Beeld: Kate Stanworth
De bloemenkwekerij is een groeiende branche in Kenia. Terwijl de inkomsten vooral naar Nederlandse bedrijven vloeien, lijden de natuur en de mensen die er werken onder gifstoffen en uitbuiting.
Iedere werkdag wordt Mary in de ochtendschemering met de bus opgehaald, samen met tientallen andere arbeiders. De bus zet ze af bij de bloemenkassen rondom het Naivashameer. Wanneer ze bij de poort aankomen, staat een drietal beveiligers op hen te wachten. Veel van de kassen achter de hekken zijn van Nederlandse bedrijven en hun onderaannemers. Hier worden bloemen geschikt, geknipt en klaargemaakt voor de export naar Europa.
Mary’s dorp is eigenlijk, net als veel andere dorpen in de omgeving van de kassen, een informele nederzetting van een handvol huisjes met golfplaten daken. De dorpen steken schril af tegen de industriële, glazen bloemenkassen en de verderop gelegen landhuizen, waar de eigenaren en bedrijfsleiders van de bloemenbedrijven wonen. De huizen kijken uit op dobberende nijlpaarden en flamingo’s: het aangrenzende Naivashameer is een natuurgebied – en een belangrijke toeristische trekpleister.
Uit alle hoeken van het land zijn Kenianen hierheen verhuisd. Zo ook Mary, die opgroeide in het noorden en via via hoorde over werk in de kassen. “Mijn salaris is al jaren hetzelfde”, vertelt Mary, die niet met haar echte naam in de media wil. “Terwijl de kosten van ons levensonderhoud flink zijn gestegen de afgelopen jaren.” Ze zegt nét rond te kunnen komen. “Mijn dochter kan naar school en ik kan het uniform betalen. Maar mijn vriendin Unis, een alleenstaande moeder van drie, redt dat niet. Sinds dit jaar kan ze het schoolgeld voor haar drie kinderen niet meer ophoesten.”
De beveiligers van de kassen controleren de tassen van Mary en haar collega’s op sigaretten, alcohol en wapens. Telefoons moeten worden ingeleverd, zodat er zo min mogelijk afleiding is tijdens werktijd. Arbeiders die hetzelfde Swahili dialect spreken, worden zoveel mogelijk verspreid over de kassen aan het werk gezet. Hoe slechter mensen elkaar kunnen verstaan, hoe harder er wordt gewerkt.
Goedkope arbeid
Duizenden Kenianen werken voor ongeveer 15 duizend Keniaanse Shillings (omgerekend 85 euro) per maand in de kassen rondom het Naivashameer. In de jaren 80 trokken bloemenboeren uit Nederland, en daarna ook andere Europese landen, naar de vruchtbare Keniaanse Riftvallei, gedreven door almaar stijgende arbeids- en stookkosten, onregelmatig zonlicht en steeds strengere milieuwetgeving in eigen land. De hooglanden van Kenia werden een aantrekkelijke nieuwe bestemming. Hier waren goedkope arbeid en water in ruime mate beschikbaar en kon het hele jaar door worden geoogst. Bovendien was de Europese regeldrift ver weg.
Nederland als toegangspoort
Kenia is momenteel de op drie na grootste bloemenexporteur ter wereld. Sinds de jaren 80 groeide het samen met buurland Ethiopië uit tot de belangrijkste leverancier van snijbloemen voor de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Inmiddels levert de sector de nationale economie, met een export van zo’n 200 duizend ton bloemen, bijna 1 miljard euro per jaar op. 70 procent van die bloemen wordt naar Nederland geëxporteerd, waarmee Nederland de belangrijkste toegangspoort voor snijbloemen in Europa is.
Behalve aan het Naivashameer vestigden bloemenboeren zich ook rondom het noordelijker gelegen Mt. Kenia en Nakuru, waar vooral rozen, anjers en zomerbloemen worden gekweekt. De sector is door de jaren heen uitgegroeid tot één van de belangrijkste werkgevers van Kenia: zo’n 500 duizend mensen werken bij de bloemenkwekerijen. De meerderheid daarvan is vrouw, onder hen veel alleenstaande moeders. Indirect voorziet de sector meer dan 2 miljoen mensen in hun levensonderhoud.
Onmisbare habitat
Ook rondom het Naivashameer vinden veel mensen werk in de bloemenbranche, maar de milieuschade die erdoor wordt aangericht, is groot. De ecologische waarde van wetlands zoals het Naivashameer is veelzijdig. Wetlands bieden bescherming tegen overstromingen en droogte en zijn onmisbare habitats voor vogels, reptielen en zoogdieren. Het gebied herbergt nijlpaarden en 400 vogelsoorten.
Dit natuurgebied komt in gevaar. Regels voor het gebruik van pesticiden zijn in Kenia een stuk minder streng dan in de Europese Unie, een van de redenen waarom de bloemenboeren indertijd Nederland verlieten. Bijna de helft van de chemicaliën (44 procent) die verboden zijn in de EU, is wél toegestaan in Kenia. Boeren die ze gebruiken, weten vaak niet hoe schadelijk ze zijn, onderzocht de Duitse Heinrich Böll Foundation. Al het gif dat in het meer terecht is gekomen, heeft het ecologische evenwicht verstoord. De laatste jaren is er veel sterfte onder verschillende vis- en plantsoorten, waardoor sommigen met uitsterven worden bedreigd. De waterkwaliteit van het meer – een zoetwaterbron waar duizenden bewoners van afhankelijk zijn – holt achteruit. Ook het toerisme, een andere belangrijke inkomstenbron van het gebied, komt door de ecologische achteruitgang onder druk te staan.
Chemicaliën
De veiligheidsvoorschriften worden nageleefd, zeggen de drie vrouwen die geïnterviewd zijn. Ze krijgen handschoenen, maskers en laarzen, om hen te beschermen tegen de chemicaliën die op de bloemen worden gespoten. Althans, zo luidt het officiële antwoord als hen wordt gevraagd naar hun werkomstandigheden. De werk-privébalans is goed, ze zijn niet overwerkt. De vrouwen zijn tevreden en vooral – in een land waar zo’n 60 procent van de beroepsbevolking werkloos is – dankbaar dat ze werk hebben. Maar onderzoek naar werkomstandigheden in de kassen wijst uit dat de realiteit anders is.
Uit een rapport van het Britse Ethical Trading Initiative blijkt dat uitbuiting, intimidatie, vergelding en dreigementen nog aan de orde van de dag zijn. Arbeiders maken lange dagen van zo’n 12 tot 14 uur per dag en krijgen vaak onrealistische doelen opgelegd. Als die niet gehaald worden, is het niet ongebruikelijk dat in de dagen erna het loon niet wordt uitbetaald. Soms bieden vrouwen seksuele gunsten aan, uit angst om ontslagen te worden.
De arbeiders worden blootgesteld aan gifstoffen, er is een gebrek aan wettelijke bescherming en er wordt weinig rekening gehouden met gendergerelateerde behoeften op de werkvloer zoals het geven van borstvoeding. Mensen die in de kassen werken, kampen vaak met gezondheidsklachten. Ademhalingsproblemen zoals astma, bronchitis of longonstekingen, maar ook huidaandoeningen en ooginfecties, komen vaak voor. Flauwvallen op de werkvloer is geen uitzondering.
Belastingverhogingen
“Zeg je iets negatiefs over je werkgever, dan regisseer je je eigen dood”, zegt een voormalige arbeider die inmiddels activist is, in de documentaire Deadly Bloom: Multinational Flower Farms in Kenya. Ze noemt de bloemensector neokoloniaal en vergelijkt het met moderne slavernij. “Er gaan miljoenen om in de bloemensector, maar de mensen in de kassen zien hier een fractie van terug”, zegt een ander. Ondertussen worden basisbehoeften als schoolgeld, benzine en voedsel alsmaar duurder. Kenia gaat gebukt onder een gierende inflatie. Om een schuldenlast van meer dan 6 miljard US dollar – die Kenia heeft uitstaan bij veelal Chinese kredietverstrekkers – af te kunnen lossen, heeft de Keniaanse regering de belastingen de afgelopen jaren flink verhoogd.
De inkomsten van de bloemensector dragen weinig bij het Keniaanse schatkisttekort. Investico, platform voor onderzoeksjournalistiek, onderzocht de belastingpraktijken van Nederlandse kwekers in Kenia. De conclusie: de kwekerijen ontwijken – via exportbedrijven in Nederland en brievenbusmaatschappen in belastingparadijzen – grootschalig de Keniaanse belastingplicht. Ook is het gangbaar om oogsten aan zusterbedrijven te verkopen. Daardoor komt de winst niet voor rekening van de Keniaanse kwekerij, maar van een bedrijf in het buitenland, waar de winstbelasting doorgaans veel lager ligt. Zo onttrekken de kwekers op grote schaal belastinginkomsten aan een land waar 36 procent van de bevolking in armoede leeft. Saillant detail: het merendeel van de kwekers heeft een Fairtrade-certificaat.
Veel Kenianen, met name jongeren, zijn al jaren ontevreden over de belastingverhogingen. Afgelopen juni nam het Keniaanse parlement een omstreden wetsvoorstel aan om de belastingen nogmaals te verhogen. President Ruto trok het voorstel weer in, na grootschalige prostesten waarbij hard werd ingegrepen, met tientallen doden tot gevolg. “30 procent van wat ik verdien, moet ik nu afstaan aan de regering”, verzucht Mary. “Ik heb last van mijn keel. Maar hoe kan ik naar een dokter gaan als ik mijn kinderen eerst nog te eten moet geven?”
jan bruning zegt
Heb net “hoe handel ik eerlijk ” van matthias en Paul gelezen, in 2 keer uitgelezen.
Direct benieuwd hoe het afloopt.
een rozenkweker is failliet en wil weer opnieuw beginnen zonder geld.
via, via ontmoet hij een filmmaakste, die hierover een reportage wil maken.
het loopt anders dan we denken.
Een prachtige verbinding van oude wijsheden(boek Jesaja) met historische wetenschappelijk inzichten van Bas van Bavel(hoe komt het toch dat markteconomieën vaak tenonder gaan?)
Hebben ipv verantwoord sociaal gebruiken is voor mij de stelling nu !
K. Mohajerani zegt
Hoe kan dat dat ze nog een Fairtrade certificaat kunnen hebben?
Ingrid Nauta zegt
Dezelfde vraag als Mohajerani: hoe kan het dat ze Fair trade certificaat hebben??