“Hallo meneer Koelewijn, kunt u me verstaan?”
“Ja jongen, glashelder, je hoeft niet zo te schreeuwen, wij vissers hebben ook satellieten tegenwoordig.”
“Mooi. U klinkt opgewekt, eindelijk weer eens een opgewekte visser aan de telefoon.”
“Hahaha, ja, zeg dat wel, het werd weer eens tijd. Ik had echt helemaal mijn buik vol van al die quota en die vangstverboden. Geen droog brood meer in te verdienen, och man ik ben zo blij, dat wil je niet weten.”
“Jawel, ik wil het wel weten.”
“Nou ja, ik heb gewoon weer brood op de plank, en mijn zoon mag een nieuwe gameboy en ik kan mijn bemanning weer fatsoenlijk betalen.”
“En dat komt door al die quota en die vangstverboden?”
“Jazeker, eigenlijk wel, die hebben gewerkt. Want dan ga je toch nadenken. O, wacht, er wordt net een net naar boven gehaald. Prachtig zeg, Helemaal vol. Kijk nou toch eens, zakken, heel veel zakken.”
“Zakken? Dat is jargon voor wat voor vis?”
“Voor de plastic.”
“De plastic?”
“Ja, die gedijt hier uitstekend. Die vissen wij tegenwoordig op. Zit geen vangstbeperking op, plant zich voort vanaf het land in een enorm tempo, kijk, zakken, o en van die taaie sixpacks waar blikkies ingezeten hebben, oefenbroekies, ongelofelijk he, ben je 200 kilometer uit de kust vis je oefenbroekies op, dan denk je toch waar is het bijbehorende kind, haha. Laat ze het maar lekker in zee flikkeren, wij hebben weer werk. Ik voorspel een grote toekomst voor de plastic.”
“Hoe eet u zelf de plastic graag?”
“Van de grill, met een uitgeknepen citroentje en een remouladesaus, maar gerookt plastic, kan je me ook midden in de nacht voor wakker maken.”
“Eet smakelijk dan, zou ik zeggen.”
“Dank je wel jongen, jij ook, gepocheerde plastic, ook heerlijk, en je kan er ook sushi van maken, daaaaag!”
Geef een reactie