Journalist Judith Schwartz wil dat we weer gaan geloven in de veerkracht van de aarde. In haar boek Landherstel neemt ze ons mee op reis langs plekken waar ‘ecologische pioniers’ succesvol samenwerken met de natuur om de bodem nieuw leven in te blazen. “De mens heeft veel schade aangericht, maar speelt ook een rol in het herstel van onze ecosystemen. Let’s align with nature!”
In China ligt het lössplateau. Een stuk land zo groot als Frankrijk, doorsneden door de Gele Rivier. Inhet noorden loopt de Chinese Muur, in het westen begint de Gobiwoestijn. De gele grond is er broos, maar vruchtbaar.
In oude teksten wordt het plateau geroemd om haar uitgestrekte wouden, wateren en wilde dieren: een overvloed die de mens de kans gaf het overleven in te ruilen voor filosofie, wetenschap en de kunsten. 3000 jaar geleden ontstond langs de oevers van de rivier een samenleving als geen ander, die we terugzien in een van de meest indrukwekkende vondsten uit de geschiedenis: het Terracottaleger in het mausoleum van keizer Qin Shi Huangdi (259 – 210 v.C.). Achtduizend figuren van klei, die de tand des tijds met gemak hebben doorstaan.
Aan het eind van de vorige eeuw was die rijkdom bovengronds verdwenen. De bossen waren gekapt, velden hadden plaatsgemaakt voor bebouwing. Landbouw putte de grond uit en de rivier liep vol met sediment. Droogte verwoestte de oogst, rivieren stroomden over. Miljoenen mensen leden honger nu het plateau niet meer groen, maar louter gele aarde was. Iedere poging het probleem aan te pakken, mislukte. Grootse herbeplantingsprojecten van ngo’s, de overheid en de lokale bevolking: het hielp niet. Geen wortel kreeg grip op het zand dat op het plateau met de wind meewaait.
Grazende geiten
“De truc zit ’m erin dat je niet met een oplossing komt voor je weet wat het probleem is”, zegt de Amerikaanse klimaatjournalist Judith Schwartz. Zij schreef het boek Landherstel: Berichten van ecologische pioniers en van het regeneratief vermogen van de aarde. Ze citeert hier Juergen Voegele, een van de wetenschappers die vanaf 1994 betrokken waren bij het ‘Loess plateau watershed rehabilitation project’. Het herhalen van de uitspraak van Voegele doet Schwartz glimmen. Want hoe ontzettend gelijk had Voegele, een van de vele pioniers op het gebied van landschapsherstel die voorkomen in haar boek. In een kloof tussen een rotspartij, te midden van het uitgedroogde landschap van het plateau, vond Voegele een stuk bos. Zelfde grond, zelfde klimaat, mensen met eenzelfde soort leefstijl in de buurt. Het enige verschil was dat dit stukje groen voor de grazende geiten nét buiten bereik lag. Het kwartje viel: al het groen werd door het hongerige vee in razend tempo een kopje kleiner gemaakt. Planten had geen zin. Wat wel hielp: ervoor zorgen dat de grazers wat meer te eten kregen en dat ze bepaalde gebieden een tijdje met rust zouden laten. Inmiddels is het geel weer groen. Als de mens een klein zetje geeft, kan de natuur zichzelf herstellen, zo meent Voegele. En met hem Schwartz.
Het verhaal over het lössplateau is slechts een van de vele hoopgevende verhalen uit Schwartz’ boek. Haar boodschap is duidelijk: de bodem kent een gigantische veerkracht en de mens kan die helpen aanboren. Ze praat met Down to Earth vanuit haar woonplaats, aan de voet van een berg in Vermont.
We hebben als mensheid zoveel kapotgemaakt. Weet je zeker dat we de bodem niet gewoon met rust moeten laten?“
Nee, dan maak je een denkfout. Want zelfs als het gaat om het weer laten verwilderen van gebieden is de mens nodig. De mens is déél van de natuur. Bovendien leren we uit onderzoek naar landschappen zoals de Amazone dat ze mede zijn ontstaan doortoedoen van de mens. “Het zijn co-creaties. Let’s give ourselves some credit!” (De inheemse bevolking heeft in de loop van de geschiedenis een stempel gedrukt op de samenstelling van het woud door het cultiveren van boomsoorten – red.)
“In mijn boek bouw ik voort op wat ik leerde van de permacultuur. Je hoort veel over de negatieve impact die de mensheid op de aarde heeft – en terecht – maar vanuit de permacultuur klinkt juist de roep om meer invloed. Bemoei je wél met de natuur, maar denk goed na over de manier waarop. De juiste manier is contextafhankelijk. Landherstel is een ingewikkelde choreografie van mens, dier en bodem. Delen van de Afrikaanse savanne waren bijvoorbeeld ooit ongelooflijk productief. Ze werden gevormd en gezond gehouden door de wilde dieren daar. Grote grazers, die het gras aten en weer uitpoepten, waren de kickstarters van allerlei biologische processen. Al het grasland op aarde is ontstaan door grazers en heeft grazers nodig, maar door ingrijpen van de mens zijn er niet genoeg wilde dieren meer op aarde om de bodem te onderhouden. We hebben de ecosystemen zo versimpeld (door grazers uit het wild weg te halen en in veel te grote groepen tussen hekken te zetten – red.), dat die processen tot stilstand komen. Maar de mens kan die ecosystemen ook weer vergroten als we samenwerken met de natuur. Door ons vee in te zetten, kunnen we bijdragen aan het landherstel en onderhoud van graslandschappen. En dat is wel 30 tot 40 procent van de natuur wereldwijd. Let’s align with nature!”
Je pleit in je boek voor een holistische aanpak. Wat bedoel je daarmee?
“Dat is een aanpak die werd bedacht door ecoloog en boer Allan Savory. Wat ik net vertelde over grazers en grasland is in lijn met zijn visie. Holistisch management betekent dat je de context van het landschap zo veel mogelijk meeneemt als je zoekt naar oplossingen. Wat weten we over het ecosysteem, of over de geschiedenis van het landschap en de mensen die er wonen? Het gaat om het hele verhaal.
“ Wie zich verdiept in ecologie, voelt zich veel meer verbonden met de natuur”
We hebben zo vaak niet door hoe hard er door andere levende wezens wordt gewerkt aan landherstel. In Australië deed ik mee met een actie om wilde ezels te redden. De overheid wilde ze doden, omdat ze niet in het landschap thuis zouden horen. Ezels zijn ooit door de Europese immigranten naar Australië gebracht. Maar als je goed kijkt naar de rol die ze nú in het ecosysteem spelen, zie je hun waarde wel degelijk. Ze graven putten in de grond waardoor water toegankelijk wordt voor tal van andere soorten. Ze eten het droge gras, wat in het droogteseizoen betekent dat er minder kans is op bosbranden. Hun poep levert voedingsstoffen voor de bodem, die daarmee vruchtbaarder wordt en ze woelen met hun hoeven de grond om zodat kleine knaagdieren gemakkelijk bij hun eten kunnen.
Ik denk ook dat we meer mensen in beweging krijgen met een holistische aanpak. Angst is nooit een goede motivator geweest. Zeker niet als het gaat om het klimaat: zoiets groots kan een mensenbrein niet bevatten. Wie zich verdiept in ecologie, voelt zich veel meer verbonden met de natuur. Als je ontzagwekkende fenomenen zoals de vogeltrek leert kennen – al die wezens die de ene plek via een stippellijn met de andere verbinden – zie je hoe alles met alles in contact staat. Ook met ons. We kunnen de aarde niet helen zonder haar aan te raken. Ja, soms is het beter als we ruimte maken om de bodem het zelf te laten oplossen. Uiteindelijk zal het bodemleven het overnemen als wij als mens niets doen. Maar voor herstel binnen de tijd die ons nog rest om klimaatverandering tegen te gaan en de biodiversiteitcrisis af te wenden, is het ook nodig dat de mens actief ingrijpt. Met de bijl, de ploeg, de os. Gereedschappen waarmee we de bodem eerder zo hebben verpest.”
Je schrijft dat we nu nog vaak verzanden in ‘ergens-anders-denken’. Wat is dat?
“We doen vaak net alsof dood en verderf niet bij het leven horen. We plaatsen afvalbergen nu bijvoorbeeld uit het zicht, terwijl dat afval ook een bron voor iets nieuws kan zijn als we er anders mee omgaan. Het zit ’m erin dat de impact van ons gedrag vaak niet meer zichtbaar is, waardoor we er niet meer aan denken. We moeten beseffen dat onze aarde uiteindelijk maar een kleine wereld is en dat alles consequenties heeft, dichtbij of ver weg. Daarom is het geloof in een technofix (het idee dat we met technologie het klimaat kunnen redden – red.) zo extreem gevaarlijk:
“Het geloof in een technofix is extreem gevaarlijk: de hoop wordt gevestigd op ergens anders, waar iemand anders aan een oplossing werkt”
de hoop wordt gevestigd op ergens anders, waar iemand anders aan een oplossing werkt. Bovendien kosten die technofixes ontzettend veel geld, terwijl het alleen symptoombestrijding is. Symptomen bestrijden is ook nodig, maar het probleem oplossen kan alleen samen met de natuur. Landschapsherstel op een holistische manier is creatief en vaak verrassend, en het leert je een plek en een gemeenschap van binnenuit kennen. Bij mij thuis staat een quote op de muur, die hoort bij het All We Can Save Project, de feministische klimaatbeweging waarbij ik ben aangesloten: Can you imagine the community that will heal the climate crisis? It will not be just you, it will not be a technological salvation. It will be all of us.”
Je hebt een apart hoofdstuk gewijd aan de rol van vrouwen in het herstel van de balans op aarde. Waarom?
“De klimaatcrisis is ook een leiderschapscrisis. Vrouwen, zeker jonge vrouwen, staan voor een nieuw soort leiderschap. Het gaat ze niet om hun naam op het bedrijf of een hoge positie in het management, maar om het laten horen van hun stem waar dat nodig is. We hebben veel te zeggen, zeker op terreinen waar mannen lang de dienst uitmaakten, zoals de veehouderij. Daar zien we echt hoe de energie van deze vrouwelijke leiders anders is: zij verbinden, maken ruimte voor reflectie en rouw om wat er niet meer is. Zij durven het samen te doen. Ik zie het gebeuren en word er blij van. Natuurlijk zijn er heus ook mannen met deze kwaliteiten, maar er moet absoluut meer ruimte komen voor een groter palet aan leiderschapsstijlen. Bij mannen gaat er vaak heel veel energie naar het bewijzen van hun eigen gelijk. Vrouwen staan naast de natuur. Willen haar niet de baas zijn.”
Is er nog wel tijd voor landherstel, na al die schade die we hebben aangericht en die tot een klimaat- en biodiversiteitscrisis heeft geleid?
“We moeten het proberen. We kunnen zoveel helpen herstellen! De waanzinnige veerkracht van de bodem geeft mij hoop. Laten we die niet onderschatten. Ik ben in mijn onderzoek de moeilijkste landschappen tegengekomen, waar herstel toch mogelijk bleek. Als het daar kan, als zo’n transformatie mogelijk is, dan kan het dus ook hier. Want wat al een beetje groen is, kan gemakkelijk groener.”
Je citeert in je boek permacultuur-expert Geoff Lawton, die zegt dat alle problemen ter wereld in een tuin kunnen worden opgelost. Geloof je dat echt?
“Nou, eigenlijk wel! In de tuin creëer je overvloed, en dat is een belangrijk deel van de oplossing voor de klimaat- en biodiversiteitscrisis. Je bouwt biodiversiteit: bodem, schimmels, water, planten, dieren… overvloed! Schaarste ligt aan de wieg van veel problemen. Maar als je het goed aanvliegt, is er van niets te weinig. Je tuin is een microkosmos, waarin je op kleine schaal kunt doen aan landschapsherstel. Het helen van de aarde kan overal beginnen.”
Landherstelprojecten
Saoedi-Arabië. Dicht bij Mekka werden graslanden intensief gebruikt en bossen gekapt, waardoor het land in rap tempo opdroogde en er voor de bevolking weinig meer van overbleef. In 2009 startte het Al Baydha Project. Het doel is om, samen met de mensen die er wonen, het water in de woestijn vast te houden met dammen, terrassen, irrigatiesystemen en het planten van duizenden bomen die het water kunnen opslaan. Nadat het geld even op was in 2016, kwamt de irrigatie 2 jaar stil te liggen. Toch staat 80 procent van de 4500 geplante bomen nog fier overeind. De bodem had een zetje nodig, maar kan het weer zelf.
Hawaii. Na de komst van James Cook in 1778 voltrok zich op Hawaii in no time een ecologische ramp. Nieuwkomers brachten allerlei invasieve planten- en diersoorten met zich mee, die wat er groeide en bloeide snel aan de kant joegen. Ook kwamen er suikerplantages. In 2016 kondigde een van de grootste suikerbedrijven aan zich van het eiland terug te trekken. Activisten zetten hun schouders eronder: eindelijk kans op landherstel. Maar hoe herstel je de bodem van een eiland dat in niets meer lijkt op wat het ooit was? De eerste stap die wordt gezet is: ruimte maken voor lokale landbouw. Voedsel voor eigen mensen, van eigen grond. Boeren en telers pakken met succes hun grond en hun water terug.
Over Judith Schwartz
Judith Schwartz is onderzoeksjournalist en activist op het gebied van permacultuur, bodem- en landherstel. In haar boek Cows Save the Planet bepleit ze dat investeren in de bodem niet alleen het land, maar ook de economie en de sociale cohesie herstelt. In Water in Plain Sight schetst ze de routes die water aflegt en vraagt ze de mens met het water mee te bewegen. Landherstel is hierop een logisch vervolg. Schwartz is een van de vrouwen achter het All We Can Save Project, een alternatieve, feministische tak van de klimaatbeweging. Met zestig andere vrouwen schreef ze de bijbehorende bestseller All We Can Save: Truth, Courage and Solutions for the Climate Crisis.
Landherstel
Berichten van ecologische pioniers en van het regeneratief vermogen van de aarde
Auteur: Judith D. Schwartz
ISBN: 9789062245482
€ 22,50
Tseard Zoethout zegt
Hoogste tijd om in Nederland te beginnen!
Ús Hôf zegt
Zijn we al!