Als érgens pogingen worden gedaan de vermeende kloof tussen burgers en politiek te overbruggen, is het wel in de gemeenten. Zij doen er alles aan burgers meer bij het bestuur te betrekken. Wat leveren die experimenten op? En wat betekenen ze voor duurzaamheid? In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen neemt Down to earth een aantal initiatieven onder de loep. Vandaag in deel 1: Harm van Dijk over de G1000 burgertop.
Harm van Dijk (60), mede-initiatiefnemer van de G1000
Houdt zich bezig met: het organiseren van G1000 burgertoppen
Wat is een G1000?
“Dat is een traject waarbij inwoners van een gemeente samen met ambtenaren, politici en werkgevers in gesprek gaan over een onderwerp van hun stad of dorp. Ze gaan op zoek naar wat zij samen belangrijk vinden voor hun gemeente. Een G1000 werkt volgens een aantal principes: het gaat om dialoog, deelnemers worden geselecteerd op basis van loting zodat iedereen een gelijke kans heeft deel te nemen, alle maatschappelijke geledingen zijn vertegenwoordigd, de deelnemers bepalen zelf hun agenda en het proces is transparant en moet voor iedereen veilig verlopen.”
Waar leidt een G1000 toe?
“Uiteindelijk tot een burgerbesluit, dat wordt overhandigd aan de burgemeester met de vraag om het voor te leggen aan de gemeenteraad. Een garantie dat de raad er echt iets mee doet is er niet, die heeft namelijk het laatste woord. Zo is dat in de grondwet geregeld. Het eerste burgerbesluit van een Nederlandse G1000 was dat van de G1000 Enschede, november vorig jaar, over vuurwerk. De gemeenteraad van Enschede heeft alle voorstellen integraal overgenomen, met instemming van 95 procent van de raad!”
Is de uitkomst altijd zo positief?
“De eerste G1000’en organiseerden we in Amersfoort. Maar de gemeente deed niet zo veel met de resultaten; dat was teleurstellend. Ze bleef met de armen over elkaar afwachten en toekijken, uit onwennigheid en mogelijk ook uit angst om regie uit handen te geven. De G1000 is pas succesvol sinds we ook in het voortraject samen met gemeenten optrekken, zodat zij zich mede-eigenaar voelen.”
Speelt duurzaamheid een rol tijdens de G1000?
“Duurzaamheid hoort bij de top-7 van thema’s die bijna altijd op tafel komen. Het wordt door deelnemers opgevat als sociale duurzaamheid: zij willen hun dorp of stad leefbaar houden. Duurzaamheid gaat dan over huisvesting voor jongeren, de zorg voor ouderen, de economische vitaliteit van een gemeente, maar ook over energie-autonomie.
Het belangrijkste thema wat daarnaast zowat in elke top terugkomt is ‘verbinding’, en dat komt mooi tot uitdrukking in het bredere begrip van duurzaamheid. Neem Nieuwleusen, in Overijssel. Daar is indertijd een dorpscoöperatie opgericht die zich met allerlei facetten van duurzaamheid bezighoudt: hernieuwbare energie voor het dorp door middel van een lokaal energiebedrijf, een deelautosysteem, een maatjesproject, glasvezel in het buitengebied, schooltuinen en een kringloopwinkel. Die winkel levert het geld voor een fonds waaruit verschillende projecten gefinancierd kunnen worden. Bewoners trekken zich niks aan van de traditionele beleidslogica, waar door functiescheiding allerlei beleidsterreinen uit elkaar worden getrokken. Waarna er hokjesgeest en kippendrift ontstaat. De burger gaat juist voor een integrale aanpak van de problemen. Dat is een verdieping van het begrip duurzaamheid, die je in het beleid zelden tegenkomt.”
Frits Mooijaart zegt
Een mooi initiatief, omdat het respectvol is naar de burgers in plaats van het voor hen te regelen. Naar ze luisteren terwijl ze hardop denken en discussiëren over zaken die voor hen van belang zijn. Dat zou je ook op provinciaal en landelijk niveau moeten doen.
Wat er vervolgens mee gedaan wordt, is ook interessant natuurlijk!