Een beter milieu: waar begin je? Bij de grote vervuilers, natuurlijk. Maar je kunt ook zelf aan de bak! Bijvoorbeeld door dingen te doen in plaats van mopperen dat het allemaal een puinhoop is. Afval rapen bijvoorbeeld. Doe-het-groener Hilde Wijnen plandelt er lustig op los.
In de stad waar ik woon zie ik regelmatig mensen afvalrapen, oftewel plandelen. Er is zelfs een grote afvalraapclub waar meer dan 1.200(!) stadsgenoten zich bij hebben aangesloten, ontdek ik als ik me erin verdiep. Mijn omgeving is een waar plandelparadijs! Waar komt dat woord ook alweer vandaan? Plandelen is een combinatie van plocka upp, Zweeds voor oprapen of oppikken, en wandelen. Het is de langzame variant van ploggen, een Zweedse rage uit 2016 waar mensen al joggend de straten van zwerfvuil ontdoen. Ik vind hardlopen op zichzelf al een overschatte bezigheid, dus ploggen valt bij voorbaat af. Ik besluit een week lang op plandelpad te gaan. Het lijkt me een van de makkelijkste manieren om iets goeds te doen voor de planeet.
Comfortzone
Toch moet ik – letterlijk en figuurlijk – echt wel even een drempel over als ik, gewapend met vuilniszak en handschoenen, de deur uit ga. Kennelijk schaam ik me een beetje om de troep van anderen op te ruimen. Om mezelf gerust te stellen besluit ik om te beginnen alleen een blokje om te gaan. 2 minuten na het verlaten van mijn comfortzone krijg ik al een opsteker. In de eerste straat die ik bezoek, roept een vrouw me vanuit haar deuropening toe dat ik geweldig bezig ben. Twee hoeken verder komt er een jongen naar me toe om me verlegen te bedanken voor het opruimen van de rotzooi op straat. Dat voelt goed! En ook verwarrend. Want is het niet gek dat ik dit sta te doen? Wie zijn die mensen die alles zo maar laten vallen in de ruimte die van ons allemaal is?
Win-win
Na een half uur heb ik een halve vuilniszak met allerhande attributen geraapt. Lege verpakkingen, make-up, aanstekers, peuken en veel, héél veel ondefinieerbare doekjes, waar ik van gruw en niet te veel over na probeer te denken. Door al dat bukken ben ik wat bezweet geraakt, dus het is zowaar ook nog eens alsof ik een beetje gesport heb. Win-win! Mijn eerste plandelervaring is geslaagd: ik heb het gevoel dat ik echt iets goeds heb gedaan en ik neem me voor deze week elke dag een blokje om te gaan.
Onderbroekenlol
In de dagen erna is mijn ongemak niet in een keer verdwenen. Ik moet mezelf elke dag een bemoedigend zetje geven voordat ik de deur uitga. Eenmaal bezig gaat het wel. Al na 2 dagen vind ik iets bijzonders. Ik pluk een onderbroek uit de goot. Het is een boxershort met een druk patroontje. Hoe is die hier beland? Mijn fantasie slaat op hol. En niet alleen die van mij. Op een familie-etentje vertel ik over mijn plandelproject en mijn fantastische vondst en voordat ik het weet, gaan de kinderen aan tafel los over ‘de onderbroekenvrouw’ en figureer ik in een superheldenstrip vol onderbroekenlol. Mentale notitie: weet wat je deelt.
De moed in de stoute schoenen
De dagen erna verlies ik de moed enigszins. Ik ga steeds hetzelfde straatje door en elke keer raap ik een halve zak vol. Blikjes, wikkels, flessen, doppen, en – nee, dat meen je niet! – wéér een boxershort. En dan de peuken! Ontelbare hoeveelheden! Op sommige plekken lijken er hele asbakken omgekiept. Er is geen beginnen aan. Helpt het wel wat ik doe? Ik lees een artikel in De Correspondent over hoe de verpakkingsindustrie burgers het idee geeft dat het hun schuld is dat er zoveel plastic in de oceanen terechtkomt. De uitgekookte strategie legt de verantwoordelijkheid bij het individu en zorgt ervoor dat het produceren van plastic vrolijk voortduurt én vermeerdert. Als daar niks aan gebeurt, kun je plandelen tot je een ons weegt.
Verslavend
Maar, niet getreurd, de redding is nabij. Op de laatste dag van mijn experiment sluit ik me aan bij het afvalraapgroepje in mijn wijk. Het is World Cleanup Day en een stuk of tien montere wijkbewoners in knalgele hesjes staan met grijpers, ringen, handschoenen, vuilniszakken en koffie paraat om de straten te ontdoen van alle mogelijke rommel. Ik haak aan bij Rob, die al 3 jaar elke 2 weken met dit gezelschap door de wijk plandelt. Hij heeft al menig boxershort voorbij zien komen. Ook sokken, condooms en zelfs incontinentiebroekjes zijn de revue gepasseerd. Het maakt Rob niet uit. Afvalrapen is verslavend, volgens hem. Dat kan ik me voorstellen. Het directe resultaat is erg bevredigend. Samen opruimen is bovendien een stuk leuker dan alleen. De felgekleurde kleding zorgt ervoor dat we regelmatig worden aangesproken door voorbijgangers. Er wordt gestrooid met complimenten, er zijn mensen die zich aanmelden voor de volgende opruimronde en een enkeling begint spontaan z’n eigen stoep op te ruimen. Aan het eind van de ochtend glimt de hele wijk en heeft ook mijn beeld van de mensheid weer glans!
Doe het lekker zelf – en nu jij!
1. Om te plandelen heb je niet veel nodig. Pak een vuilniszak en een paar handschoenen en loop je voordeur uit.
2. Begin klein, gewoon een blokje om in je eigen buurt is mooi zat.
3. Zet de voordelen op een rijtje: iedere dag complimentjes, frisse lucht en lichaamsbeweging. De stappenteller is er niets bij!
4. Check voor extra motivatie of er in je woonplaats opruiminitiatieven zijn, samen rapen is leuker dan alleen.
5. Als je ook afval uit perken en bosjes te pakken wilt krijgen – of je vindt het niet fijn om viezigheid op te pakken met je handen – ga dan op zoek naar een grijper. Dat soort benodigdheden wordt vaak gratis uitgedeeld door georganiseerde plandelgroepen.
Kosten, als jouw gemeente niks beschikbaar stelt:
- Vuilniszak van gerecycled plastic: 10 cent per stuk
- Handschoenen: tussen de 2 en 10 euro
- Grijper: vanaf 5 euro
Geef een reactie