat is een probleem, want we hebben die gascentrales nodig om tot een schonere energiemix te komen.” Gasturbines kun je snel uitzetten en ook weer rap opstarten: ideaal als achtervang voor weersgevoelige hernieuwbare bronnen.
De lage prijs voor kolen betekent dat gebieden waar kolenmijnen zijn, geconfronteerd worden met verdere expansie van de verwoestende dagbouw. Het dorpje Proschim ten noorden van Dresden is een schrijnend voorbeeld. Het dorp leeft volledig op hernieuwbare energie, maar het Zweedse Vattenfall, in Nederland eigenaar van Nuon, wil nu ook Proschim voor bruinkool afgraven. Andere dorpen dreigt hetzelfde lot.
Besparing
Vergroening van de energievoorziening, en dan vooral de elektrieke, is slechts een van de doelen van de Energiewende. Hoe zit het met besparingen op energieverbruik, het klimaatvriendelijker maken van gebouwen, en het vergroenen van transport?
Een zucht ontglipt Christof Timpe van het Öko Institut. “We maken vorderingen, maar te langzaam.” Hij citeert met instemming het argument dat besparingen ‘de beste binnenlandse bron van energie’ zijn. “Maar aan besparingen valt nog te weinig te verdienen. Het spreekt investeerders niet aan.”
En die andere tak, transport? De ingenieur elektrotechniek moet even lachen. “Het autogebeuren is een zeer irrationeel onderdeel van onze maatschappij”, zegt hij. “Zelf rijd ik in een kleine auto. Anderen denken dat ik een grotere niet kan betalen. Een grote auto geeft status. Dat moet veranderen, het is een mentaliteit.” Toch stappen ook Duitsers graag in een Car2Go-deelautootje. Groot verschil met Amsterdam, waar de kleine Smarts elektrisch rijden: in Berlijn gaat er nog ouderwets benzine in.
Gaat het nog goedkomen met de Energiewende, ondanks alle obstakels? Timpe en Setton hopen vurig van wel. “Het is cruciaal dat we het enthousiasme van het begin weer terugwinnen”, stelt Timpe. “We kunnen er klimaatverandering mee bestrijden, we zijn daar ook toe in staat, dus: laten we het doen! We hebben er een hoop mee te winnen. Zoals het sparen van de aardbol voor onze kinderen en kleinkinderen. De Energiewende mag dan een duur project lijken, kolencentrales en kerncentrales kosten ook een hoop geld. We zijn beter uit als we de omslag naar een duurzame energievoorziening weten te maken.”
Als de Energiewende slaagt kan dat ook de maatschappij veranderen, denkt Daniela Setton van BUND. “Veel kleine investeerders die zich inzetten voor hun gemeenschap en tegelijkertijd klimaatverandering een halt toeroepen. Daar zouden we heel trots op moeten zijn en daar moeten we voor vechten. Daarmee laten we de wereld zien dat een geïndustrialiseerd land als Duitsland van haar kolenverslaving kan afkomen. Er staat een hoge prijs op het niet voltooien van deze energietransitie, laten we dat niet vergeten.”
roland zegt
De weg naar duurzame stroom is ook in Duitsland lang.
In 2012 leverde bruinkool 5 X zoveel stroom als zon-pv en daalde de opbrengst van windmolens. Het blokkeren van een verdere groei van bruinkool lijkt dan ook effectiever dan meer zon-pv. http://www.kennislink.nl/publicaties/zonnerevolutie-in-duitsland