Een vriend van mij had een huis gekocht. Ik ging op bezoek en bewonderde het prachtige uitzicht. Weilanden. Koeien. Zonsondergang.
“Och, het went,” zei hij. “Ik vind het mooi hoor, daar niet van, maar er zijn ook hele dagen dat ik het nauwelijks nog zie.”
Dat verbaasde me. Waarom zou hij niet iedere minuut van de dag van dit uitzicht genieten?
“Alles went,” zei hij. “Goed en slecht.”
Hij had daar over nagedacht. Volgens hem was het één van de evolutionair gezien belangrijkste kwaliteiten van het menselijk ras: dat we aan bijna alles kunnen wennen.
“Het schiet niet op als ik hier steeds voor het raam blijf zitten. Ook niet als het uitzicht lelijk is. Stel dat je toevallig in een woestijn woont. Een stadswoestijn van muren, asfalt en beton. Je went er gewoon aan en maakt er het beste aan. Een puike overlevingsstrategie.”
Dat gewenningsproces, dacht hij, was puur lichamelijk. Veel – niet alle – mensen wennen aan geluiden. Als je vlak naast een spoorlijn komt te wonen, schrik je de eerste dagen voortdurend op van langsdenderende treinen. Maar na een paar weken hoor je ze veel minder. Dat is een kwestie van adaptie. Gewenning.
“Dat scheelt ons veel gedoe.”
Ik zag drie koeien, in volle gallop – daarboven een zwerm spreeuwen, dansend als een wolk – en kon me niet voorstellen dat ik hier ooit op uitgekeken zou raken.
“Wel jammer,” vond mijn vriend, “dat alles daardoor zo snel saai wordt.”
Hij stond op en liep naar de keuken om ons beide een kop koffie in te schenken.
“Saai is achterhaald,” riep hij over zijn schouder. “De wereld zit vol nieuwe dingen. Zeker met google, hyves en youtube. Ieder uur wat anders!”
En daar zit ik dus mee.
Want wat ik belangrijk vind, dat veranderd niet zo één, twee, drie. Klimaat, bijvoorbeeld. Het broeikaseffect. Biodiversiteit. Onderwerpen waar de nieuwigheid inmiddels wel van af is. Het is niet voor niets dat je daar bijna niemand meer over hoort. Het lijkt er op dat we, als samenleving, helemaal niet meer in staat zijn om over een periode van pakweg tien of twintig jaar hetzelfde thema hoog te houden. Met passie. Met betrokkenheid. Gewoon omdat het belangrijk is.
Wat valt daar nou aan te doen?
Geef een reactie