Down To Earth Magazine

Milieu | Mensen | Meningen

Logo Down To Earth

Zoek op de site

  • Home
  • Onderwerpen
    • Uitgelicht
    • Energie & klimaat
    • Landbouw & voedsel
    • Mobiliteit
    • Bossen
    • Economie
    • Mensenrechten
  • Rubrieken
    • Interview
    • De Activist
    • Opinie
    • Boeken en films
    • Consument
    • Recept
    • Columns
  • Magazines
  • Nieuwsbrief
  • Over ons
Home > Energie & klimaat > Bloedkolen: leven aan de rand van de kolenmijn

Bloedkolen: leven aan de rand van de kolenmijn

Michael Rhebergen | 1 mei 2014 |

Het grootste deel van de  steenkool voor onze energiecentrales komt uit de Colombiaanse open kolenmijn Cerrejón, een van de spelers in de al jaren slepende Nederlandse bloedkolendiscussie. Claims van het bedrijf om mens en milieu te ontzien blijken vals: cultuur, traditie en voortbestaan van de inheemse bevolking worden nog steeds bedreigd.

Wijzend naar de randen van de mijn, staat Jorge voor Rio Ranchería. Ooit een heldere rivier vol met vis, nu een bruine modderstroom waar met moeite nog iets in kan leven. Volgens studies van Censat verbruikt de mijn miljoenen liters water per dag om kolen mee schoon te wassen en laat daarmee de rivier vervuild achter. Foto: Michael Rhebergen.
Het mijnbedrijf Cerrejón exporteert meer dan 32 miljoen ton steenkool per jaar, 40,5 procent van de totale Colombiaanse kolenexport. Ondertussen is La Guajira een van de armste departementen van het land, waar bijna 60 procent van de mensen in armoede leeft. Foto: Michael Rhebergen.
Een ontheemde Afrocolombiaanse familie uit Tabaco die in 2001 met geweld van haar land verwijderd werd. Gewend om voedsel te verbouwen en dieren te hoeden, leven ze nu, zoals zovelen, in het dichtbij gelegen verstedelijkte Hatonuevo, wachtend op toegezegde herstelbetalingen. Foto: Michael Rhebergen.
Een verlaten huis in Provincial met de buitenste randen van de mijn in zicht. Mensen hebben deze plek verlaten door de overlast van de mijn. Anderen zijn met geweld gedwongen hun land te verlaten om plaats te maken voor de mijnbouw. Foto: Michael Rhebergen
Een van de weinige schone waterbronnen uit de regio aan de rand van Hatonuevo. Gemeenschappen zijn hiervan afhankelijk, omdat de belangrijkste zoetwaterbron, de Rio Ranchería, vervuild is door de mijnwerkzaamheden. Foto: Michael Rhebergen.
Jong Wayuu-meisje in een rituele dans in traditionele kleding ter viering van het twaalfjarig bestaan van hun reservaat el Cerro de Hatonuevo. In dit enorme betonnen stadion lijkt de inheemse cultuur authenticiteit te verliezen. Foto: Michael Rhebergen.

In La Guajira, het uiterste noorden van Colombia, leven groepen Afrocolombianen en inheemse Wayuu aan de rand van de grootste open kolenmijn van Zuid-Amerika: Cerrejón. De seminomadische herdersgemeenschappen wonen hier al eeuwenlang, maar hun manier van leven wordt bedreigd door de oprukkende mijn. Ze zijn afhankelijk van hun land om voedsel te verbouwen, te vissen en zich vrij te kunnen bewegen. Hun land is hun alles.
Helaas voor hen bevat dat land steenkool, de belangrijkste grondstof voor het opwekken van elektriciteit. Nu al goed voor 41 procent van de energieproductie zal dit aandeel volgens de World Coal Association in de komende decennia uitgroeien naar meer dan 50 procent. De doelstelling van Cerrejón is dan ook om in 2015 meer dan 40 miljoen ton steenkool per jaar te exporteren. Een stijging van acht miljoen ton. Grond is daarvoor van cruciaal belang.
In Nederland wordt al jaren gediscussieerd over het gebrek aan transparantie over de herkomst van onze kolen – hierdoor kunnen energiemaatschappijen zich onttrekken aan hun verantwoordelijkheid voor het verbeteren van de omstandigheden in hun leveringsketen. Maar volgens het SOMO-rapport Black Box komt het grootste deel van onze kolen uit Cerrejón.

Ontheemd

Het mijnbedrijf, eigendom van multinationals Anglo American, BHB Billiton en Xstrata, claimt milieuvriendelijk te werken en rekening te houden met de omringende gemeenschappen. Maar de realiteit blijkt anders. Ecosystemen worden vervuild en complete dorpen verwoest. Ooit een schone rivier is de Ranchería nu een bruine modderstroom waar met moeite iets in kan leven. De Wayuu en Afrocolombianen vingen er hun vis en gebruikten het water om mee te koken en te wassen. Nu zijn velen afhankelijk van een enkele waterbron of water dat door het mijnbedrijf wordt verspreid.
In het verleden zijn mensen uit de omringende dorpen, zoals Tabaco, met geweld van hun land verwijderd om plaats te maken voor de mijnbouw. Met twee tot drie miljoen ontheemden zijn ze onderdeel van een groot Colombiaans probleem, waarvoor oplossingen op korte termijn onwaarschijnlijk zijn.
In de sporadische gemeenschappen waarvoor Cerrejón ter compensatie nieuwe leefgebieden heeft gecreëerd, is het bestaan niet zoals het was. Bewoners voelen zich opgesloten binnen de grenzen van de reservaten, waar de grond vaak onvruchtbaar is en de huizen nauwelijks ruimte bieden voor het hoeden van geiten. Velen wachten op toegezegde herstelbetalingen of herhuisvesting.

Wayuu

Dat geldt ook voor de Wayuu in het reservaat El Cerro de Hatonuevo. Ze maken zich zorgen over wat er overblijft van hun cultuur. Met circa 300 duizend mensen zijn de Wayuu de grootste inheemse bevolkingsgroep van Colombia. De inwoners kampen met klachten die voorheen onbekend waren: ademhalingsproblemen, longproblemen, zware hoofdpijn. Allemaal toe te schrijven aan de mijnbouw die fijne koolstof door het gebied verspreidt. “Als het hier voor het eerst weer regent, dan komt het water gitzwart van de daken”, vertelt Faustino, een van de ouderen van de gemeenschap.
’s Avonds dwarrelen kleine lichtjes over de zichtbare lijnen van de kolenmijn. Lichten van grote wagens die steenkool vervoeren, bedrijvigheid die vierentwintig uur per dag door gaat. De angst en frustratie van de Wayuu is voelbaar. Het verlies van land heeft hun leven drastisch veranderd. “Wat is er van onze cultuur over als wij er niet meer zijn?”, vraagt de jongere Laurencio. “De Maya’s, Azteken, Kogi’s, zij hebben allemaal fysieke overblijfselen, gebouwen die ons herinneren aan hun cultuur. Wat hebben wij?”

Verzet

Al is de macht van de mijn enorm, toch is er verzet. De Wayuu en Afrocolombianen verenigen zich en krijgen daarbij hulp van nationale en internationale organisaties. Censat, een nationale ontwikkelingsorganisatie uit Bogotá die zich focust op het milieu, ondersteunt de gemeenschappen door het geven van workshops. Hierin worden de mensen beter geïnformeerd en leren ze welke rechten ze hebben.
Een belangrijk instrument is ILO convention 169, dat recht geeft op een consulta previa, informatie over geplande ontwikkelingen zodat mensen nog inspraak kunnen hebben. In de praktijk blijkt dat informeren uit ongeplande bezoeken te bestaan waarbij de nieuwe plannen vooral worden gepromoot – om inspraak zo veel mogelijk te vermijden.
Desondanks is het onlangs gelukt om het plan van Cerrejón om de Rio Ranchería om te leiden zodat een grote hoeveelheid steenkool die onder de rivier ligt kan worden ontgonnen (voorlopig) tegen te houden. Zo’n grote ingreep in de natuur druist tegen alle overtuigingen van de Wayuu en Afrocolombianen in, waardoor het verzet groot was. Een belangrijke moment voor de gemeenschappen.

Voorvaderen

Gezien de expansiedrift van de mijn zijn dorpen rondom Cerrejón hun bestaan niet zeker. Zoals Lutamana, dat letterlijk aan de rand ervan ligt. De gemeenschap staat onder druk van de multinational en grootgrondbezitters die de grond willen bemachtigen. De contrasten zijn enorm. In arme rurale gebieden van La Guajira heeft slechts 16 procent van de bevolking toegang tot schoon drinkwater.
De mensen van Lutamana zijn bang dat hun enige waterbron vervuild is. Ofwel doordat er koolstof in het water zit door de dagelijkse dynamietontploffingen in de mijn. “Of wellicht omdat we niet willen vertrekken en er mensen met het water hebben geknoeid om ons toch weg te krijgen”, suggereert een van de inwoners. Zij zijn echter niet van plan hun grond op te geven. Het is immers de grond waar de zielen van hun voorvaderen ter ruste liggen.

Kom op de mailinglijst

Schrijf je in voor de D2E nieuwsbrief

Categorie: Energie & klimaat, Grondstoffen Tags: fossiele energie, mijnbouw, kolen, Colombia Verschenen in: Down to Earth 22 (april 2014)

Michael Rhebergen

Michael Rhebergen

  • Website van Michael Rhebergenmichaelrhebergen.com
  • Alle artikelen van Michael Rhebergen op Down To Earth Magazine

Gerelateerde berichten

In actie

In actie tegen mijnbouw: Fanny Tri Jambore

Fanny Tri Jambore gaat met Friends of the Earth Indonesië (WALHI) de strijdt aan tegen grootschalige mijnbouw.
In actie

In actie tegen mijnbouw: Leonard Yav Zama

Leonard Yav Zama zet zich in tegen mijnbouw in Democratische Republiek Congo. Mijnbedrijven moeten schoner én veiliger produceren.
Grondstoffen, Klimaatrechtvaardigheid

Het prijskaartje van de Surinaamse Gowtu Bergi

Het werk in de goudmijnen van Suriname is gevaarlijk, maar voor de Marrons uit de buitenwijken van Paramaribo zijn er weinig andere manieren om geld te verdienen.
Artikel, Energie & klimaat, Jongeren

Spelletjes spelen voor de planeet

Spellen kunnen helpen om het klimaatprobleem inzichtelijk te maken - en oplossingen vinden leuker. Drie makers vertellen.
Ontvang ons magazine

Recente reacties

  • Alexa op Fluweelzachte muren zonder latex
  • Loek Beukman op Protesteren met een smiley
  • Ingrid Staal op Gek van insecten: Paul Beuk
  • Ronaldo op “De tijd van het ecopopulisme is aangebroken”
  • Loek Beukman op “Het probleem ligt bij de machine”
  • Loek Beukman op Kaas zonder koe
  • Ad op “De tijd van het ecopopulisme is aangebroken”

Lees ons papieren magazine

Lees — Down to Earth 56

Contact

Redactieadres:
Nieuwe Looiersstraat 31
1017 VA Amsterdam
Tel: 020-5507433
redactie@downtoearthmagazine.nl

Over ons

  • Over ons
  • Auteurs
  • Word abonnee
  • Disclaimer
  • Privacy en cookies

Volg ons